Andri deserteerde uit het Oekraïense leger, maar keerde al snel terug. ‘Zonder de adrenaline werd ik gek’

Eén zei dat hij zijn auto ging laten repareren en kwam niet meer terug. Een ander was te moe om door te gaan en besloot dan maar uit te rusten in de gevangenis. En Andri (29) zat op een positie in Koersk, werd van alle kanten beschoten en kreeg al twee maanden geen soldij. „Al mijn kameraden kwamen om. Bij dat team wisten ze niet hoe je moest vechten of bevelen moest geven. Ik wilde niet meer met hen vechten”, zegt hij. Andri gooide eind november zijn spullen in een koffer, laadde die in de achterbak en vertrok.

Terwijl Trumps regering Oekraïne met harde hand naar de onderhandelingstafel beweegt, is er geen land dat liever vrede wil dan Oekraïne. Maar Rusland blijft aanvallen, dus zitten er militairen aan het front om te verdedigen. Dat de oorlog nu het vierde jaar ingaat, maakt dat militairen weglopen.

Lang niet alle mannen vertrekken omdat ze niet willen vechten. Redenen om er vandoor te gaan zijn talloos, persoonlijk en vaak volkomen begrijpelijk – ook voor Oekraïners. „Ik heb nog nooit twee keer hetzelfde verhaal gehoord”, zegt een commandant met de bijnaam ‘Champion’. Groene camouflage-uniformen creëren een eenheid, maar onder iedere helm zit een persoon van wie het uiterste wordt gevraagd. En iedereen heeft een eigen breekpunt.

Andri (29) vond het leven in zijn dorp te rustig en besloot weer terug te keren naar het leger.
Kyrylo (34) knapte af op de corruptie in zijn vorige eenheid en besloot naar huis te gaan.
Vasyl (26) is de enige in de groep die ook maanden in de gevangenis zat wegens zijn desertie.

Foto’s Kostyantyn Chernichkin

Straatpatrouilles

Het ‘ongeoorloofd verlaten van militaire eenheid’, zo wordt het in de volksmond genoemd in Oekraïne. Afgekort als SZTsj (Suh-zuh-tsjuh). Het ligt op de lippen bij alle Oekraïense militairen. Als grapje, een alternatief voor verlof dat zelden wordt toegekend („Laat me weten wanneer de bruiloft is, dan ga ik Suh-zuh-tsjuh”), als uitweg of als antwoord op de vraag waar een collega is gebleven.

Op gewone desertie staat maximaal twaalf jaar celstraf in Oekraïne. Een deserteur wordt gezien als iemand die de weloverwogen beslissing neemt te vertrekken en nooit meer terug te komen. SZTsj wordt echter als een lichtere vorm van desertie beschouwd. In deze gevallen worden ook persoonlijke overwegingen zoals extreme stress of een noodgeval in de familie, meegenomen. De maximumstraf is tien jaar.

Wie langer dan drie dagen zonder toestemming afwezig blijft, wordt geregistreerd. Word je bij een van de vele controlepunten of straatpatrouilles gesnapt, dan word je gearresteerd. Maar eind vorig jaar werd de wet veranderd: wie zich voor 1 maart vrijwillig meldt, wordt niet gearresteerd. Wie al voor desertie in de cel zit, kan vrijgelaten worden om weer te gaan dienen.

Redenen om terug te keren zijn eveneens talloos: plichtsbesef, verveling, angst om gepakt te worden.

Het ongeoorloofd verlaten van militaire eenheid, zo wordt desertie in de volksmond genoemd in Oekraïne.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Terug naar het front

Andri keerde na drie dagen terug, hij stond nog niet eens in het systeem. Bij zijn vrouw en kind in de rustige regio Rivne werd hij gek na bijna drie jaar vechten. „Ik ben aan de adrenaline gewend. In het dorp was een heel ander leven.”

Terug naar zijn eigen brigade wilde hij niet. Andri wordt nu getraind bij het 108ste bataljon van de 59ste gemotoriseerde brigade bijgenaamd ‘De wolven van Da Vinci’ – een fameuze eenheid die onder het bevel stond van Dmytro ‘Da Vinci’ Kotsjoebajlov, de jongste bataljonscommandant in de geschiedenis van het Oekraïense leger.

