ASML gaat samenwerken met Technische Universiteit Eindhoven in onderzoekscentrum

Miljoeneninvestering ASML investeert honderden miljoenen in een onderzoekscentrum op de campus van de TU Eindhoven. In het centrum komen ASML-medewerkers en onderzoekers van de universiteit te werken.

De campus van de Technische Universiteit Eindhoven.
De campus van de Technische Universiteit Eindhoven.

Foto: Bart van Overbeeke / Hollandse Hoogte

De timing is opvallend – en toont maar weer eens hoezeer ASML de oude rol van Philips overneemt in de regio Eindhoven. Nauwelijks een paar weken nadat Philips bekend had gemaakt honderden banen te schrappen bij zijn legendarische onderzoeksafdeling in Eindhoven – het oude NatLab – kondigt ASML aan flink te investeren in een onderzoekscentrum in dezelfde stad.

De chipmachinefabrikant (2022: 21 miljard euro omzet, 5,6 miljard winst) bracht maandagavond naar buiten enkele honderden miljoenen euro’s te steken in een – in eerste instantie – tien jaar durende samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven. Een deel van het geld is voor een onderzoeksprogramma, maar er komt ook een speciaal gebouw op de universiteitscampus: daar zullen afdelingen van de onderzoekstak van ASML zich vestigen.

Ook komen er onderzoekers van de universiteit te werken, waaronder jaarlijks tien nieuwe promovendi. Deze zullen deels gefinancierd worden door ASML en deels door de universiteit.

Optiek en mechatronica

„Ik heb er hooggespannen verwachtingen van”, zegt Jos Benschop, technologiedirecteur bij ASML. „We zoeken nadrukkelijk de fysieke nabijheid op met de universiteit. Dat is een nieuw soort samenwerking voor ons.”

In het gebouw ligt de nadruk op deze samenwerking, maar er komen ook ruimtes die alleen voor de universiteit zijn, en ook een afdeling alleen voor ASML. „We zijn niet helemaal naïef. We werken ook aan zaken waarbij je niet wil dat iedereen zomaar binnen kan lopen.” In het gebouw werken straks enkele honderden mensen.

De onderzoeksrichtingen waar ASML aan denkt, richten zich onder andere op optica en mechatronica: twee vakgebieden die belangrijk zijn voor de chipmachines die het bedrijf maakt. Verder is de bedoeling onderzoek te doen naar bijvoorbeeld fotonica, een technologie die zich richt op het transporteren en bewerken van licht, en kunstmatige intelligentie. Benschop denkt dat het „combineren van geavanceerde algoritmes met mechatronica en optica” belangrijk kan zijn voor de toekomst van ASML.

Contrast met Philips

De plannen van ASML, dat geldt als het meest succesvolle Nederlandse techbedrijf, verbinden de regio Eindhoven nog sterker met de fabrikant. Er zijn talloze toeleveranciers actief die cruciaal zijn voor ASML, zoals industriegigant VDL. Zij anticiperen inmiddels op een grote groei van de chipmachinefabrikant, waarbij flink wat personeel uit binnen- en buitenland naar de regio zal moeten komen.


Lees ook: Philips reserveert honderden miljoenen voor schadeclaims

Het contrast met het afbouwende Philips, waar ASML ooit uit is voortgekomen, is sterk. Heeft Benschop zelf het gevoel dat hij met zijn onderzoeksafdeling de rol van het NatLab overneemt? „Laat ik eerst zeggen: ik ben begonnen op het NatLab, en wat daar gebeurt gaat mij aan het hart.” Maar verder vindt hij de vergelijking niet opgaan. „De werkwijze van grote corporate onderzoekslaboratoria, zoals Philips en IBM bijvoorbeeld hadden, die werkt niet meer.”

Innoveren gaat volgens hem steeds sneller, en dan moet je niet zelf alle competenties willen ontwikkelen. „Als ik morgen verstand wil hebben van elektronen, koop ik een bedrijf of werk ik samen.” Of je gaat met een universiteit samenwerken.

Eerder deze maand kondigde biotechbedrijf DSM overigens een grote uitbreiding aan van een onderzoekscampus in Delft, waar de universiteit ook bij betrokken is. Dit project, dat primair een campus van DSM zelf is, kost ruim een half miljard euro en wordt voor een groot deel gefinancierd door verzekeraar ASR. Het biedt onder meer ruimte aan start-ups in de biotechsector.