De bruin-rode beestjes bedreigen niet alleen de waterkwaliteit en biodiversiteit, maar ook de dijken. De Amerikaanse rivierkreeft is voor Nederlandse hoogheemraadschappen daarmee een kostenpost van miljoenen. Deze organisaties, die de verantwoordelijkheid dragen voor de waterhuishouding in een regio, moeten preventieve maatregelen treffen en deze „invasieve exoten” afvangen. En dat kost geld.
Het hoogheemraadschap Delfland, dat een explosieve toename van de rivierkreeften ziet, besloot daarom op 18 februari 2025 een brandbrief te sturen naar staatssecretaris Jean Rummenie (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, BBB). Het waterschap vindt dat Rummenie te weinig onderneemt tegen de exoot, terwijl die verplichting wel bestaat vanuit de Europese Exotenverordening.
„Het ministerie vindt niet dat ze rivierkreeften buiten natuurgebieden hoeft te bestrijden. Dat is heel cru”
In een reactie gaf het ministerie aan dat het niet verplicht is „structureel in grote delen van Nederland” rivierkreeften te vangen. De staatssecretaris wil dat alleen doen binnen natuurgebieden. De kosten nemen aanzienlijk toe als de beestjes ook elders moeten worden gevangen, nu de exoot zich heeft verspreid over het hele land.
Hoogheemraad Stijn van Boxmeer vond die reactie van Rummenie teleurstellend. Op 2 juni 2025 verstuurde Delfland daarom een tweede brief, waarin het waterschap erop wijst dat het Rijk verplicht is Amerikaanse rivierkreeften ook buiten beschermde natuurgebieden te vangen. Deze kosten zouden wederom „door het Rijk en niet door de inwoners van het gebied van Delfland of andere waterschappen” betaald moeten worden. Van Boxmeer hoopt dat deze brief wel tot actie leidt.
Hoe groot is de overlast?
„Eén rivierkreeft kan, dat is een conservatieve schatting, zo’n vierhonderd eitjes leggen. Vierhonderd. In Amerika heeft de kreeft aardig wat natuurlijke vijanden, dus die eitjes worden deels opgegeten. Maar in Nederland bestaan die vijanden nog niet, waardoor de exoot zich razendsnel verspreidt. De kreeft vreet eitjes, vissen en kikkers. Vervolgens creëert het beestje troebel water om zichzelf te beschermen en knipt daartoe veel waterplanten af. Het zonlicht bereikt de bodem niet, waardoor waterplanten ook afsterven. Zo verslechtert de biodiversiteit én waterkwaliteit.
„Delfland bestaat daarnaast voor een groot deel uit polders die worden beschermd door dijken. De rivierkreeften graven tunnels in de oevers, waardoor die verzwakken. Nou hoeven we ons niet gelijk zorgen te maken dat heel grote dijken gaan breken. Maar hoe kleiner de dijk, hoe groter het effect van heel veel holletjes.”
De rivierkreeft veroorzaakt schade in de omgeving van De Lier.
Foto Olivier Middendorp
Dit is de tweede brief die Delfland stuurt.
„De eerste was meer het doorgeven van ons standpunt. De tweede brief is een verzoek om handhaving. Het ministerie moet binnen acht weken reageren. Kijk, wij vinden dat op basis van de Exotenverordening het ministerie verantwoordelijkheid moet nemen en haast moet maken met exoten afvangen, ook buiten de natuurgebieden. De reactie van de staatssecretaris op de eerste brief wekte niet de indruk dat actie ondernomen gaat worden. Er wordt aangegeven dat niet van het ministerie geëist kan worden dat het rivierkreeften in andere wateren gaat bestrijden. Dat is natuurlijk een heel crue opmerking.”
Waarom?
„De Exotenverordening geldt al sinds 2015. Het Rijk en daarmee het ministerie heeft al lang de taak om de Amerikaanse rivierkreeft te bestrijden. Drie jaar geleden zijn we zelfs met allerlei partijen, ook het Rijk, tot een plan van aanpak gekomen. Toen spraken we al over het afvangen van deze exoten, over hoeveel en in welke rivieren. Er is in de tussentijd eigenlijk niets gedaan. Dat je dan twee jaar later zegt: ja eh, het is niet meer aan ons. Dat is merkwaardig en dat betwisten wij.”
Wat als het ministerie niet verandert van standpunt?
