N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Schiphol Herhaaldelijke waarschuwingen van de inspectie leidden tot onvoldoende verbeteringen van de werkomstandigheden. Bagageafhandelaren kunnen, als zij niet snel voor verbetering zorgen, een boete van maximaal 65.000 euro per maand krijgen.
De Nederlandse Arbeidsinspectie legt zes bedrijven die bagage op Schiphol afhandelen definitief een last onder dwangsom (LOD) op. Dat heeft de inspectie dinsdag bekendgemaakt. Verbeteren de afhandelaren de werkomstandigheden niet per direct, dan volgt een boete van maximaal 65.000 euro per maand. De Arbeidsinspectie waarschuwde de bagageafhandelaren afgelopen maart al dat de arbeidsomstandigheden snel beter moeten worden, maar zij zouden nog steeds te weinig doen om de fysieke belasting van het sjouwen met koffers te verlagen. Een laatste waarschuwing, afgelopen juni, leidde ook tot te weinig verbeteringen.
De inspectie is onder meer van mening dat de bagageafhandelaren te weinig tilhulpen en robots inzetten om de koffers te verwerken. Ook zouden de werknemers hun taken nog steeds te weinig afwisselen om het werk minder zwaar te maken. Afgelopen maart constateerde de inspectie dat werknemers twee keer zoveel gewicht tillen als toegestaan. Enige verbetering is nu wel zichtbaar, en Schiphol heeft meerdere robots aangekocht die werknemers binnenkort kunnen inzetten, maar de maatregelen zijn nog altijd onvoldoende.
De LOD, die verschilt per afhandelaar, gaat over de behandeling van passagiersbagage in de bagagekelders en over het laden en lossen van bagage bij de vliegtuigen. De inspectie wil dat de afhandeling van bagage binnen twee jaar volledig is geautomatiseerd. Daarnaast laat de inspectie weten in het najaar te gaan controleren of Schiphol de vereiste maatregelen heeft genomen. Zo niet, dan volgen daadwerkelijk boetes.
De Oekraïense president Volodymyr Zelenksy heeft er maanden óver gesproken en woensdag heeft hij het dan eindelijk gedeeltelijk onthuld: zijn overwinningsplan. „Als het wordt gesteund kan de oorlog volgend jaar beëindigd worden”, zei hij tijdens de presentatie in het Oekraïense parlement. Een belangrijke troef in de strategie: lidmaatschap van de NAVO.
Het plan, dat Zelensky deze donderdag ook zal toelichten op een EU-top in Brussel, omvat een aantal onderdelen. Zo wil hij de oorlog naar Russisch grondgebied brengen, herhaalt hij de wens dat de restricties die gelden op het gebruik van westerse wapens tegen doelen in Rusland opgeheven worden en vraagt hij om steun bij het versterken van de Oekraïense krijgsmacht.
Daarnaast vraagt hij om de opbouw van een niet-nucleaire afschrikkingsmacht op Oekraïens grondgebied. Hoe dat er precies uitziet, is geheim.
Zelensky biedt zijn partners in ruil aan om de grondstoffenrijkdom van Oekraïne gezamenlijk te exploiteren. En na de oorlog zou Oekraïne een aantal taken van het Amerikaanse leger in Europa kunnen overnemen.
Maar met stip bovenaan de lijst staat de lang gekoesterde wens lid te worden van de NAVO. Oekraïne diende al in september 2022 een aanvraag in voor lidmaatschap, maar tot nu toe hielden de NAVO-bondgenoten beleefd en met veel warme woorden de boot af.
Eerder onbespreekbaar
Iedereen is het er bij de NAVO over eens dat Oekraïne niet kan toetreden tijdens de oorlog. Dat is alsof je een verzekering sluit voor een brandend huis, zeggen ze op het NAVO-hoofdkwartier. Wel is het denkbaar dat Oekraïne al tijdens de oorlog wordt uitgenodigd om lid te worden, maar dat de toetreding zelf op de lange baan wordt geschoven. Een formele uitnodiging tijdens de oorlog zou in elk geval een belangrijke morele steun zijn voor Oekraïne.
