Apple hoeft Huawei’s telefoon in China nog niet te vrezen

Analyse

technologie China dreigt met een verbod op de iPhone en blijkt toch geavanceerde chips te kunnen produceren, voor een comeback van Huawei

Apple haalt 20 procent van zijn omzet uit China en verkoopt er jaarlijks ongeveer 45 miljoen toestellen.
Apple haalt 20 procent van zijn omzet uit China en verkoopt er jaarlijks ongeveer 45 miljoen toestellen. Foto Aly Song/Reuters

Het is het lot van steenrijke bedrijven: met een beurswaarde van drieduizend miljard dollar (Apples recordstand van juli) leidt elke procent koersverlies meteen tot verontrustend grote papieren verliezen. Afgelopen week berichtte de Wall Street Journal dat een deel van de Chinese ambtenaren niet langer iPhones voor of op het werk mogen gebruiken. De koers van Apple daalde met 6 procent en er ging 200 miljard dollar aan beurswaarde in rook op. De daadwerkelijke schade is niet goed te overzien.

De iPhone behoort, ondanks zijn hoge aanschafprijs, tot de best verkopende toestellen van China en daar verandert zo’n ban vermoedelijk weinig aan. Apple haalt 20 procent van zijn omzet uit China en verkoopt er jaarlijks ongeveer 45 miljoen toestellen. De maatregel is een reactie op soortgelijke restricties in de VS: het gebruik van Chinese apps zoals TikTok wordt daar gezien als een bedreiging van de nationale veiligheid. De angst bestaat dat de Chinese overheid toegang tot gevoelige data eist. Het Chinese telecombedrijf Huawei ligt om die reden al geruime tijd onder vuur: dat bedrijf valt onder strenge Amerikaanse exportbeperkingen. In 2019 verkocht Huawei nog meer smartphones dan Apple, maar dat marktaandeel is gedecimeerd sinds de techoorlog tussen de twee grootmachten losbarstte.

De VS en China proberen hun onderlinge afhankelijkheden te verminderen. China ontwikkelt een eigen chipindustrie om niet langer alle dure chips te hoeven importeren, de VS doen er alles aan om dat te voorkomen. Zo mogen er geen complexe chips of chipmachines meer naar China.

De Chinese tegenmaatregelen waren tot nu toe beperkt. In 2021 verbood de Chinese overheid sommige overheidsmedewerkers in Tesla’s te rijden, uit angst dat de auto’s locaties doorseinen. In mei 2023 verbood China het gebruik van geheugenchips van de Amerikaanse fabrikant Micron in ‘kritieke infrastructuur’. Daarnaast legde China de export aan banden van twee materialen, gallium en germanium, die voor chips gebruikt worden. Dat gebeurde in juli, enkele dagen nadat Nederland had aangekondigd de export van sommige chipmachines van ASML te zullen beperken.

Apple leek de dans tot nu toe te ontspringen. China is behalve een belangrijke afzetmarkt ook de grootste producent van de Apple-telefoon. Apple laat de meeste iPhones vervaardigen in de Chinese assemblagehallen van elektronicareus Foxconn. De laatste jaren heeft Foxconn in opdracht van Apple de productie in India uitgebreid om minder afhankelijk te zijn van China.

De iPhone 15, die Apple naar verwachting volgende week aankondigt, wordt daar ook gefabriceerd. Ook Chinese telefoonfabrikanten als Oppo en Xiaomi laten inmiddels toestellen in India maken, om hun risico’s te spreiden. Sinds de coronacrisis weet iedereen hoe kwetsbaar de Chinese aanvoerlijnen zijn.

Huawei-chip

China’s economie herstelt maar moeizaam na de pandemie en dat is ook terug te zien in de dalende smartphoneverkopen. Toch besloot Huawei eind augustus een nieuw ‘toptoestel’ op de markt te brengen dat, ondanks alle beperkende maatregelen van de VS, gebruik lijkt te maken van chiptechnologie waarover Huawei in theorie niet zou kunnen beschikken.

Hoe dunner de lijntjes, des te krachtiger de chip. De Amerikanen willen China beperken tot chips met lijntjes van 14 nanometer (een nanometer is een miljoenste millimeter). De processor in de Huawei-telefoon, gemaakt door de Chinese fabrikant SMIC, bleek te beschikken over 7 nanometer-techniek. Dat kwam aan het licht toen persbureau Bloomberg zo’n telefoon liet onderzoeken door chipspecialisten. Zij concludeerden dat SMIC, ondanks alle exportbeperkingen, toch in staat was om geavanceerde chips te maken. Het is wel de vraag of dat ook economisch haalbaar is, omdat het zo’n bewerkelijke methode is dat een groot aantal van de chips tijdens de productie verloren gaat. Dat maakt massaproductie van de Huawei Mate Pro 60, zoals het toestel heet, extra duur. Huawei wil de telefoon alleen in China uitbrengen.

Dat SMIC de techniek beheerst zou geen verrassing hoeven zijn. Sinds september gelden restricties voor nieuwe ASML-machines die aan China verkocht worden, maar er staat nog een arsenaal aan machines die toch geavanceerde chips kunnen produceren. SMIC past een bestaande productiewijze toe die vroeger ook Samsung en TSMC gebruikten, totdat die bedrijven overstapten op ASML’s nieuwste generatie extreem ultravioletsystemen.

Die EUV-apparaten mogen niet naar China. SMIC blijft dus steken op 7 nanometer en Apples iPhone 15, die naar verwachting volgende week wordt aangekondigd, draait op een chip die gemaakt is met veel nieuwere 3 nanometer-technologie van TSMC. Voorlopig heeft Apple dus weinig te vrezen van Huawei-telefoons.

De nieuwe Huawei-smartphone bleek – tegen de bestaande sanctiemaatregelen in – toch geheugenchips van het Zuid-Koreaanse merk SK Hynix te bevatten. Dat bedrijf laat onderzoeken hoe dat kan. Een van de mogelijkheden is dat Huawei de chips gehamsterd had of ongezien via een tussenpartij heeft verkregen.