Baas en bovenbaas botsen in burgerschrik

Sjoerd de Jong

Eerst beukte hij een kip dood op het toetsenbord, toen moest de piano eraan geloven, in een orgie van krakend hout en rondvliegende splinters. Op die performance trakteerde kunstenaar Raphael Montanez Ortiz zijn publiek in Greenwich Village, New York in 1967. Vijf jaar eerder was van zijn hand Destructivisme: een Manifest verschenen, een beginselverklaring voor kunst als „een wanhopige poging om de integriteit van het onbewuste te waarborgen”, tegenover de hypocrisie van de burgerlijke samenleving.

Die burger epateren hoort bij de avantgarde, al vanaf de dagen van Baudelaire en Rimbaud. Terwijl die kip het loodje legde in New York, maakten in Wenen de Actionisten furore, met dierenbloed en ingewanden. In Frankrijk sidderde de normaliteit onder de zweepslagen van de ‘Paniek Beweging’.

En in Nederland hebben we Kirac.

Over dat kunstcollectief is al maanden rumoer door een pornografische liefdesfilm die ze maakten van (en met) Michel Houellebecq, die de Franse schrijver achteraf niet vertoond wil hebben. Geheel in stijl is de verwarring compleet over wie hier nu wie gebruikt, en in welk project.

Alleen, even heel burgerlijk: wat levert het eigenlijk op?

Het collectief (Keeping It Real Art Critics) wil, schreef de Volkskrant, „hypocrisie zichtbaar maken”. De eerste video’s van het gezelschap zijn gave voorbeelden van het met draaiende camera doorprikken van snobisme en conformistisch quasi-engagement in de kunstwereld. Kirac is misschien cynisch, schreef een Amerikaanse bewonderaar, maar tenminste „niet middlebrow”.

In dat opzicht zijn Kirac en Houellebecq, ook een gretige provocateur, aan elkaar gewaagd. Met dit verschil: de empathie die Houellebecq heeft met de treurige stoethaspels die zijn romans bevolken, ontbreekt bij het stoïcijnse Kirac. Baas en bovenbaas heb je ook in épater le bourgeois.

Alleen, in het leven van iedere iconoclast daagt op een slechte dag het besef dat zijn antimoralisme uiteindelijk óók een vorm van moralisme is. Van opgestoken middelvinger naar opgeheven vingertje is het niet altijd ver lopen.

En wat moet je dan nog? Ja, immoralist worden of pure estheet, die andermans gespartel onaangedaan beziet, zoals in een eerdere Kirac-seksfilm met een meelijwekkend verwarde spijtoptant. Gevraagd wat hij nu zelf vond van het moddergevecht met de Franse schrijver zei oprichter Stefan Ruitenbeek in een talkshow gortdroog: „Ik kijk daarnaar.”

Ja, wij ook. Dat is dan wat overblijft van de beeldenstorm: ranzig voyeurisme. Markies de Sade in Jiskefet, of een reprise van het ooit scabreuze Seks voor de Buch (1997) dat ‘gewone mensen’ hun seksfantasieën op tv liet uitleven.

Maar tenminste niet middlebrow!

Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een -column.