De NAVO is afgelopen jaren steeds een stapje opgeschoven. Zowel in de jaren voor als in de periode kort na de grootschalige Russische inval in 2022 was lidmaatschap onbespreekbaar. Op de top in Vilnius in 2023 werd Oekraïne aan de borst gedrukt, maar waren Berlijn en Washington tegen al te verstrekkende beloften. Op de NAVO-top in Washington, afgelopen zomer, werd de formule gekozen dat Oekraïne op weg is naar lidmaatschap en dat dat proces „onomkeerbaar” is. De NAVO spreekt dan graag over een brug naar lidmaatschap: een onverwoestbare en goed verlichte brug.
Secretaris-generaal Mark Rutte van de NAVO sprak woensdag op een persconferentie behoedzaam over Zelensky’s plan. Hij zei dat het veel militaire en politieke componenten bevat die met Oekraïne besproken moeten worden „om te zien wat we kunnen doen en wat we niet kunnen doen.”
De NAVO spreekt graag over een onverwoestbare en goedverlichte brug naar lidmaatschap
Rutte onderstreepte dat de NAVO intussen nog steeds vierkant achter Oekraïne staat en veel doet om het land te steunen. Dit jaar moet die steun optellen tot 40 miljard dollar. Hij zei er ook van overtuigd te zijn dat Oekraïne ooit lid zal zijn van de NAVO, maar over hoe en wanneer wilde hij niet speculeren.
Het is, zegt een NAVO-bron, nu al voorspelbaar dat in de aanloop naar de volgende NAVO-top, komende zomer in Den Haag, gediscussieerd zal worden over een uitnodiging tot lidmaatschap. Polen en de Baltische landen zullen zich er sterk voor maken dat Oekraïne dan een formele uitnodiging krijgt. Maar er is ook verzet. Slowakije heeft zich al uitdrukkelijk tegen lidmaatschap uitgesproken.
Welk gebied?
Lidmaatschap van de NAVO is de belangrijkste veiligheidsgarantie die Oekraïne kan krijgen. Vervolgens is dan wel de vraag over welk gebied zich de NAVO-garantie uit zal strekken. Het Oekraïense grondgebied van voor de Russische annexatie van de Krim in 2014? Of geldt de garantie alleen voor het grondgebied waarover Oekraïne controle heeft? Want, hoe groot is de kans dat Oekraïne het door Rusland bezette gebied zal heroveren? Steeds meer mensen beginnen te beseffen dat dat niet realistisch is, zegt een NAVO-bron.
Zelensky zei woensdag overigens dat het afstaan van grondgebied nu beslist niet aan de orde is. Rusland heeft ongeveer 20 procent van Oekraïne onder controle.
Het doel van het overwinningsplan is, zegt Zelensky, om Oekraïne zó sterk te maken dat Rusland zich gedwongen ziet om naar de onderhandelingstafel te gaan. Probleem daarbij is dan wel dat Poetin de oorlog, naar eigen zeggen, onder andere is begonnen om te voorkomen dat Oekraïne ooit lid wordt van de NAVO.
Grietje Schipper is wat je noemt een echte sociaal-democraat. De fractievoorzitter van de PvdA in Stadskanaal kwam uit een arbeidersgezin dus, zo ging dat toen, werd ze PvdA’er. Al meer dan veertig jaar is ze lid van de partij en lang vond ze in Stadskanaal veel gelijkgestemden. De lokale afdeling floreerde, er waren hele gezinnen lid. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 en 2012 stemde een derde van de lokale kiezers op de PvdA, in 2010 een kwart. Vrijwel alle stembureaus in de gemeente kleurden toen rood.
