Ze zijn felbegeerd, maar ze hebben een hoge prijs: zogenoemde ‘bloedmineralen’, grondstoffen (bijvoorbeeld tantalium, coltan, wolfraam, tin en kobalt) die onmisbaar zijn bij de productie van draagbare elektronische apparaten als mobiele telefoons. Met een bodem schatrijk aan deze onmisbare mineralen is de Democratische Republiek Congo (DRC) al decennia een speelbal van de mondiale technologierevolutie. Maar deze week liet het land zien dat het niet langer bereid is een pion te blijven in het schaakspel dat de winsthonger van multinationals voedt.
In een baanbrekende strafzaak richt het land zijn pijlen op Apple. Achter elk scherm en elke smartphone schuilt immers een ongemakkelijke vraag: hoe transparant en eerlijk is de productieketen? Met strafrechtelijke aanklachten tegen de Belgische en Franse dochterondernemingen van het Amerikaanse technologiebedrijf wil Congo Apple verantwoordelijk houden voor de schaduwkanten van zijn toeleveringsketens.
De beschuldigingen zijn scherp: het bedrijf zou profiteren van mineralen die tegen de achtergrond van mensenrechtenschendingen worden gewonnen. Deze grondstoffen, afkomstig uit Congolese mijnen, worden via een gebrekkig certificeringssysteem op de internationale markt witgewassen. Met name de oostelijke provincies, waar deze stoffen zich bevinden, zijn al decennialang het brandpunt van geweld, waar gewapende groepen zichzelf financieren en bewapenen met opbrengsten uit de export van deze mineralen.
‘Witgewassen oorlogsmisdaden’
Het internationale team van advocaten achter de Congolese staat spreekt van „witgewassen oorlogsmisdaden”. Voor Robert Amsterdam, de Amerikaanse advocaat die de zaak leidt, gaat deze rechtszaak niet alleen over de soevereiniteit van Congo, maar over het afbreken van een systeem dat multinationals vrijwaart van verantwoordelijkheid. „Het volk van Congo kan niet langer wachten”, zegt hij in een telefoongesprek. „Apple kan niet blijven profiteren van een systeem dat levens verwoest en tegelijkertijd beweren duurzaam en ethisch te zijn. Kleur Apple rood, niet groen. Dit is een miljardenbedrijf dat zich verschuilt achter ontkenningen, terwijl het profiteert van menselijk lijden. Hier staat een soevereine staat tegenover een technologiegigant.”
Hoewel de Franse en Belgische autoriteiten nog moeten bepalen of ze een onderzoek starten, wil DRC met de strafzaak een eeuwenoude cyclus doorbreken. De aanklachten, omschreven als de „eerste salvo’s”, zijn voor Amsterdam en zijn team een eerste stap om techgiganten verantwoordelijk te houden voor „oneindige verrijking tegen de achtergrond van de ernstigste misdaden”. Sinds de jaren negentig heeft de opkomst van de digitale economie de strijd om technologische metalen in Congo en andere regio’s rond de Grote Meren in Afrika verergerd, wat heeft geleid tot onbegrensde ontginning van grondstoffen. Zeker 60 procent van het in draagbare elektronische apparaten gebruikte tantalium is afkomstig uit Congo en buurland Rwanda. De nieuwste iPhone bevat zeker zestig zeldzame metalen.
Sommige critici duiden de praktijken van multinationals als Apple in Oost-Congo als ‘technokolonialisme’.
„Het draait om verantwoordelijkheid. Je hebt hier een soevereine staat die het opneemt tegen een miljardenbedrijf. Decennialang hebben Congo’s hulpbronnen de technologische revolutie aangedreven, terwijl Congolese gemeenschappen de prijs betaalden: bloedbaden, gedwongen kinderarbeid en ecologische verwoesting. Toch blijven bedrijven zoals Apple zich verschuilen achter toeleveringscertificeringen die falen.”
Apple stelt dat het mineralen niet rechtstreeks inkoopt en dat het zijn leveranciers controleert. Het certificeringssysteem genaamd International Tin Supply Chain Initiative (ITSCI) is een belangrijk onderdeel van die verdediging. Hoewel het programma bedoeld is om de toeleveringsketens transparanter te maken en de herkomst van bloedmineralen te traceren, beschouwen VN-experts en mensenrechtenorganisaties het als ontoereikend en misleidend. Zelfs het Responsible Minerals Initiative, een organisatie met 500 aangesloten bedrijven waaronder Apple, heeft ITSCI afgekeurd vanwege gebrekkige controles in Oost-Congo en Rwanda. Nog steeds bereiken grondstoffen vaak via witwasroutes, zoals via Rwanda, illegaal de wereldmarkt.
In april schreven de advocaten namens DRC een brief aan Tim Cook, de baas van Apple, waarin zij opheldering eisten over de herkomst van mineralen die worden gebruikt voor de productie van de producten van het bedrijf. Op die ingebrekestelling volgde geen reactie. Ook op vragen van NRC wilde Apple woensdag niet reageren.
Hier staat een soevereine staat tegenover een technologiegigant
Kunt u de claim van ‘misleidende handelspraktijken’ toelichten?
„Apple stelt consumenten gerust dat zijn toeleveringsketen schoon is. Maar ons bewijs, gebaseerd op jarenlang onderzoek door VN-experts en mensenrechtenorganisaties zegt het tegendeel. De toeleveringsketen is ‘besmet’. Deze mineralen worden uit Congo geroofd, via tussenpersonen witgewassen en vervolgens als conflictvrij gepresenteerd. Ondanks toenadering van ons, weigert Apple in dialoog te gaan. In plaats daarvan stuurden ze een oppervlakkige brief, waarin vage nalevingsnormen werden aangehaald. Voor een bedrijf dat transparantie hoog in het vaandel zegt te hebben, is deze stilte eigenlijk de meest veelzeggende aanklacht.”
Hoe beantwoordt u critici die stellen dat het verstoren van de mineralenhandel het levensonderhoud van Congolese mijnwerkers zou kunnen schaden?
„Niemand pleit voor het stilleggen van de handel. Dat is een drogreden. Wat we eisen is ethische inkoop. Het Westen heeft een geschiedenis van top-downoplossingen die lokale economieën beschadigen zonder de getroffen gemeenschappen te raadplegen. Wat Congo nodig heeft, is een systeem dat ervoor zorgt dat de hulpbronnen ten goede komen aan de bevolking, niet aan milities of multinationals. Oplossingen moeten komen in overleg met de slachtoffers, mijnwerkers, hun families en hun gemeenschappen.”
Waarom zijn Frankrijk en België gekozen als juridisch strijdtoneel?
„In tegenstelling tot de VS bieden hun rechtssystemen de mogelijkheden voor strafrechtelijke vervolging. Deze zaak is ongekend en daagt Apples claims van ethische inkoop rechtstreeks uit. Het draait daarbij niet om schadevergoedingen, maar om gerechtigheid [zijn Belgische collega Christophe Marchand sprak van een „morele verantwoordelijkheid” voor België vanwege zijn koloniaal verleden]. Westerse landen hebben vandaag de plicht om deze cyclus van exploitatie te helpen beëindigen.”
Lees ook
Wat staat vrede in Oost-Congo in de weg?