De klimaatdoelen van ING zijn in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. Tot die conclusie komt de belangrijkste internationale, onafhankelijke organisatie die het klimaatbeleid van grote bedrijven hierop controleert, het Science Based Targets Initiative (SBTi).
Het SBTi heeft dit woensdag bevestigd tegenover persbureau Reuters, nadat ING een verklaring hierover op zijn eigen site had gezet. Volgens het SBTi is ING tevens de eerste ‘systeembank’ wereldwijd waarvan het klimaatbeleid deze wetenschappelijke toets succesvol heeft doorstaan. Systeembanken zijn dusdanig grote banken dat ze een sleutelrol spelen in het internationale financiële systeem.
De conclusies van SBTi komen op een pikant moment. Milieuorganisatie Milieudefensie staat op het punt ING te dagvaarden omdat het klimaatbeleid van de bank juist níét in lijn zou zijn met het Akkoord van Parijs. In dat akkoord is internationaal afgesproken te streven naar een beperking van de opwarming van de aarde tot maximaal 1,5 graden. Vrijdag wil Milieudefensie de dagvaarding bij ING afleveren.
Rechtszaal
Arnaud Cohen Stuart, hoofd bedrijfsethiek bij ING, zegt in een telefonische reactie „trots” te zijn op de validatie van ING’s klimaatdoelen door het SBTi. „Het laat zien dat onze klimaatdoelen robuust en op wetenschap gebaseerd zijn, en dat dit de juiste doelen zijn om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5 graden. We zijn hier al heel lang mee bezig.”
Of de bevindingen van het SBTi volgens hem ook betekenen dat de dreigende rechtszaak van Milieudefensie minder kans maakt, wil hij niet zeggen. „Dan vraag je me op de stoel van de rechter te gaan zitten. Dat is niet mijn rol. Maar als het tot een zaak komt, zullen we ons verdedigen in de rechtszaal en dat zien we met vertrouwen tegemoet.”
Een woordvoerder van Milieudefensie laat weten „niet onder de indruk” te zijn van de conclusies van het SBTi. „Het stempel van SBTi staat vast mooi op de website van ING, maar […] we kunnen ons niet voorstellen dat de rechter ING’s klimaatbeleid, hoe het nu is, goed genoeg vindt om ING’s enorme aandeel aan de klimaatcrisis in te perken. ING mag bijvoorbeeld nog steeds geld geven aan de Shells en de Exxons van deze wereld, die nog gewoon naar olie en gas boren.”
Volgens de milieuorganisatie heeft het SBTi slechts naar 5 procent van de uitstaande leningen en beleggingen van ING gekeken. „Onze eisen blijven gewoon staan, en we zullen ING in de rechtbank zien – waar ze haar beleid mag verdedigen.”
Klimaatimpact
Cohen Stuart van ING bevestigt dat het SBTi naar een beperkt deel van de leningen- en beleggingsportefeuille heeft gekeken, maar, zegt hij, „in dat deel zit wel onze grootste klimaatimpact. Ongeveer twee derde van ‘onze’ uitstoot komt van die sectoren. Het is dus het meest relevante deel. We hebben ook een gigantische hypotheekportefeuille, maar daar zit minder klimaatimpact.”
Het SBTi heeft gekeken naar ING’s reductiedoelen voor de olie- en gassector, de cement- en staalindustrie, de auto- en vliegtuigbranche, voor stroomproducenten en voor de commerciële vastgoedsector.
Cohen Stuart: „Je ziet dit wel vaker bij Milieudefensie. Ze geven een verkeerde voorstelling van zaken, en doen verkeerde aannames. En dat leidt dan tot misleidende conclusies.”
Lees ook
Milieudefensie zet klimaatzaak tegen ING door. ‘Lessen uit de Shell-zaak zijn meegenomen’
Milieudefensie gaat naar eigen zeggen achter ING aan omdat ook banken, naast bijvoorbeeld oliebedrijven, volgens de milieuorganisatie veel invloed hebben op het klimaat. Als zij besluiten grote sommen geld uit te blijven lenen aan de fossiele industrie, en niet – of minder – aan producenten van duurzame energie, verergeren zij mede de klimaatcrisis, aldus de milieuorganisatie. Milieudefensie stelt daarbij dat het financieringsbeleid van ING op dit punt gebrekkiger is dan dat van veel andere banken, zoals ABN Amro.
