Artsen willen via maatschap complexe euthanasiezorg aanbieden. ‘Er is een grote wachtrij ontstaan’

Zorg Zes artsen willen als zzp’er euthanasiezorg aanbieden in een nieuw op te richten maatschap, als alternatief naast het Expertisecentrum Euthanasie. „De vraag naar euthanasie neemt toe, maar de beschikbare zorg groeit niet mee.”

Het Expertisecentrum Euthanasie in Den Haag helpt sinds 2012 mensen met een euthanasieverzoek dat de eigen arts niet kan of wil honoreren .

Het Expertisecentrum Euthanasie in Den Haag helpt sinds 2012 mensen met een euthanasieverzoek dat de eigen arts niet kan of wil honoreren .

Foto David van Dam

Een groep zelfstandige artsen werkt aan een nieuwe aanbieder voor euthanasiezorg. Ze willen als zzp’ers in de Maatschap Euthanasie Zorg euthanasieën uitvoeren en artsen bijstaan in complexe gevallen. „De vraag om euthanasie neemt toe, maar de beschikbare zorg groeit niet mee”, zegt arts en mede-oprichter Harry van Schooten.

Mensen die euthanasie willen, melden zich in Nederland vrijwel altijd eerst bij hun huisarts. Als die vaststelt dat de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt, mag de huisarts de euthanasie uitvoeren. Maar in een deel van de gevallen stuurt de huisarts de patiënt door, bijvoorbeeld omdat de huisarts ethische bezwaren heeft. In dat geval komt de patiënt nu nog terecht bij een arts van het Expertisecentrum Euthanasie (EE), in 2012 opgericht als de Levenseindekliniek, met als doel om mensen te helpen met een euthanasieverzoek dat de eigen arts niet kan of wil honoreren. Meestal belanden daar veel ingewikkelde verzoeken van mensen die psychisch lijden, dementeren of verschillende ouderdomsklachten hebben. „We zien dat er bij de EE een grote wachtrij is ontstaan”, zegt arts Van Schooten. „En dat er meer aanbod nodig is.”

De frequentie van euthanasie neemt al jaren toe: van 6.650 gevallen in 2015 naar 8.720 in 2022. In 2022 werden 1.240 euthanasieën gedaan door een arts van het expertisecentrum. De wachtlijst voor ingewikkelde euthanasieën, bijvoorbeeld bij mensen die psychisch lijden, is er de afgelopen jaren opgelopen tot ongeveer twee jaar. Er worden ook steeds meer euthanasieverzoeken ingewilligd blijkt uit diezelfde evaluatie: in 2021 de helft meer dan vijf jaar ervoor.

Van Schooten vormt met vijf collega-artsen de Maatschap Euthanasie Zorg. „Huisartsen kunnen hun patiënten doorverwijzen naar ons voor advies of voor het uitvoeren van een euthanasietraject – net als bij de EE.” De maatschap wil daarmee de druk op de euthanasiezorg verlichten.

Werken als zzp’er

De oprichters van Maatschap Euthanasie Zorg werkten tot voor kort zelf bij de EE, maar zijn daar weggegaan omdat die organisatie alleen nog met mensen onder contract wilde werken, volgens een woordvoerder omdat de artsen zo „beter beschermd” kunnen werken. Bijvoorbeeld als zij onverhoopt in een tuchtzaak verwikkeld raken. „We hebben er naar volle tevredenheid gewerkt”, zegt Van Schooten, „maar wij willen de flexibiliteit van het werken als zzp’er niet opgeven”. Van Schooten, die in zijn vier jaar bij EE naar eigen zeggen 75 euthanasieën uitvoerde, gaat er vanuit straks wel met het expertisecentrum „op te kunnen trekken”. „Ze zijn nu nog de enige aanbieder van euthanasiezorg en hebben heel veel kennis.”

De euthanasiewet schrijft zorgvuldigheidseisen voor waar artsen aan moeten voldoen. Daar staat bijvoorbeeld in dat euthanasie vrijwillig moet zijn en dat de patiënt er goed over moet hebben nagedacht. De arts moet ervan overtuigd zijn dat de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt en er moet minstens één andere onafhankelijke arts worden geraadpleegd.

Volgens Van Schooten hebben euthanasieartsen de structuur van een maatschap onder meer nodig ter ondersteuning bij het voldoen aan de „administratieve, organisatorische en financiële aspecten van het aanbieden van euthanasiezorg”. Ook juridisch wil de organisatie ruggensteun bieden. „Euthanasie is strafbaar als het niet volgens de wet wordt uitgevoerd. Daarom moet een arts heel secuur zijn.” Iedere euthanasie wordt gemeld bij de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE), die achteraf controleert of de arts zich heeft gehouden aan de zorgvuldigheidseisen. „Je wil onderling kunnen overleggen. Trainen, bijscholen. De maatschap is een administratief vehikel.” De arts die een euthanasie uitvoert moet een BIG-registratie hebben, maar hoeft niet bij een specifieke organisatie aangesloten te zijn.

De Maatschap Euthanasie Zorg is ook bedoeld om zzp-euthanasiezorg „te institutionaliseren”, zegt hij. Op dit moment moeten huisartsen die freelance euthanasieartsen inzetten zelf het traject documenteren, en de ingehuurde zorg bij de zorgverlener declareren. Een last die vaak zwaar drukt op de vaak toch al overbezette huisartsen. De maatschap wil aangesloten artsen zelf de verslaglegging laten doen en zelf declareren, om zo de huisarts te ontlasten.

De initiatiefnemers onderzoeken de mogelijkheid een landelijk telefoonnummer op te zetten voor artsen die op zoek zijn naar collega’s om een euthanasietraject over te nemen.

De eerstvolgende stap voor de Maatschap Euthanasie Zorg is de onderhandeling met zorgverzekeraars, die de zorg zouden moeten vergoeden. Daar hebben Harry van Schooten en zijn collega’s nog geen duidelijkheid over, ze voeren nu nog verkennende gesprekken. „We hopen aan het einde van dit jaar van start te kunnen.”