„De verhoudingen zijn niet zó slecht. We hebben absoluut het vertrouwen dat de dialoog weer kan worden opgestart. Daarentegen willen we wel dat de kosten die wij nu als hoogheemraadschap maken – bijvoorbeeld door flauwe, „natuurvriendelijke” oevers aan te leggen en beroepsvissers in te zetten – worden verhaald op het Rijk. Want nu worden de kosten doorberekend aan de burgers via de waterschapsbelasting. Dat is 13 miljoen voor het eerste jaar, 7,3 miljoen voor komend jaar. We zullen erop blijven aandringen.”
Lees ook
Rivierkreeften vreten en graven maar door: koeien zakken door de grond en moeten uit het water getakeld worden
Het poepen van de koeien klinkt ploppend, hun plas klaterend en de robot die het allemaal in de mestkelder veegt, zoemt zachtjes in de stal van Maurice en Ankie van Erp, vlak aan de Maas in Maren-Kessel, Noord-Brabant. Die plas en poep samen bevatten ammoniak, een stikstofverbinding die schadelijk kan zijn voor het milieu. „Een koe krijg je niet zindelijk, die doet gewoon. En wij proberen er alles aan te doen om die uitstoot van stikstof te verminderen, terwijl we alsnog een boterham met ons bedrijf kunnen verdienen”, zegt boer Maurice van Erp in zijn stal.
Een groep melkveehouders probeert al 25 jaar de wettelijke (milieu)normen van de overheid voor te zijn. Ze overleggen met de overheid welke regels er zullen komen zodat ze daar alvast naartoe kunnen werken. Komt er beleid aan om minder mest uit te rijden op het land? Dan gaan zij vast zoeken naar alternatieven. Moet er aan biodiversiteit, zoals weidevogelbeheer, worden gedaan? Ze gaan aan de slag op hun akkers. En wil de overheid dat er minder stikstof wordt uitgestoten om de natuur te beschermen? Dan gaan ze speuren naar manieren om dat te laten slagen.
De boeren doen mee aan een project met de stripboekwaardige naam ‘Koeien en Kansen’, dat wordt geleid door de Wageningen University & Research (WUR) en betaald door het ministerie van Landbouw en de melkveesector zelf. Het kost elk jaar ongeveer acht ton, bijna de helft van het geld komt van het ministerie, dat wil weten of beoogde maatregelen wel werken in de praktijk. „We zijn positief ingesteld, klagen niet en zoeken naar oplossingen die op een normaal functionerende boerderij kunnen werken”, vertelt onderzoeker Michel de Haan van de universiteit, die het project al vijftien jaar leidt.
Elk jaar spreken de boeren en de universiteit doelen af. Dit jaar zijn dat: broeikasgassen verminderen, de waterkwaliteit rond het bedrijf verbeteren en de ammoniakuitstoot naar beneden schroeven, zodat de natuur met minder stikstof wordt belast. De boeren die meedoen krijgen een adviseur die meekijkt welke maatregelen kunnen werken op hun bedrijf, en ze doen heel gedetailleerde metingen. Op dit moment doen zestien bedrijven mee, een aantal dat sinds het begin 25 jaar geleden soms ietsje schommelt door wisselingen.
We zijn positief ingesteld, klagen niet en zoeken naar oplossingen die op een normaal functionerende boerderij kunnen werken
De ultieme optimisten, zou je deze boeren kunnen noemen. Maar ook zij voelen een diepe onzekerheid over hun toekomst. Er moet minder stikstof neerkomen op de natuur in Nederland – verschillende rechterlijke uitspraken laten daarover geen misverstand bestaan. Maar hoe? Dat is al jaren de vraag. Dat het deze week gevallen kabinet nauwelijks concrete beslissingen nam, maakte dat alleen maar erger. Nu het kabinet is gevallen, is de onduidelijkheid helemaal groot. Boerenorganisaties reageerden dinsdag onthutst en woedend op de kabinetsval, die onvermijdelijk nieuwe vertraging en mogelijk stilstand oplevert.
Maurice van Erp: „Dat er überhaupt duidelijkheid komt is voor mij veel belangrijker dan de maatregelen zelf. Wij willen aan de slag, ergens naartoe kunnen werken. Nu staan we stil.”
