Ze is „een meester in het oproepen van universele emoties in woord en in beeld”, aldus de jury, die aan illustrator en kinderboekenschrijver Marit Törnqvist de Johannes Vermeerprijs 2024 toekent, de belangrijkste staatsprijs voor de kunsten. Ze is de eerste laureaat van wie het werk primair op kinderen gericht is. Bij de prijs, die sinds 2009 jaarlijks wordt toegekend, hoort een bedrag van 100.000 euro.
In de eerste plaats is het werk van Törnqvist, die kinderboeken illustreert en zelf prijswinnende prentenboeken maakt, warm en geborgen. Zacht als een hoogpolig tapijt, behaaglijk als een stralende kachel. Haar tekeningen stellen veilige havens centraal in werelden waar het ook onherbergzaam en donker kan zijn – bij de emoties die ze verbeeldt, zijn ook gemis, vervreemding en eenzaamheid. Maar: „Steeds weer opnieuw schept Törnqvist een geborgen ruimte die troost en ontroert, en verbeeldt zij de kracht van zelfredzaamheid”, aldus de jury.
Törnqvist creëert al van jongsaf haar eigen werelden, opgroeiend als buitenbeentje. Ze is geboren in Uppsala en woonde haar eerste jaren in een sfeervol huis in Zweden – tot de ontwortelende verhuizing naar Nederland, waar ze de taal niet sprak. Maar met haar tekentalent wist ze haar klasgenoten te intrigeren, zodat ze ophielden met pesten.
Astrid Lindgren
Moeder Rita was vertaalster, van onder meer Astrid Lindgren, die ook een huisvriendin was. Ooit speelde Marit tijdens een van de Zweedse gezinszomervakanties in een boerenschuur, toen de beroemde schrijfster daar ineens ook stond, een boefachtige uitdrukking op haar gezicht. Ze beklom een ladder, balanceerde op de hanenbalk en liet zich vallen in het hooi. Sinds ze volwassen was, zo memoreerde Törnqvist later, had ze zelden zoiets leuks had gedaan.
In die hooischuur kiemde in zekere zin ook Törnqvists illustratorencarrière. De beelden van het zuid-Zweedse platteland verwerkte ze in haar afstudeerproject aan de Rietveld Academie – en ze wist daar meteen de uitgever van Lindgren mee te interesseren, die ook zonder de voorgeschiedenis te kennen inzag dat Törnqvist tekeningen de wereld van Lindgrens verhalen verbeeldde. Later zou Törnqvist de inrichting verzorgen van het Stockholmse kindermuseum Junibacken, gewijd aan het werk van Lindgren.
Haar stijl heeft iets ouderwetsigs of anachronistisch, al zou je het ook dromerig of tijdloos kunnen noemen. „Ik ben voortdurend op zoek naar een soort archetypen van de dingen die ik verbeeld. Schilder ik een flat, dan probeer ik dat zo te doen dat het een flat van alle tijden is”, zei Törnqvist eens. Haar universele beeldtaal wordt wereldwijd gezien: haar prentenboeken zijn in meer dan dertig landen verschenen. Lief en warm is het in Jij bent de liefste (2000) van Hans en Monique Hagen, een kinderdichtbundel die tienduizenden keren werd verkocht. Unheimischer waren haar illustraties bij het sprookje Pikkuhenki (2005) van Toon Tellegen, bekroond met het Gouden Penseel.
Zachtaardig met een onbehaaglijk randje, zo zijn ook haar teksten. Klein verhaal over liefde (1995), het eerste boek dat Törnqvist zelf schreef, gaat over een meisje dat op een paal in zee zit, tot er een man op een boot voorbijkomt – maar als hij verdwenen is, lijkt de wereld weer leeg en kaal. Wat niemand had verwacht (2009) gaat over een meisje dat gevangen zit in een kuil. Haar redden lukt niet, waarna de redders zich tegen haar keren. Het is een snijdende parabel over de wereld die kwetsbare mensen aan hun lot overlaat, gemaakt uit woede over onverschilligheid.
Törnqvists engagement, in het bijzonder met vluchtelingen, houdt haar de laatste jaren sterk bezig en spreekt ook uit haar prentenboek Schildpad en ik (2022). Daarin vertelt een opa zijn kleinkind over de schildpad die als verstekeling meereisde vanuit het geboorteland, en zijn hele leven lang bij hem bleef – een parabel over migratie.
Met de Johannes Vermeerprijs ontvangt Törnqvist een bedrag van 100.000 euro, beschikbaar gesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te besteden aan een project binnen haar werkgebied. Dat past bij Törnqvist, die in de afgelopen jaren Iraanse illustratoren begeleidde en leesbevorderingsprojecten opzette, bijvoorbeeld voor vluchtelingenkinderen: de meertalige uitgave Een boek voor jou werd uitgedeeld aan kinderen in asielzoekerscentra.
Lees ook
‘Door de diversiteitsdiscussie lopen wij als makers op eieren’