Bedrijven moeten in ‘een oorlogs-mindset’ komen – maar hoe dan?

Het woord ‘oorlog’ klinkt ineens anders dan het lange tijd deed. NAVO-baas Mark Rutte waarschuwde vorige week dat Europese burgers en bedrijven in een „oorlogs-mindset” moeten komen. Duitse bedrijven en overheden werken sinds dit najaar al samen aan een strategie genaamd ‘Operation Deutschland’ om de economie weerbaarder te maken bij een potentiële ‘derde wereldoorlog’.

De boodschap van overheden en hooggeplaatste militairen aan ondernemingen klinkt de laatste maanden steeds luider door in bestuurskamers. Bij grote bedrijven is geopolitiek conflict sinds dit jaar zelfs de grootste zorg, blijkt uit diverse recente peilingen onder ceo’s. Maar hoe kunnen bedrijven zich voorbereiden op zoiets groots en onvoorspelbaars als oorlog?

„Het bewustzijn dat geopolitieke dreiging zoals oorlog een reëel bedrijfsrisico is neemt duidelijk toe”, zegt Marc Diepstraten, die als partner bij PwC veel bedrijven hierover adviseert. „Maar het valt op dat bestuurders niet altijd weten wát ze moeten doen.”

Hoe kunnen bedrijven zich voorbereiden op zoiets groots en onvoorspelbaars als oorlog?

„We zijn duidelijk in een andere tijd beland”, zegt Hans Diels, geopolitiek adviseur bij het Vlaamse ondernemersplatform Etion en schrijver van het dit jaar verschenen boek Markt onder vuur. Dat signaleert ook Sjoerd van der Smissen, die als partner bij Deloitte overheden en bedrijven adviseert over dreigingen en defensie: „Waar we voor moeten waken is dat we alleen de angst-knop indrukken, terwijl bedrijven prima concrete stappen kunnen zetten om hun eigen kwetsbaarheid, en die van de samenleving als geheel, te verkleinen.”

Wat zijn volgens deze adviseurs nou verstandige en zinnige voorbereidingen die bedrijven kunnen treffen?

Voorbereiding 1Zelf weerbaarder worden

Natuurlijk verschilt dat enorm per onderneming: een bedrijf in de Rotterdamse haven heeft met heel andere oorlogsrisico’s te maken dan een voedselbedrijf in de Betuwe. Maar het begint met het in kaart brengen van wat Van der Smissen ‘bedrijfs-kritische systemen’ noemt. „Zoals IT-systemen die door moeten draaien, stroomvoorziening in belangrijke kantoren of productiefaciliteiten: heb je daar ook noodvoorzieningen voor?” Overheidsorganisaties zoals de politie en defensie hebben altijd dieselaggregaten als reserve-optie, net als veel ziekenhuizen. Dat is niet altijd realistisch voor bedrijven, maar ze moeten er in elk geval bewuste keuzes over maken, zegt Van der Smissen.

Zo vraagt een crisis als een langdurige stroomuitval om noodoplossingen: hoe blijf je bereikbaar? Hoe zorg je dat medewerkers weten wat ze moeten doen? Komen mensen nog wel het kantoor in? Hoe communiceert het bestuur met elkaar als smartphones of e-mail niet werken? Hoe zorg je ervoor dat je medewerkers weten wat ze moeten doen als er geen stroom is? „Daar moeten scenario’s voor zijn.”

Mensen reizen per tram tijdens een gedeeltelijke stroomstoring in Kyiv.
Iemand voert reparatiewerkzaamheden uit bij een thermische centrale in Oekraïne, na een Russische raketaanval.

Foto’s Alina Smutko/Reuters, Gleb Garanich/Reuters

Van der Smissen ging in november met 22 Nederlandse organisaties op werkbezoek in Finland, waaronder banken en energiebedrijven. Om daar te leren hoe bedrijven en overheden beter kunnen samenwerken tegen oorlogsdreiging, iets waar ze daar al verder mee zijn. Bedrijven als PwC, McKinsey en Deloitte werken de laatste tijd ook vaker dan voorheen met crisis-simulaties. Daarbij krijgen bestuurders een soort brandoefening, maar dan met een concrete oorlogssituatie, cyberaanval of andere ramp.

„Wat gebeurt er bijvoorbeeld bij een aanval op kritieke infrastructuur op de Noordzee?” zegt Marc Diepstraten van PwC. „Stel dat kabels voor windenergie niet meer werken terwijl jouw datacenter daarvan afhankelijk is. Wat doe je dan? Je moet het echt even voelen, wat zo’n abstracte dreiging voor jouw bedrijf betekent.”

Kwetsbaarheden van bedrijven zitten ’m daarnaast vooral in de aanvoerlijnen van cruciale grondstoffen of materialen. Neem IKEA. Toen de oorlog in Oekraïne begon, raakte dat meubelbedrijf in één klap 11 procent van zijn houtbevoorrading kwijt, die afkomstig was uit Rusland en Wit-Rusland. En zonder hout geen Billy-boekenkasten. IKEA kon zich relatief snel aanpassen door hout uit andere regio’s in te kopen en de samenstelling van zijn producten te veranderen. Maar het bedrijf veranderde na die schok wel structureel hoe het zijn aanvoerlijnen organiseert.