Maar daarna begon het terug te lopen, met de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar als dieptepunt voor de sociaal-democraten. Voor het eerst deden de PvdA en GroenLinks als één lijst mee en waar die landelijk stemmen won, ging hij in Stadskanaal juist twee procentpunt achteruit. En dat niet alleen: Schipper zag de lokale afdeling krimpen. De samenwerking trok wel wat jonge mensen aan, zegt ze, maar stootte vooral mensen af. „Sommige ouderen haakten af, mensen van wie ik het niet verwacht had. Echte ‘rooie’ families, waarvan ook de kinderen raadsleden geweest waren.” Als ze vroeg waarom die mensen de partij de rug toekeerden, hoorde ze meer dan eens: we moeten niks van ‘die GroenLinksen’ hebben.
In Heemstede zag Richard Kruiswijk het omgekeerde. In zijn gemeente won de gezamenlijke lijst wel, bijna twee keer zoveel stemmen als in 2021. En hij weet precies hoe dat komt. Juist onder „goedopgeleide mensen”, mailt hij, „hebben de, ook macro-economisch goed doordachte, toekomstgerichte plannen van GroenLinks en PvdA steun”. Dat verklaart volgens hem ook waarom de fusiepartij het ook in „Bloemendaal en andere villawijken” verrassend goed deed.
Electoraat verandert
Stadskanaal en Heemstede zijn twee uitersten die samen laten zien hoe het electoraat van de linkse fusiepartij verandert, blijkt uit data-onderzoek van NRC. De achterban verstedelijkt en trekt meer kiezers uit welvarende gebieden dan de twee afzonderlijke partijen voorheen. De gemeenschappelijke lijst deed het bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 en de Europese verkiezingen van dit voorjaar namelijk beter in stedelijke gemeentes dan in plattelandsgemeentes. Bovendien verliest de combinatie kiezers in armere gebieden, terwijl hij kiezers aantrekt in welvarende delen van het land.
De gestage toenadering van de twee partijen kreeg vorige maand een nieuwe impuls toen GroenLinks en de PvdA het actieplan ‘Samen vooruit!’ presenteerden. De komende twee jaar, schrijven ze daarin, gaan de partijen onderzoeken hoe verregaande politieke samenwerking eruit moet komen te zien. Eind 2026 willen de twee partijen dan een definitief besluit nemen over een „blijvende alliantie, fusie, of nieuwe partij”.
Maar voormalig partijprominenten van de PvdA keren zich tegen zo’n fusie. „Door een fusie met GroenLinks komen de ‘hardwerkende Nederlander’ en vele praktisch opgeleide vakmensen echt niet terug bij ons, een partij gericht op arbeid, solidariteit en sociale mobiliteit”, schreven onder meer oud-partijleider Ad Melkert en oud-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet vorige week in een opiniestuk in de Volkskrant. Bij hun platform ‘Rood vooruit’ zijn onder meer oud-partijvoorzitters Felix Rottenberg, Ruud Koole en Hans Spekman aangesloten.
Grote steden en platteland
De analyse van verkiezingsuitslagen toont één grote beperking voor de samenwerking: het blijkt moeilijk om zowel in grote steden als op het platteland goed te scoren. Om, anders gezegd, zowel de progressieve, hoogopgeleide stedelingen die voorheen GroenLinks stemden, als de meer praktisch geschoolde kiezers buiten de Randstad die nog loyaal zijn aan de PvdA in één partij te verenigen. Het gestage afscheid van die laatste kiezersgroep van de sociaaldemocratie – een proces van decennia – wordt door de fusiepartij niet gekeerd, maar versneld.
De gezamenlijke lijst deed het bij de Tweede Kamerverkiezingen namelijk slechter in gemeenten waar de PvdA lange tijd nog kon rekenen op een loyale, hoewel gestaag krimpende achterban. Als de PvdA op die plekken in 2021 populair was, blijkt uit de analyse, dan won de fusiepartij er in 2023 minder stemmen, of verloor het zelfs. Vaak gaat het om gemeenten die volgens het CBS ‘weinig’, ‘matig’ of ‘niet’ verstedelijkt zijn, zoals Twenterand, Brunssum en kleine steden als Almelo. Hoe minder stedelijk een gebied was, hoe minder winst de fusiepartij wist te maken bij de Tweede Kamerverkiezingen.