1,5 miljoen kilogram melk
De vijftigjarige Maurice van Erp is opgegroeid op deze boerderij. In 1977 verhuisden zijn ouders vanuit Geffen – een paar kilometer verderop – naar de polder, waar toen een aantal nieuwe boerderijen zijn neergezet. „Jouw ouders emigreerden naar zes kilometer verderop”, zegt de even oude Ankie lachend. Zo voelde het: het kleine gemengde bedrijf werd verruild voor het houden van melkvee op veel grotere schaal. Weinig mensen begrepen het destijds: wat moet je daar in de polder? Maar vooral zijn vader hield van vernieuwen en deed het toch.
155 melkkoeien zijn er nu, die 1,5 miljoen kilogram melk per jaar leveren, en 70 stuks jongvee. Eén van de drie stallen is 50 jaar oud. Van Erp wijst naar de vloer: „Die roosters waar de mest doorheen gaat zijn nog de eerste. Ze zijn versleten en aan vervanging toe. Zeven jaar geleden wilden we dat al doen. Maar toen zei de provincie Brabant dat de stallen emissiearm moesten worden. Maar we zijn bang dat de regels straks weer veranderen, dus wij durven het niet aan om die vloer te vervangen.” Die vloer alleen al kan volgens de boer 50.000 euro kosten. Wil hij urine en mest helemaal scheiden (dan krijg je minder ammoniak), dan moet er een extra stal bij voor de opslag en kunnen de kosten oplopen tot 2,5 ton. „Dat verdien je niet zomaar terug, want de koe produceert er geen liter melk meer door”, zegt hij.
Deze koe krijgt een massage. Maurice en Ankie van Erp doen mee aan Koeien en Kansen, waarmee boeren tijdig willen inspelen op veranderde maatregelen.
Foto’s John van Hamond
Duidelijk is: volgens de vergunning stoten de koeien van Van Erp 13 kilo ammoniak per dier uit, de standaardwaarde. Dat moet naar 6 van de provincie. Via Koeien en Kansen zoekt Van Erp nu naar andere maatregelen om dat verschil te overbruggen. Hij loopt met Ankie door de stallen, terwijl ze vertellen wat ze allemaal wél kunnen doen. Minder jongvee houden, bijvoorbeeld. Die dieren stoten ook ammoniak uit, maar ze geven de eerste twee jaar nog geen melk. ‘Oude’ koeien vragen soms wat meer verzorging, maar ze zijn erachter gekomen dat ze nog best genoeg melk geven als ze zeven à acht jaar worden voordat ze van het bedrijf weggaan.
Met een model van Koeien en Kansen konden Maurice en Ankie voor hun bedrijf berekenen hoeveel fosfaat en stikstof ze via de mest produceerden. Toen kwamen ze erachter dat de stikstof- en fosfaatuitstoot van hun boerderij veel lager was dan gemiddeld.
De proef is gestopt […] Superjammer, want hier zag je wat goed kan werken in de praktijk
Daardoor mochten ze als onderdeel van het project meer mest gaan uitrijden op het land. Zoveel dat ze de Europese normen en de Nederlandse uitzonderingen daarop overschreden. Want: teveel stikstofuitstoot. Maar ze gebruikten tegelijkertijd veel minder kunstmest en de berekeningen van de Wageningse universiteit bewezen dat ze als bedrijf uiteindelijk een stuk minder stikstof uitstootten. Maurice van Erp: „Werkte dus prima, maar de proef is gestopt omdat het ministerie bang is dat de rechter ze uiteindelijk toch terugfluit vanwege de Europese regels. Superjammer, want hier zag je wat goed kan werken in de praktijk.”
Stikstof ‘vangen’
In zijn Wageningse kantoor laat projectleider Michel de Haan een dia zien over maïs. Als dat wordt geoogst, blijft er stikstof achter op de onbebouwde ‘zwarte grond’. Bij regen spoelt dat mogelijk weg naar het grondwater. Dat is slecht voor het milieu. Maar tijdens een Koeien en Kansen-proef ontdekten boeren dat je de stikstof kunt ‘vangen’ door na de maïsoogst gras op het land te zetten in plaats van niets. Daardoor blijft de stikstof in het gras ‘hangen’ en wordt het volgende gewas geholpen met groeien – dat is het voordeel van stikstof. Boeren hoeven dan minder kunstmest te gebruiken. Michel de Haan: „Dat is echt een ontdekking waarbij de boer en het milieu allebei winnen.”