Toen de oorlog in Oekraïne begon, raakte dat meubelbedrijf in één klap 11 procent van zijn houtbevoorrading kwijt, die afkomstig was uit Rusland en Wit-Rusland

Chipmachinebouwer ASML heeft na de Russische inval in Oekraïne soortgelijke maatregelen getroffen, bijvoorbeeld door snel alternatieve bronnen te zoeken voor cruciale grondstoffen, zoals neon-gas, dat voorheen uit Oekraïne kwam. De kunst is natuurlijk om al vóór een daadwerkelijke crisis in kaart te brengen waar cruciale materialen en grondstoffen vandaan komen. Dat kan bedrijven helpen om beter voorbereid te zijn en andere opties te creëren.

Voorbereiding 2Samenleving laten doordraaien

Maar goed, als een individueel bedrijf overeind blijft terwijl de rest van de samenleving niet meer functioneert, is het probleem nog net zo groot. Daarom wijzen de oorlogs-consultants ook op manieren waarop bedrijven kunnen bijdragen aan ‘maatschappelijke weerbaarheid’: bijvoorbeeld door het laten doordraaien van essentiële voorzieningen en eerste levensbehoeften zoals voedsel, water en medicijnen in geval van nood.

Een supermarktketen als Albert Heijn is bijvoorbeeld cruciaal in de voedselvoorziening, maar wat gebeurt er als een stad als Rotterdam te maken krijgt met een cyberaanval of langdurige stroomuitval? Zonder elektriciteit werken kassasystemen niet meer, en veel mensen hebben onvoldoende voedselvoorraden in huis om het langer dan een paar dagen uit te zingen.

Dan kun je als burger wel cash in huis hebben, maar het is niet waarschijnlijk dat de supermarkten voldoende wisselgeld in huis hebben om langer dan een dag alleen maar contante betalingen te accepteren. Supermarktketens, betaalbedrijven en overheden moeten dus nú ook al nadenken over analoge alternatieven, zoals papieren voedselcoupons in geval van nood, suggereert Sjoerd van der Smissen van Deloitte.

Dit soort voorbeelden laat ook zien dat het in crisissituaties niet alleen draait om de zelfredzaamheid van individuele burgers of bedrijven, maar ook om ‘samenredzaamheid’.

Foto Evgeniy Maloletka//AP Photo

Een van de voornaamste lessen uit Finland is volgens Van der Smissen dat daar veel intensievere samenwerking is tussen bedrijven en overheden. In Finland is er een National Emergency Supply Agency (NESA), dat samenwerkt met 1.500 publieke en private partijen, om tijdens crises de vitale functies van de samenleving te waarborgen. Daarnaast beheert het ook de noodvoorraden.

Zogeheten ‘strategische autonomie’, het volledig in eigen hand houden van productie, aanvoer en voorraden, is in theorie een belangrijke manier om weerbaarder te worden, maar kan nooit het hele verhaal zijn, waarschuwt Hans Diels van Etion: „Omdat bedrijven áltijd andere bedrijven, overheden en burgers nodig hebben.”

Volledige autonomie is simpelweg geen optie meer in deze tijd. Voor betere weerbaarheid moeten bedrijven daarom vooral óók kijken naar slimmere partnerschappen met andere organisaties binnen en buiten het eigen land, is het advies: „Alleen als het maatschappelijke ecosysteem rondom je bedrijf blijft werken, kun jijzelf blijven werken.”

Voorbereiding 3Sterker worden door een crisis

En er zijn ook manieren om als bedrijf juist sterker te worden tijdens een grote crisis. Ondernemingsbestuurders zouden er bijvoorbeeld verstandig aan doen om te bedenken hoe ze zouden kunnen bijdragen aan de landsverdediging, mocht het zover komen, zegt Sjoerd van der Smissen. Zo kunnen bedrijven hun digitale weerbaarheid verbeteren door meer cyberveiligheidsexperts aan te nemen, óók omdat ze die expertise tijdens oorlogssituaties goed kunnen verkopen aan anderen.

Daaraan wordt bijvoorbeeld ook bij Deloitte en PwC zelf gewerkt, vertellen Van der Smissen en Diepstraten. Bij die consultancybedrijven lopen veel cyberveiligheidsexperts rond die in geval van nood ook kunnen meewerken aan de cyberdefensie van Nederland.

Er zijn manieren om als bedrijf juist sterker te worden tijdens een grote crisis

In sectoren zoals transport en logistiek zijn op dit moment vergelijkbare ontwikkelingen gaande, signaleren de consultants. Zo maakt het ministerie van Defensie de laatste maanden al afspraken met transportbedrijven, bijvoorbeeld om hun vrachtwagens te kunnen inzetten in tijden van crisis. Ook aluminium- en staalproducenten en maritieme bedrijven denken op verschillende manieren met Defensie mee over hoe zij bij kunnen dragen aan de nationale veiligheid.

Dit soort samenwerkingen kan ook nieuwe mogelijkheden creëren voor groei en innovatie, hoopt Defensie: het lanceerde onlangs zelfs het ‘SecFund’: een investeringsfonds van 100 miljoen euro „ter ondersteuning van binnenlandse bedrijven die werken aan een veiliger Nederland”.

Dat legt volgens Hans Diels wel meteen een ander groot risico bloot: bedrijven moeten geen financieel belang krijgen bij oorlog. „Als civiele toepassingen ineens militair worden, kan dat leiden tot een ongewenste lobby voor conflicten.” Uiteindelijk is het bewaken van de vrede de beste manier om een economie weerbaar te maken tegen oorlog.