Daar stond tegenover dat de lijst het juist beter deed in steden. In grote steden als Amsterdam en Utrecht verdubbelde de partij bijna, in middelgrote steden als Nijmegen en Delft was de groei zo’n 75 procent. En hoewel de fusiepartij bij de Europese verkiezingen dit jaar landelijk verloor, bleef het verlies in die grotere gemeenten beperkt.
Welvarende gemeenten
Maar behalve in progressieve steden doet de fusiepartij het op nog een plek goed: in welvarende gemeenten. Nergens was de procentuele toename van de partij vorig jaar zo groot als in Bloemendaal: de partij haalde daar 99 procent stemmen meer. En ook in andere gemeenten die een hoge zogeheten ‘SES-WOA’ score hebben van het CBS – een indicator voor welvaart – won de partij procentueel fors: plekken als Oegstgeest, Leusden, Sint-Michielsgestel en het Heemstede van GroenLinkser Kruiswijk. In Bloemendaal, Heemstede en Zandvoort, zegt de lokale partijsecretaris Kruiswijk, zijn er dit jaar negen keer meer nieuwe leden dan afmeldingen.
Daar tegenover stond een verlies in armere plekken; gemeenten met een lage ‘SES-WOA’ score, met name in de noordelijke provincies en in Oost-Nederland. Het merendeel van de gemeenten waar GroenLinks-PvdA in 2023 stemmen verloor is bovengemiddeld arm.
Neem Ceresdorp, een buurt van Stadskanaal. In 2006 stemde daar nog twee derde van de mensen PvdA. In 2012 was het nog een ruim een derde. Maar in 2023 behaalde de PVV er een absolute meerderheid en kwam de linkse alliantie amper boven de 5 procent uit. Heel noordoost-Groningen, lang een rood bastion, kleurde PVV-blauw, tot afgrijzen van de lokale PvdA-leider Grietje Schipper. „Als je de mensen in de kleine dorpen die altijd rood waren niet meer kunt bereiken, dan moet je je als partij afvragen wat je verkeerd doet”, zegt ze. Schipper heeft wel een antwoord: de gezamenlijke lijst spreekt de taal van die mensen niet meer. Ze begint over SP-leider Jimmy Dijk, zelf een Groninger. „Hij begrijpt ons wel en spreekt de mensentaal. Net als Joop den Uyl.”
Arbeidersklasse
De uitslagen tonen een fundamentele verschuiving in de achterban van de linkse beweging: het verlies van kiezers uit de arbeidersklasse. Dat is een gestage, maar fundamentele ontwikkeling. In 2010 was de PvdA voor het eerst niet meer de partij die de meeste stemmen trok van mensen die zichzelf tot de arbeidersklasse rekenden. Bij de Kamerverkiezingen van 2021, concludeerden vier politicologen op blog Stukroodvlees, „werd er onder kiezers die zich rekenden tot de arbeidersklasse net zoveel op de PvdA gestemd als gemiddeld onder de kiesgerechtigde bevolking en net wat minder op GroenLinks”.
Maar twee jaar later was die klasse ondervertegenwoordigd in het electoraat van de fusiepartij – „GroenLinks-PvdA [wordt] in sterkere mate gekozen door kiezers die zich niet identificeren als behorend tot de arbeidersklasse.” Radicaal rechts, blijkt uit hun onderzoek, wordt door die kiezers vaker gekozen dan een linkse partij.
Die politieke heroriëntatie vindt in de meeste Westerse democratieën plaats. Linkse partijen, bleek een aantal jaar geleden uit een groot vergelijkend onderzoek onder leiding van de Franse econoom Thomas Piketty, trekken met name hoogopgeleide kiezers aan en zijn hun traditionele basis in de arbeidersklasse gestaag verloren.
Zo won het Britse Labour bij de recente parlementsverkiezingen stemmen in welvarende districten, terwijl het juist stemmen verloor in arme districten. In de Verenigde Staten vertegenwoordigen de Democraten negen van de tien welvarendste kiesdistricten, terwijl de Republikeinen het merendeel van de arme districten vertegenwoordigen. De Democraten, concludeerde tijdschrift Newsweek vorig jaar, worden steeds meer de partij van ‘de rijken’, terwijl stemmers uit de arbeidersklasse de partij de rug toekeren.
