‘Dit is geen vrolijk verhaal’, waarschuwt hoogleraar Sharon Friel aan het begin van haar college over de gevolgen van klimaatverandering voor de volksgezondheid. Ze wijst naar een grafiek die aantoont dat hoe groter de inkomensongelijkheid is, hoe slechter het gesteld is met de volksgezondheid. Het fenomeen dat deze verschillen uitvergroot: klimaatverandering.
Het is een zonnige maandag in februari, de tweede les van het nieuwe schooljaar. Zo’n dertig eerstejaars studenten zitten in een collegezaal van de Australian National University aan de rand van de Australische hoofdstad Canberra voor het vak ‘Klimaat en Maatschappij’. Ze kijken beduusd naar de powerpointpresentatie.
Friel probeert een positieve draai te geven aan haar verhaal. „Als we klimaatverandering aanpakken, neemt ook de ongelijkheid af”, zegt ze opgewekt. „Dat geeft hoop. Iedereen in deze zaal kan bijdragen aan verandering.”
De studenten zijn minder optimistisch. Zij zien klimaatverandering als een reële bedreiging voor hun toekomst, waar ze weinig aan kunnen doen. Dat blijkt uit een peiling over hoe veilig zij zich voelen, een initiatief van NRC. In Australië is de enquête afgenomen bij negentien eerstejaars studenten (zes mannen, dertien vrouwen) aan de Australian National University in Canberra.
In het tweede uur is hoogleraar Mark Howden, klimaatwetenschapper en lid van het VN-klimaatpanel IPCC uitgenodigd als gastspreker. Hij begint zijn college met een aantal verontrustende statistieken. „Het jaar 2023 was met afstand het warmste jaar ooit gemeten sinds de moderne metingen begonnen”, zegt hij. De wereld was vorig jaar gemiddeld 1,48 graden warmer dan voor het pre-industriële tijdperk.
Lees ook
Dit zijn de extremen van 2023, het warmste jaar sinds mensenheugenis
„Denkt u dat we nog binnen de anderhalve graad opwarming kunnen blijven?”, vraagt een student voorzichtig. Howden aarzelt. „Dat is onwaarschijnlijk”, zegt hij uiteindelijk.
Verloren strijd
„Ik schrok van zijn antwoord”, zegt student Lucy Piva (18) een dag later aan de telefoon. „Ik wil graag zeggen dat ik positief en hoopvol ben over de toekomst. Maar eerlijk gezegd voelt het als een verloren strijd. Ik ben net achttien, mag pas net stemmen. Ik heb niet de politieke macht om klimaatbeleid te veranderen.”
Van de negentien studenten die de enquête hebben ingevuld geven dertien van hen aan dat een klimaatramp het meest waarschijnlijke rampscenario is voor Australië. Zestien van de negentien studenten geloven dat ze tijdens hun leven te maken krijgen met de gevolgen van een klimaatramp.
Dat is niet slechts een doemscenario. Volgens het Bureau of Meteorology, het Australische meteorologisch instituut, is Australië al 1,5 graden opgewarmd sinds 1910. Van alle G20-landen had Australië in 2021 de hoogste uitstoot per hoofd van de bevolking. Sinds het aantreden van de Labor-regering van premier Anthony Albanese in mei 2022 is het klimaatbeleid aangescherpt, van 26 tot 28 procent CO2-reductie in 2030 naar 43 procent. Maar dat is niet genoeg om binnen de afgesproken 1,5 graad opwarming te blijven.
Ook blijft het Australische klimaatbeleid nog steeds achter in vergelijking met landen in Europa en de Verenigde Staten. De zorgen van de studenten weerspiegelen die van de Australische bevolking. Uit een landelijke peiling blijkt dat meer dan 70 procent zich zorgen maakt over de gevolgen van klimaatverandering op hun leven.
Ook de 18-jarige Riley Coleman kwam gedesillusioneerd uit het college. Vooral de grafiek waarop te zien is hoe de CO2-uitstoot de laatste jaren zo hard stijgt dat de lijn bijna verticaal is, maakte indruk. „Ik wist niet dat het zo erg was, daar schrok ik van”, zegt hij.
Riley Coleman, Daisy Millpark en Hunter Swirepik
De les gaf de 18-jarige Daisy Millpark juist vertrouwen in de wetenschap. „Het is goed om te weten dat er mensen zijn die begrijpen hoe het zit en weten wat we moeten doen om het te voorkomen”, zegt ze aan de telefoon.
Zwarte Zomer
Als tieners maakten de Australische studenten de bosbranden mee die eind 2019, begin 2020 over de oostkust van Australië raasden. Tijdens de zogeheten Zwarte Zomer werd 24 miljoen hectare land verwoest, bijna zes keer het oppervlak van Nederland.
Lucy Piva was veertien toen de bosbranden wereldnieuws waren. De branden kwamen tot aan de rand van de Australische hoofdstad. „Een paar dagen lang had Canberra de slechtste luchtkwaliteit van de hele wereld”, zegt ze. Piva, inmiddels 18 jaar oud, kon dagenlang haar huis niet uit. „De rook drong overal doorheen. Dagenlang opgesloten zitten naast een luchtreinigingsmachine zorgde ervoor dat ik heel bewust werd van het probleem”, zegt ze.
Ook de 19-jarige Hunter Swirepik heeft levendige herinneringen aan die zomer. Zijn vader woont aan de kust waar eind 2019 duizenden mensen naar het strand vluchtten vanwege de oprukkende branden. Swirepiks huis bleef gespaard, maar dat gold niet voor iedereen. „In de dagen erna reden we door het dorp langs heel veel huizen die waren afgebrand. Mensen stonden bij hun huis waar niets meer van over was”, zegt hij.
