Armoede in Rotterdam te lijf gaan met influencers en een digitaal loket: ‘Bestrijding is heel hard nodig’

Natasha Mohamed-Hoesein (47) runde in Rotterdam een advocatenkantoor en was fractievoorzitter van Denk. Sinds een jaar is ze wethouder Armoedebestrijding, schuldhulpverlening, taal en toeslagen. Ze volgde de eerste fulltime wethouder armoedebestrijding van de stad op, haar partijgenoot Enes Yigit. Die vertrok na een jaar onverwacht, te midden van kritiek dat hij inhoudelijk tekortschoot.

Armoedebestrijding is in Rotterdam hard nodig. Bewoners zijn relatief vaak laag opgeleid en hebben moeite met lezen en schrijven. Een op de zes leeft in armoede.

Hoe doet de gemeente dat eigenlijk, armoede bestrijden? Een recent artikel in NRC over Schiebroek-Zuid liet zien dat armoede en andere grotestadsproblemen neerslaan in zwakke buurten. De problemen komen er samen en versterken elkaar: het woningtekort, de schimmelhuizen, verwarde mannen die buurtkinderen angst aanjagen.

Wat dacht u na het lezen over het leven in Schiebroek-Zuid?

„Ik herken de problematiek in het artikel. De uitdagingen zijn complex en tonen aan dat armoedebestrijding heel hard nodig is.”

Wat doet u om kwetsbare buurten als deze uit de armoede te krijgen?

„Het Rotterdamse armoede- en schuldenbeleid is niet gericht op buurten of wijken, het is stadsbreed. We zetten bijvoorbeeld in op vroegsignalering. Als mensen één maand de huur of gasrekening niet betalen, krijgen ze een brief. Als het langer duurt, gaan we met ze in gesprek. We geven budgetteringslessen op scholen, hebben de trajecten voor schuldhulpverlening ingekort van drie naar anderhalf jaar. De periode van BKR-registratie, waarmee het voor de buitenwereld zichtbaar is dat je schulden hebt, is gehalveerd naar tweeënhalf jaar. En we zetten influencers in die op sociale media jongeren waarschuwen voor het kopen op afbetaling, voor dropshippen en crypto-beleggingen.”

Waarom vangt de gemeente kwetsbare groepen zoals verwarde mensen juist in kwetsbare buurten op?

„Bij het zoeken naar opvanglocaties doen we zorgvuldig onderzoek. We praten met de wijkmanager en kijken of er voorzieningen zijn voor de groepen die we opvangen. Maar vooral kijken we naar het wijkprofiel. Kan deze wijk de opvang dragen?”

Het profiel waar de gemeente voor Schiebroek-Zuid naar kijkt is dat van de hele wijk Schiebroek. Dat líjkt goed door het rijkere noorden. Maar de opvang vindt plaats in het kwetsbare zuiden. Is dat eerlijk?

„Het is geen kwestie van eerlijk. We kijken nu eenmaal naar de wijkprofielen, in alle wijken.”


Lees ook

Ja, de frikandel kan een goeie keuze zijn, zegt Tim ’S Jongers, die opgroeide in armoede

Ja,  de frikandel kan een goeie  keuze zijn, zegt Tim ’S Jongers, die opgroeide in armoede

Bewoners zeggen geholpen te zijn met een buurthuis, een simpele oplossing. Zo kunnen ze elkaar ontmoeten en helpen. In Schiebroek-Zuid is er geen. Hoe kan dat?

„Er is een Huis van de Wijk, twee zelfs.”

Dat zijn kantoortjes van de welzijnsorganisatie.

„Bewoners kunnen altijd vragen om een eigen of grotere ruimte. Die verzoeken moeten neergelegd worden bij de Huizen van de Wijk. Van zo’n verzoek is mij niets bekend. Mijn collega-wethouder Ronald Buijt houdt zich hier actief mee bezig.”

Bewoners in arme wijken betalen elk jaar meer huur voor hun steeds slechter wordende woningen met schimmel en asbest. Sommige woningen worden pas over tien jaar aangepakt. Wat doet de gemeente?

„We willen Rotterdammers niet in schimmelhuizen hebben, maar het bouwen en renoveren van woningen is een enorme opgave. Dus zetten we in op wat we wél kunnen doen. Zo vragen we de woningbouwverenigingen bewoners te adviseren hoe ze schimmel kunnen aanpakken.”

Een huis in de Rotterdamse wijk Schiebroek.
Foto Merlin Daleman

Gemeentelijke subsidies gaan vaak naar nieuwe, grote partijen. Voor initiatieven van mensen die zich al jaren inzetten voor de buurt is geen vaste financiering. Waarom niet?

„Rotterdam gelooft niet in vaste subsidies of vaste financiering. Subsidies zijn bedoeld om initiatieven tot wasdom te brengen en dan laat je ze los. Zo houd je ook ruimte voor nieuwe partijen. We vergeven sinds kort wel tweejarige subsidies, in plaats van alleen voor een jaar.”

Voor kleine organisaties is het telkens aanvragen van subsidies onmogelijk veel werk.

„Dat hebben we vereenvoudigd, met eenvoudiger taalgebruik en de mogelijkheid om de gemeente om hulp te vragen bij het invullen van de formulieren.”

We willen Rotterdammers niet in schimmelhuizen hebben, maar het bouwen en renoveren is een enorme opgave

Is het daardoor ook minder werk voor aanvragers?

„Nee dat niet, nee. We waarderen de kleinere initiatieven wel. Ze doen belangrijk werk en het is belangrijk dat ze zich gezien voelen. Daarom reik ik eens in de drie maanden een cheque van 250 euro uit aan een mooi initiatief dat zich inzet voor medebewoners. Een pluim, zeg maar.”

Weten mensen met financiële problemen waar ze hulp kunnen krijgen?

„Vaak niet. Nieuw Vaarwater bijvoorbeeld kan Rotterdammers met problemen helpen om snel uit de schulden te komen, vaak al binnen een paar maanden. Het project wordt gefinancierd door particuliere weldoeners, de stichting Verre Bergen van de familie Van der Vorm. Honderd gezinnen hebben zich dit jaar aangemeld, terwijl er plek is voor ruim duizend. Ik hoop dat mensen zich alsnog aanmelden.”

Het college wil armoederegelingen vereenvoudigen en de bekendheid ervan vergroten. Lukt dat?

„We werken aan één digitaal loket. Dat komt er in 2025. Daarin kun je je persoonlijke omstandigheden aanvinken en krijgt dan met één druk op de knop zicht op regelingen waarvoor je in aanmerking komt.”

Juist mensen in armoede zijn vaker laaggeletterd en niet digitaal vaardig. Gaan zij dat loket vinden?

„Welzijnsorganisaties en andere partners in de wijk wijzen hen op de Vraagwijzer. Daar kunnen medewerkers helpen met het invullen van formulieren.”

Soms stopt de gemeente succesvolle projecten, zoals het Jongeren Perspectief Fonds waar jongeren met schulden effectief hulp kregen voor een tegenprestatie. Waarom?

„We hebben nu iets anders, dat heet Jongeren en Schulden. Het is een korter traject en meer op maat. Het heeft standaard minder persoonlijke contactmomenten en is voor een specifiekere groep.”

Een bezuinigingsmaatregel?

„Nee dat is het niet. Als een jongere dat wil, kan die ook juist méér gesprekken hebben.”


Lees ook

Hier vind je al onze onderwerpen over armoede