Kotsjoebajlov stierf in 2023 op zijn 27ste door een granaatscherf aan het front bij Bachmoet. Het bataljon kenmerkt zich door losse hiërarchie. Commandanten nemen zelf deel aan gevechten of aan het evacueren van gewonden.

Met tandenborstels en lompen poetsen de ex-deserteurs hun wapens boven een tafel in een bos in het westen van Oekraïne. Het ruikt er naar benzine. Metaal klettert op metaal. Zo nu en dan klinkt een stevige explosie vanaf het oefenterrein.

Kyrylo is slank en draagt een modieus zwart mutsje. Zodra de oefening met een Browning M2 begint, stapt hij direct naar voren. In enkele minuten monteert hij zijn wapen en positioneert het geconcentreerd richting de gegeven coördinaten. De instructeur observeert. „Rustig aan”, zegt hij. „Er zijn hier geen onvoldoendes. Maar weet dat je over twee dagen naar een écht gevecht wordt gestuurd.”

Kyrylo diende sinds 2013 bij de Luchtmacht van de Nationale Garde. Hij zat bij de luchtverdediging, schoot ten noorden van Charkiv vanuit een helikopter op Russen. „Zonder parachute, soms wel tien vluchten per dag. Het voelde telkens als een enkeltje. Je vliegt richting god of richting je familie”, zegt hij – naar de dood of het ziekenhuis.

Toen kreeg hij de kans om officier te worden. Een malafide commandant probeerde er een slaatje uit te slaan. „Ik kreeg aangeboden om tot officier bevorderd te worden. Maar in het kantoor bleek dat ik drieduizend dollar zou moeten betalen”, zegt hij. „Later zakte de prijs naar 1.500 dollar.”

Hij zat er doorheen, wilde vrij of overgeplaatst naar een andere eenheid – dat mocht niet omdat er niet genoeg schutters waren. „Je hebt ervaring, we hebben je nodig”, werd hem gezegd. Pissig vertrok Kyrylo. Met geheven hoofd: „Ik zei: dit zijn de problemen, ik ga naar huis. Ik leverde mijn wapen en scherfvest in, ik deserteerde niet.” Welke brigade het was, wil hij niet zeggen. „Die gast zit nu te brommen, hoop ik.”

Oekraïne heeft veel moeite om de tekorten aan infanterie op te vullen die zijn ontstaan door de aanhoudende verliezen. Nog zwaarder mobiliseren op straat zou onrust veroorzaken in de samenleving – er worden nu al ongeveer 30.000 mannen per maand voor dienst opgeroepen.

Drie jaar gingen voorbij sinds de grootscheepse invasie van Oekraïne, die zeker 45.000 Oekraïense militairen en duizenden burgers het leven kostte. 380.000 militairen raakten gewond. Nog eens tienduizenden militairen zijn vermist – hun lichamen zijn achtergebleven, of ze zijn gevangengenomen of misschien ongeoorloofd met verlof en ondergedoken.

Naast een wapenwedloop, een ‘strijd om de logistiek’, een duel in tactische innovatie en een informatie-oorlog, is de Russische oorlog tegen Oekraïne een oorlog van demografie. En terwijl Oekraïne zich meermaals meester toonde in de eerste vier categorieën, is de laatste er één waar Kyiv van meet af aan op achterstand staat.

De bevolking van Rusland was zo’n 3,5 keer groter dan de Oekraïense, voorafgaand aan de invasie. En waar het Kremlin via een deal Noord-Koreanen wist te regelen om de manschappen te versterken, schoot geen enkele bondgenoot van Kyiv te hulp met boots on the ground. Dus moeten de Oekraïense schoenen de oorlog blijven dragen.

Lunchpauze bij ‘De wolven van Da Vinci’, de bijnaam van de 59ste gemotoriseerde brigade.
‘Glorie aan Oekraïne, Glorie aan de helden’, luidt de tekst op de band waaraan het geweer hangt van deze ex-deserteur.

Foto Kostyantyn Chernichkin

‘Eindeloze dienst’

Het uiterste wordt gevraagd van de Oekraïense mannen: ze vechten zonder maximale diensttermijn, veelal zonder verlof. Ondanks stevige discussies over dit onderwerp is er nog steeds geen oplossing gevonden die acute defensieproblemen voorkomt.