Maar ook De Haan ziet dat het lastig kan zijn om tot echt grote veranderingen te komen. Aan de ene kant is het ministerie volgens hem heel nieuwsgierig naar de uitwerking van beleid in de praktijk. Aan de andere kant is het budget van Koeien en Kansen – dat het huidige kabinet ook nog wat heeft verlaagd – te klein om écht te kunnen aantonen wat goed werkt. Zo wil het kabinet boeren meer eigen verantwoordelijkheid geven. Ze moeten (deels) zelf bedenken hoe ze wettelijke doelen voor stikstof, broeikasgassen en waterkwaliteit halen. In ruil voor goede resultaten – op welke manier dan ook – zouden ze beloond kunnen worden.
De Haan: „Dit is eigenlijk precies wat wij doen met dit project. We werken met onze boeren aan die doelen. Maar wij kunnen ze geen beloning geven, waardoor we worden geremd. De boeren die meedoen gaan geen maatregelen doorvoeren die veel geld kosten, als ze niet weten of het zich terugbetaalt op de lange termijn. Daardoor blijft de kennis over hoe maatregelen werken vaak theoretisch, terwijl testen in de praktijk wel kán.”
In het kantoor met uitzicht op de stal schuiven Maurice en Ankie van Erp aan met mokken koffie (‘proud to be a farmer’ staat erop). Ze zijn nog met allerlei maatregelen bezig. De belangrijkste is waarschijnlijk dat ze de dieren minder eiwitrijk voer geven. Dat zorgt voor minder stikstof in de mest. Maar hoeveel minder? Meetapparatuur kost een vermogen – dat geld is er niet, ook voor Koeien en Kansen is dat te duur.
Ze hebben drie dochters en de laatste tijd denken ze steeds vaker aan de toekomst. Hun jongste van zestien jaar wil misschien de boerderij wel overnemen, maar voor dat besluit is het nog te vroeg. Dus komen de vragen: investeren? De boel verkopen? Waar halen ze hun pensioen vandaan? Ankie: „Jij bent nog niet klaar met boeren, dat is wel zeker. Jij blijft alles proberen om een goed bedrijf neer te zetten dat voldoet aan alle regels.” Maurice: „Een boer is heel creatief, hè. Die weet zelf wel waar hij mee bezig is. Maar hij moet wel weten waar hij naartoe moet.”
Lees ook
De kippenboer doet zijn werk legaal maar moet als piekbelaster voor de rechter komen: ‘Ik heb heel slecht geslapen’
Het project ‘Koeien en Kansen’ wordt geleid door de Wageningen University & Research (WUR) en betaald door het ministerie van Landbouw en de melkveesector. Foto John van Hamond
Boerenverstand terug in dit land’, staat op een groot spandoek dat voor de rotonde bij het Drentse dorp Nijeveen hangt. Wie het dorp binnenkomt, kan het niet missen. In Nijeveen gingen in dorpshuis de Schalle bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2023 de meeste stemmen naar PVV (322), BBB (263), VVD (186) en NSC (178). Precies de partijen die samen een kabinet vormden, totdat de PVV daar dinsdagochtend uitstapte.
De woningcrisis, armoede, zekerheid voor de boeren – voor de viskraam in het dorp somt Ben Kruithof (69) dinsdagmiddag de thema’s op waarvan hij had gehoopt dat het kabinet er meer aan zou doen. „Maar dat is niet gelukt.”
Foto Kees van de Veen
Met de politiek houdt hij zich niet graag bezig. „Ze schelden elkaar de tent uit en hebben geen respect meer voor elkaar.” Politici geven het verkeerde voorbeeld, vindt ook zijn vrouw Anneke, die in de viskraam werkt. „Het is geen voorbeeld voor het volk, hoe ze met elkaar omgaan. Als ze elkaar voor rotte vis uitmaken, denk ik: doe maar een tandje lager”, zegt ze terwijl ze de vis fileert. Ben: „Als het daar al niet goed is, hoef je niet te verwachten dat mensen in het land wél goed met elkaar omgaan.”
Er wordt niets aangepakt, niets opgelost. In Groningen wonen nog steeds mensen in een kapot huis
Even verderop is Christian (39) in zijn voortuin onkruid aan het wieden. „Boerenverstand, dat is niet lullen maar poetsen, een beetje doorpakken, dingen gedaan krijgen, geen gekkigheid. Maar dat betekent niet dat iedereen hier BBB stemt.”
