Amerikaanse heffingen voor China naar 125 procent; pauze voor veel andere landen

De Verenigde Staten verhogen de importheffingen op Chinese producten „per direct” van 104 naar 125 procent, maar zwakken de heffingen op import uit andere landen gedurende de komende negentig dagen af naar 10 procent.

Dat lijkt althans de boodschap te zijn vanuit het Witte Huis, want heel duidelijk was het bericht dat president Donald Trump woensdagavond (Nederlandse tijd) op zijn sociale mediaplatform Truth Social zette niet. De Amerikaanse president schrijft dat „meer dan 75 landen” contact hebben opgenomen om de heffingen, die in sommige gevallen opliepen tot zo’n 50 procent, van tafel te krijgen.

Omdat „deze landen op geen enkele wijze hebben geprobeerd wraak te nemen tegen de Verenigde Staten”, zou Trump naar eigen zeggen hebben besloten tot een „pauze van 90 dagen” en „een aanzienlijk verlaagd wederkerig tarief van 10 procent gedurende deze periode”. De maatregelen gaan allebei per direct in.

Over de vraag voor welke landen de „pauze” gaat gelden, bleef de Amerikaanse president vaag. Tijdens een persconferentie zei Witte Huis-woordvoerder Karoline Leavitt later dat de invoerbelasting zou worden „verlaagd naar een universeel niveau van 10 procent”. Meteen daarna merkte minister van Financiën Scott Bessent echter op dat landen die geen vergeldingsheffingen hadden ingesteld, zouden worden “beloond”.

Pakket tegenheffingen

Wat dat betekent voor bijvoorbeeld de EU was woensdagavond om 21.30 uur nog niet duidelijk.

Brussel was het woensdag net eens geworden over een eerste pakket aan tegenheffingen, gericht op onder meer Amerikaanse sojabonen en sigaretten. Verschillende EU-landen zinspeelden al op verdere acties.

Het was woensdagavond tot op het hoogste niveau in Brussel onduidelijk met welke importheffingen de EU nu te maken zou krijgen.

Beurskoersen in de VS reageerden direct op het nieuws. De S&P 500 schoot binnen een half uur met 7,5 procent omhoog; techbeurs Nasdaq steeg zelfs met ruim 10 procent, de snelste stijging sinds 2008. De aandelen van techbedrijven als Apple, Tesla en Nvidia, die voor hun productie sterk afhankelijk zijn van landen als China en Taiwan, schoten de lucht in, en ook de koersen van olie en bitcoin stegen sterk.

S&P 500 schoot omhoog na bekendmaking Trump

De opluchting op de markten was duidelijk merkbaar, na een week waarin de beurzen steeds verder in de min doken uit angst voor de importheffingen. Vóór Trumps aankondiging op woensdag was zelfs op de obligatiemarkten de stress zichtbaar. De rente op 10-jarige staatsleningen van de Verenigde Staten bedroeg woensdagmiddag (Nederlandse tijd) bijna 4,5 procent, flink meer dan de 3,9 procent rente aan het begin van de week.

Dat was een zorgwekkende ontwikkeling. Doorgaans leidt een dalende aandelenmarkt tot een lágere rente op Amerikaanse obligaties, omdat veel beleggers hun aandelen verkopen en in plaats daarvan veilig geachte staatsleningen aanschaffen. Die van de VS gelden zo ongeveer als de veiligste van allemaal. Nu dus niet: veel beleggers verkochten behalve aandelen óók hun Amerikaanse obligaties.

Het werd door sommige analisten gezien als teken van afnemend vertrouwen in de economische en financiële stabiliteit van de Verenigde Staten. Hoe minder vraag er is naar een type obligatie, hoe hoger daarop de rente. Bessent ontkende bij de persconferentie dat de opschorting van de heffingen een reactie was op de onrust op de financiële markten.