In protest tegen de ‘eindeloze dienst’ deserteerde Serhi Hnezdilov (24) afgelopen herfst. Hij meldde zich in 2019 aan bij de Oekraïense strijdkrachten en vocht in Donetsk onder meer in de bloedige slag om Bachmoet.

Nu zit hij in een glazen kooi in een rechtbank in de Centraal-Oekraïense stad Dnipro. Op de bezoekersbanken zitten vrouwen van militairen met bordjes als ‘Gerechtigheid voor de helden!’ en ‘Wanneer worden de militairen gehoord?’.

In de rechtbank hoopt Hnedzilov dat de rechter hem toestaat gebruik te maken van de regeling die hem vrijstelt van vervolging in ruil voor herintreding. Hij heeft zijn punt gemaakt, gelooft hij, hij wil terug in dienst. Er was twaalf jaar tegen hem geëist.

Serhi Hnezdilov (24) stond recent terecht wegens desertie. In ruil voor herintreding in het leger kreeg hij geen straf.
Foto Kostyantyn Chernichkin

Een rechter in zwarte toga met helroodgelakte nagels buigt zich over de feiten. Ontspannen, zelfs ietwat verveeld, volgt Hnezdilov het procedé. Hij krijgt gelijk, hij mag opnieuw naar het front. „Laten we volwassen zijn en over de problemen praten”, verklaart Hnezdilov tegenover de aanwezige pers. „Dan kunnen we bewegen richting een oplossing.” Het probleem, zoals hij dat ziet, is dat er voor niemand uitzicht is op demobilisatie, omdat er niet genoeg nieuwe rekruten zijn om de huidige mannen aan het front af te lossen.

Afgelopen jaar werd de dienstplichtleeftijd verlaagd van 27 naar 25 jaar. De maximumleeftijd is 60. De Amerikaanse regering dringt bij Oekraïne aan op een verdere verlaging. Maar het sturen van nog jongere mannen naar het front ligt uiterst gevoelig.

Tot een gedwongen mobilisatie van de jongens vanaf 18 jaar wilden de Oekraïense politici nog niet overgaan. Wel zijn er begin deze maand ‘speciale contracten’ bedacht voor mannen tot 24 jaar om ze naar dienst te lokken.

Ze joegen me op. Ze stelden onmogelijke doelen

Vasyl
deserteur

Vasyl (26) heeft een blonde baard en het symbool van de zwarte zon op zijn arm. Hij dicht het een religieuze betekenis toe – de zon als dat wat alles leven geeft, de natuur als god. Dat het tevens een nazi-symbool is lijkt hem te verrassen. Het was gewoon een cadeau van een vriend die gewond raakte aan het front.

Vasyl deserteerde en zat als enige van de trainingsgroep in het bos in West-Oekraïne ook maanden in de gevangenis. „Ze joegen me op. Ze stelden onmogelijke doelen. Hun houding was niet al te best, zowel tegen de militairen als andere mensen. Ik kreeg regelmatig niet betaald”, zegt hij. De legertop betaalt aan brigades, die hun eigen financiële afdeling laten uitbetalen, waardoor het bij sommige brigades in de soep loopt. Hij zag corruptie: „Dan had een vrijwilliger vijftig kogelvrije vesten geleverd. En dan geeft het ministerie van Defensie geld voor kogelvrije vesten, en dat gaat ergens een zak in.”

De mannen hebben allemaal de hoop en verwachting dat ze bij Da Vinci beter behandeld worden. Het bataljon heeft de naam goed voor zijn manschappen te zorgen, al worden ze ook ingezet op de heetste frontlinies. „De commandanten hier gedragen zich al een van ons. [Da Vinci’s opvolger] Filimonov vecht mee. Champion staat ons bij”, zegt Kyrylo.

Tijdens de training komt commandant Champion langs, een imposante man met grijze baard en de Oekraïense drietand in zijn nek getatoeëerd. Hij spreekt de jongens streng toe. „Overmorgen gaan jullie naar het front”, zegt hij. Geweerschoten klinken door het bos. „Weet dit: het is niet eng om te sterven. Het is niet eng om gewond te raken. Het is wel eng als je iets verkeerd doet en als gevolg daarvan mensen om je heen ziet sterven.”

Ex-deserteurs worden daags voordat ze naar het front worden gestuurd nog getraind in de bossen.
Foto Kostyantyn Chernichkin