Derk van Voorst dacht wel te weten hoe je Paarse Vrijdag moet vieren op de basisschool. Je bestelt lespakketten bij het COC. Je stuurt een bericht aan alle ouders dat op de tweede vrijdag van december aandacht wordt besteed aan diversiteit. De dag zelf versier je de school met paarse slingers en regenboogvlaggen, en in de klas praat je een halfuurtje over het hebben van twee papa’s, of over meidenvoetbal.
Althans, zo ging het op zijn vorige school. Op de Indische Buurtschool in Amsterdam, waar hij vorig jaar kwam werken als meester van groep 6, ging het net even anders. Een week van tevoren stuurde de school een „korte en krachtige” mail naar alle ouders, vertelt Van Voorst, dat ze een activiteit gingen organiseren rond Paarse Vrijdag. „Al snel kregen we signalen van klassenouders dat er twijfels en zorgen waren.”
De school stuurde een nieuwe, uitgebreidere brief, die uitlegde wat ze precies gaan doen, en de boodschap dat iedereen zichzelf kan zijn op de school, ongeacht afkomst, religie of geaardheid. Uiteindelijk meldden die dag toch opvallend veel ouders hun kinderen ziek. Dit jaar wilden ze Paarse Vrijdag „zorgvuldiger aanvliegen”, aldus directeur Sean Morrissey.
Lees ook
‘Paars’ brengt het gesprek op gang
Paarse Vrijdag, overgewaaid uit de Verenigde Staten, werd in 2010 voor het eerst in Nederland gevierd, op middelbare scholen. De kleur paars komt van de paarse baan in de regenboogvlag, die ‘(levens)kracht’ verbeeldt. De organisatie is in handen van groepjes leerlingen, verenigd in Gender and Sexuality Alliances (GSA’s), en verschilt sterk per school. Sinds 2020 doen ook basisscholen mee. Daar ligt het initiatief bij docenten, die lesmateriaal kunnen bestellen bij het COC. Het eerste jaar deden zo’n 500 scholen dat, dit jaar zo’n 1.900 (van de ruim 6.500 basisscholen), volgens de lhbti-belangenorganisatie.
Met de groei van het evenement, neemt de weerstand onder ouders toe, met name die met islamitische achtergrond, merken veel basisscholen. In Amsterdam circuleerde vorig jaar een heuse bezwaarbrief tegen Paarse Vrijdag, schreef Het Parool dit voorjaar, waarin werd verwezen naar artikel 11, lid 1 sub e, van de Leerplichtwet. Daarin staat dat kinderen vrijstelling kunnen krijgen van onderwijs wegens godsdienstige plichten.
Op de Indische Buurtschool in Amsterdam heeft de meerderheid van de kinderen een migratieachtergrond. Een deel van hun ouders vindt ze te jong om over homoseksualiteit te praten, is bang dat kinderen homo worden en associeert Paarse Vrijdag met seksuele vorming, aldus de school.
Verkeerde ideeën over de inhoud van de lessen speelden begin dit jaar een rol bij de landelijke ophef over de Week van de Lentekriebels, een jaarlijkse projectweek op basisscholen over relaties en seksualiteit. Bijvoorbeeld dat jonge kinderen seksuele handelingen zouden leren. „We dachten: dat zou nu ook zomaar kunnen gebeuren met Paarse Vrijdag”, zegt Freek Janssens, projectleider onderwijs bij het COC.
De belangenvereniging heeft zich daarom dit jaar extra goed voorbereid. Ze schreef voorbeeldbrieven voor scholen om ouders op de hoogte te brengen van Paarse Vrijdag, werkte ideeën uit over hoe je een ouderavond kunt organiseren rond het thema. In een handleiding legt het COC uit hoe je om kunt gaan met ouders die zich zorgen maken. „De kern is altijd: luister goed, waar komen de zorgen van de ouders vandaan?”, zegt Janssens. „Sommigen denken dat het te maken heeft met seksualisering van kinderen, maar dat is natuurlijk niet zo.”
Het COC breidde ook het aantal lesbrieven uit, zodat leerkrachten meer keuze hebben tussen activiteiten. „Leerkrachten kunnen hun klas het beste inschatten”, zegt Janssens. Bij sommige activiteiten staat diversiteit op de voorgrond; zo is er een Paarse Vrijdag-lied, waarvan leerlingen de tekst kunnen bespreken. „Andere activiteiten gaan eerder over pesten of naar elkaar omkijken.” Kinderen kunnen ook een dansje maken op het lied en er zijn kleurplaten.
Les bijwonen
Ook basisschool De Ridderhof in Utrecht kreeg te maken met thuisblijvende kinderen met Paarse Vrijdag. De school probeert ouders zo goed mogelijk te informeren over wat de dag inhoudt, zegt directeur Emile Vermeulen. Vorig jaar konden ze zelf de les bijwonen. „Daar hebben ze gezien dat we kinderen helemaal niet een bepaalde identiteit aanpraten”, zegt initiatiefnemer en meester Dennis van der Ent Braat, „maar dat het bijvoorbeeld gaat over dat het niet uitmaakt met welk speelgoed je wil spelen.”
Ouders die moeite hebben met Paarse Vrijdag zijn vaak religieus, zegt directeur Vermeulen. „Aan de andere kant zijn veel ouders er juist trots op dat we meedoen.” Op de protestants-christelijke school, die zich profileert als ‘ontmoetingsschool’, zitten zowel christelijke, islamitische als hindoeïstische kinderen. „Omdat we diversiteit als pijler van ons onderwijs hebben benoemd, komen veel ouders naar ons toe met hun zorgen.”
Hij ziet het, zeker in een „gepolariseerde maatschappij”, als zijn rol om de verbinding te zoeken. „Een vader, moslim, zocht mij op en zei: ‘Er wordt dit jaar aandacht gegeven aan lhbt tijdens de Kinderboekenweek, Paarse Vrijdag, Lentekriebels, en nog eens in een theatervoorstelling. Het is gewoon veel.’ Dat is een waardevol signaal. Soms moet je een stapje terug doen om er twee vooruit te kunnen zetten.”
Iedere dag is Paarse Vrijdag
Op de Indische Buurtschool in Amsterdam was vorig jaar groep 3 helemaal compleet. Het was in die groep waar de dag ervoor toevallig een gesprek ontstond tussen de directeur en ouders over de dag, zegt Sean Morrissey. De school probeert dit jaar nog beter te communiceren en te luisteren, zegt meester Derk van Voorst. Elke leerkracht schrijft dit jaar op het communicatiekanaal Klasbord wat ze tijdens Paarse Vrijdag doen. De directeur peilt actief zorgen bij ouders. „Die moet je serieus nemen”, zegt Van Voorst. „Alleen dan bereik je ouders.”
Op de ‘Ouders ontmoeten Ouders’-avond vorige week bleek opnieuw dat sommigen zich zorgen maakten over Paarse Vrijdag. „Je kunt dan kijken hoe je zo goed mogelijk op bepaalde zorgen kan inspelen”, zegt Van Voorst. „We zeggen ook: het is het hele jaar door Paarse Vrijdag. Ik heb een vriend en daar heb ik het dagelijks over. Kinderen zijn supernieuwsgierig.”
Leeslijst