‘Brahmin-linkse’ kiezers zijn meer met klimaatverandering bezig dan met armoede
Piketty noemde die hoogopgeleide linkse kiezers „Brahmin-links”, naar de Indiase kaste die haar maatschappelijke status niet zozeer ontleent aan welvaart, maar aan kennis en scholing. ‘Brahmin-linkse’ kiezers zijn volgens het onderzoek meer met klimaatverandering bezig dan met armoede, meer met mensenrechten dan met herverdeling en andere thema’s die linkse arbeiderspartijen traditioneel naar voren brachten. „De fusiepartij GroenLinks/PvdA lijkt moeite te hebben om de sociaaleconomische thema’s (armoede, zorg, wonen) aan zich te blijven binden”, concludeerde ook het Nationaal Kiezersonderzoek over de verkiezingen van 2023. Tot frustratie van Schipper. Links, zegt ze, „moet op de plekken zijn waar mensen laaggeletterd zijn, niet in de bungalowwijken.”
Lees ook
GroenLinks en PvdA op lokaal niveau verdeeld over vervolg samenwerking: ‘Een gezamenlijke lijst is niet afdwingbaar’
Het Openbaar Ministerie heeft woensdag een celstraf van acht jaar geëist tegen Syriëganger Hasna A. De 33-jarige vrouw uit Hengelo wordt ervan verdacht in 2015 te zijn afgereisd naar het Kalifaat en zich daar te hebben aangesloten bij de terroristische organisatie IS. Tijdens haar verblijf in de Syrische IS-hoofdstad Raqqa, waar ze haar vierjarige zoontje mee naartoe nam, zou ze twee jezidivrouwen als slavinnen in huis hebben gehouden. Het is de eerste keer dat in Nederland iemand terechtstaat voor een misdrijf tegen jezidi’s.
Hasna A. is de laatste van een reeks vrouwen die in Nederland wordt veroordeeld vanwege steun aan de Jihadistische strijd. In 2022 werden de vrouwen en hun kinderen opgehaald uit een Koerdisch gevangenkamp, zodat zij in Nederland konden worden berecht. De zaak van A. is anders dan de zaken van de andere vrouwen, omdat zij ook wordt verdacht van slavernij als misdaad tegen de menselijkheid. Haar proces begon afgelopen maandag in de zwaarbeveiligde gevangenis op Schiphol. Woensdag gaven de twee tot slaaf gemaakte vrouwen hun slachtofferverklaring.
Uren per dag schoonmaken
Een van de slachtoffers verklaarde dat zij door A. als „knecht” werd behandeld en elke dag huishoudelijke taken voor haar moest uitvoeren zonder daarvoor betaald te krijgen: uren per dag schoonmaken, zorgen voor het autistische zoontje van A. en koken. Ze durfde die taken niet te weigeren. Het andere slachtoffer vulde aan dat A „vrij luid” en „denigrerend” was en de twee vrouwen als eigendom beschouwde.
De officier van Justitie zei woensdag over de situatie van de twee tot slaaf gemaakte vrouwen dat het „amper voor te stellen” is om „uren per dag voor het kind van een ander te moeten zorgen, terwijl je zelf van je kinderen gescheiden bent”.
Zelf kwam A. maandag al aan het woord. Ze zei toen dat ze het erg moeilijk had in het Kalifaat en getrouwd was met een IS-strijder die haar mishandelde en verwaarloosde. In de rechtszaal schetste ze het beeld dat ze zelf als slaaf gevangen zat in haar huwelijk, en samen met de jezidivrouwen moest koken voor de mannen in het Kalifaat. Over de twee vrouwen in haar huis had ze tegenstrijdige verhalen.
Lees ook
Syriëganger Hasna A. was een slaaf, zegt ze, net als de jezidi-vrouwen