De ondernemer wil niet met zijn achternaam in de krant. „Ik ben denk ik een van de mensen die teleurgesteld is in de politiek. Ik heb niet het gevoel dat er stappen worden gezet. De daadkracht ontbreekt. Er wordt niets aangepakt, niets opgelost. In Groningen wonen nog steeds mensen in een kapot huis. Het herstel van de toeslagenaffaire is niet gelukt. Stikstof is ook een aanfluiting.”
‘Niet stabiel’
Hij vond het kabinet „vanaf dag een niet stabiel” en mist de verbinding in de politiek. „BBB en PVV zijn partijen met één punt voor één doelgroep. Maar het gaat om het hele land. Het verhaal van NSC was mooi, maar daar heb je nu niet veel aan. NSC en BBB zijn snel groot geworden en storten nu weer in. Hoe vaak hebben we dat al gezien?” Bij nieuwe verkiezingen wil hij wel stemmen. Maar waarop? Dat wordt „een hele puzzel”.
In dorpshuis de Schalle, waar anderhalf jaar geleden de stembussen voor de Tweede Kamerverkiezingen stonden, zijn Hans van Velzen (77) en Jaap Dunnik (84) aan het biljarten. Geen verrassing, vinden de twee vrienden de val van het kabinet. „Ik volg het nieuws goed en dit zat er wel aan te komen”, zegt Van Velzen.
Hij is „teleurgesteld”, in het kabinet. „Ik vond het een frisse wind, na al die jaren onder Mark Rutte was ik benieuwd wat er zou gebeuren met deze partijen aan de macht. Maar er is niks van terecht gekomen. Ze namen geen besluiten, er is niets veranderd.”
En dat terwijl er genoeg is waar de politiek wat aan zou moeten doen, vindt Van Velzen. „Ik mis resultaten. Laatst was er weer gekibbel over de pensioenen. Dan wordt het nieuwe pensioenstelsel wéér een jaar opgeschoven.” Of de woningmarkt: „Mijn kleinzoon moest acht jaar wachten op een sociale huurwoning.”
Hans van Velzen (l) en Jaap Dunnik biljarten samen in dorpshuis De Schalle.
Foto Kees van de Veen
Politici beloven van alles om stemmen te trekken, vindt Dunnik. „Maar daar komt niets van terecht.” Twee jaar geleden stemde hij BBB. Maar dat doet hij niet nog een keer. „Met de rechtse partijen lukt het niet, er is veel te veel strijd. Dezelfde partijen moeten het niet weer met elkaar proberen. Ik hoop dat er een linkse stroming komt.”
Daar is Van Velzen het niet mee eens. Hij stemde bij de vorige verkiezingen NSC, maar twijfelt nu of hij bij nieuwe verkiezingen wel gaat stemmen. „Sinds mijn achttiende heb ik bij elke verkiezing die er was, of het nou voor de waterschappen of de Tweede Kamer was, gestemd. Ik heb nooit een verkiezing overgeslagen. Ik zit er nu voor het eerst aan te denken niet te stemmen. Uiteindelijk doe ik het vast wel, hoor. Alleen op welke partij?”
Lees ook
In Apeldoorn is van het enthousiasme van 2023 weinig meer over: ‘Jij gaat toch ook niet meer PVV stemmen, Harry?’
Het „strengste asielbeleid ooit” betekende in de dagelijkse praktijk van het aanmeldcentrum in het Groningse Ter Apel een jaar lang stilstand, zegt burgemeester Jaap Velema (D66). Verrast was hij niet dat Wilders er dinsdagochtend de brui aan gaf, bedroefd is hij evenmin. Met minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) had hij naar eigen zeggen „buitengewoon aardig en vriendelijk” contact, al spraken ze elkaar slechts sporadisch. „Zodra het over de inhoud ging, werd het heel erg lastig”, zegt Velema. „Ze ging blind voor het beperken van de instroom want dan lost het probleem zich vanzelf op, was haar gedachte.” Hij zucht. „Was het maar zo eenvoudig.”
Het ontbrak deze minister aan bestuurlijke vaardigheden om problemen op te lossen, zegt Velema. „Ze is uit heel ander hout gesneden.” Ook bezat Faber geen Rolodex vol contacten om acute noodsituaties het hoofd te kunnen bieden. „De uitkomst is dat er in een jaar niets is veranderd in Ter Apel, óók niet als het gaat om versneld kansarme en overlast gevende asielzoekers uit de opvang te halen – een gedeelde wens van haar én de gemeente.”