Nu woont hij in Canberra, maar daar voelt hij zich niet veel veiliger. „We wonen aan de rand van de stad, vlakbij de bush. Bij een volgende bosbrand is ons huis misschien wel aan de beurt.” Verhuizen heeft weinig zin, denkt hij. „Waar ik ook woon in Australië, ik geloof dat het onvermijdelijk is dat ik met bosbranden te maken krijg.”
Levensonderhoud
Onder de geënquêteerde studenten zijn dertien vrouwen en zes mannen. In totaal zeggen zestien studenten bij de etnische meerderheid te horen in Australië. De helft van de studenten woont nog thuis, de andere helft woont in studentenaccommodatie. Ruim de helft van de respondenten studeert in dezelfde stad als waar ze zijn opgegroeid.
Dat heeft te maken met de kosten van het levensonderhoud. Hoewel ruim 73 procent aangeeft geen financiële zorgen te hebben, is dat voornamelijk omdat ze gesteund worden door hun ouders. Veel studenten wonen nog thuis. „Ik had graag in Sydney of Melbourne willen studeren, maar het is onbetaalbaar om daar te wonen. Als ik daar op de universiteitscampus zou willen wonen, kost dat ongeveer 40.000 dollar per jaar [omgerekend ruim 24.000 euro]. Daarom besloot ik thuis te blijven wonen en naar de universiteit in Canberra te gaan”, zegt Piva.
Veel Australiërs zuchten onder hoge kosten van het levensonderhoud. Vorig jaar stegen de prijzen voor levensmiddelen gemiddeld 8 procent, blijkt uit cijfers van het Australische bureau voor de statistiek. Ook de huizenprijzen stegen met ruim 8 procent in 2023, ondanks dat de Australische Centrale Bank de rente meerdere keren verhoogde waardoor hypotheeklasten zwaarder werden. De rente staat nu op 4,35 procent, het hoogste niveau in twaalf jaar. Het heeft nog relatief weinig bijgedragen aan lagere inflatie; eind december nog 7,8 procent.
Het kopen van een huis is voor veel mensen onhaalbaar geworden. Swirepik ziet binnen zijn eigen familie hoe dat in de loop der jaren is veranderd. „Mijn grootouders waren allebei docent en kochten een mooi huis toen ze net begonnen met werken. Mijn neven werken ook in het onderwijs, maar zij kunnen zich geen koophuis veroorloven en zijn bang dat ze voor altijd moeten blijven huren.” Ook dat is steeds duurder; de huurprijzen stegen vorig jaar met gemiddeld 8,3 procent.
‘Het is hier veilig’
De ervaring van fysieke veiligheid – de gevolgen van klimaatverandering daar gelaten – is groot onder de respondenten. Ze voelen zich veilig als ze alleen en met het openbaar vervoer reizen. Alleen de vrouwelijke respondenten reizen liever niet alleen in het donker.
Vijftien van de negentien studenten zegt dat Australië veiliger is dan andere landen in de wereld. Veel studenten zijn zich bewust van hun geprivilegieerde positie. „We zijn heel welvarend hier, er is weinig geweld, we hebben een stabiele overheid en een sterke democratie”, zegt Daisy Millpark (18). Dat beaamt Seth East (21). „We leven in een Goudlokje-zone, het is hier precies goed. Het is hier veilig en we hebben een sterke economie.”
Het laatste uur neemt hoogleraar Jamie Pittock de studenten mee naar buiten. „Ik wil dat jullie nadenken over de keuzes die je maakt, en in hoeverre je invloed hebt op je eigen ecologische voetafdruk”, zegt hij terwijl hij de studenten over het grasveld richting de bushalte leidt.
Het is een stralende dag, de zon brandt fel. Pittock draagt een overhemd met korte mouwen met een print van de kookaburra, de Australische vogel die bekend staat om het merkwaardige geluid dat klinkt als een menselijke schaterlach. Op zijn hoofd heeft hij een legergroene vissershoed. „Kom je met de auto, de fiets of de bus naar de universiteit?”, vraagt hij. De meeste studenten hebben een auto, omdat ze ver weg wonen. Zelfs al zouden ze liever met het openbaar vervoer komen, de bussen rijden slechts een of twee keer per uur. „Canberra is erg uitgestrekt en ingericht voor auto’s, niet voor het openbaar vervoer of de fiets”, zegt Pittock.
Studenten die op de campus wonen hebben met andere factoren te maken die hun keuzevrijheid om hun voetafdruk te verkleinen beïnvloeden. De campusgebouwen zijn niet energie-efficiënt, hebben geen zonnepanelen en de studenten kunnen vaak niet eens de temperatuur op hun kamer zelf afstellen. „Als individu kun je slechts beperkte keuzes maken om je uitstoot te verminderen. Onze belangrijkste uitdaging is daarom systeemverandering”, besluit Pittock.
De meeste studenten zijn leergierig en willen bijdragen aan oplossingen voor het klimaatprobleem. „Kennis is macht”, zegt Daisy Millpark. Toch ligt machteloosheid op de loer. „De regering doet niet genoeg om klimaatverandering te beperken. Als wij ouder zijn en meer invloed hebben, is het misschien al te laat. Het gaat om onze toekomst. Ik ken niemand van mijn leeftijd die daar niet bezorgd over is.”