Velema had dinsdag al snel contact met verschillende collega-burgemeesters. De teneur van die gesprekken? „De hoop dat we nu verder kunnen, met een nieuw kabinet dat niet voortdurend met zichzelf bezig is.”
Woningbouw in Barneveld
In Barneveld (Gelderland) had een ruime meerderheid van de 63.000 inwoners hoge verwachtingen van juist dit kabinet „van rechtse snit”, zegt burgemeester Jacco van der Tak (CDA). In de negen dorpen die de gemeente telt wordt tamelijk verschillend gestemd, maar de gemene deler is helder: „Er is hier een rechts-conservatieve meerderheid.” Lokaal is de SGP de grootste partij, bij de laatste landelijke verkiezingen scoorden Wilders’ PVV en de BBB van Caroline van der Plas goed. Van der Tak: „Het is een beetje overdreven, maar in zekere zin is Barneveld Nederland in het klein.”
Dat geldt ook voor de problemen die er spelen in de groeigemeente. In de komende jaren moet het inwonersaantal naar 85.000. Door de achterblijvende woningbouw is dat lastig. Helemaal omdat daarvoor ook het nabijgelegen knooppunt Hoevelaken op de schop moet. En dat alles is weer moeilijk te realiseren met de stikstofproblematiek die op de Veluwe de natuur én de boer treft. „Het leidt al tijden tot onzekerheid op het erf”, zegt Van der Tak. „Mensen willen weten waar ze aan toe zijn en hadden daarom hoge verwachtingen van juist dit kabinet.” Behalve „een meer respectvolle benadering van de boeren” leverde het Barneveld weinig concreets op.
Kerncentrales in Terneuzen
In Zeeland moest juist een van de belangrijkste ambities van het kabinet Schoof vorm krijgen: nieuwe kerncentrales. Naast de al voorgenomen bouw van twee kerncentrales wilde de rechtse coalitie twee extra kerncentrales bouwen. Minister Sophie Hermans (Klimaat, VVD) gaf onlangs aan daarbij een voorkeur te hebben voor Zeeland.
Dit tot tevredenheid van Terneuzen, dat kansen ziet op een nieuwe levensimpuls door de werkgelegenheid die met de bouw én beheer van een centrale gepaard gaat. Verantwoordelijk wethouder Laszlo van de Voorde (PvdA): „Dit nu gevallen kabinet heeft dit dossier een andere dynamiek gegeven.” Over de uitvoering van de plannen is hij daarentegen minder enthousiast. „Ook voor deze partijen bleek de praktijk om meerdere geschikte locaties te vinden weerbarstig te zijn.”
Toch verwacht hij dat in Den Haag ambtelijk de plannen om tot in ieder geval twee nieuwe centrales te komen gewoon worden voortgezet. Aan Terneuzen zal het in ieder geval niet liggen. Woensdagavond is er een inloopavond voor bewoners om al hun vragen te stellen, donderdag is de gemeenteraad aan zet om de volgende fase in te luiden.
Asielzoekerscentrum in Best
Zo vechten onzekerheid en hoop momenteel in heel bestuurlijk Nederland om voorrang. Neem het Brabantse Best, dat zich al eerder bereid toonde om Ter Apel te ontlasten door asielzoekers op te nemen. Het leidde in april tot ernstige ongeregeldheden waarna waarnemend burgemeester Rianne Donders (CDA) minister Faber in een open brief om hulp vroeg: „Zo gaat het niet langer. Geweld mag niet lonen in onze democratische rechtsstaat.” De uitnodiging om naar Best te komen („U bent van harte welkom”) bleef onbeantwoord.
Gevraagd naar de gevolgen van de kabinetsval, zegt Donders: „Iedereen zal er een ander signaal in zien, denk ik. Tegenstanders van een asielzoekerscentrum in Best zullen misschien denken dat het voornemen nu van de baan is, anderen zullen juist hopen dat de oude draad van vóór dit kabinet weer wordt opgepikt.” Na een korte stilte: „Feit is dat er nog altijd een acuut probleem is in Ter Apel en wij, hier in Best, ook deels verantwoordelijk zijn voor de oplossing.”