Tussen het kukelen en tjilpen door klinkt geschraap. Drie mannen staan in de lentezon aarde te scheppen. In de voedseltuin achter ze zijn oudere vrijwilligers aan het wieden en zaaien. De Kleine Aarde in Boxtel verbouwt groenten voor de lokale voedselbank. Een vrolijk beschilderde barometer leert dat daarmee jaarlijks zo’n vijfhonderd monden worden gevoed.
In tegenstelling tot de wiedende ouderen, zijn de drie mannen hier niet uit vrije wil. Onder toezicht van een ‘werkmeester’ van Reclassering Nederland voeren ze een taakstraf uit. „Dit is mijn eerste dag. Hierna heb ik nog anderhalve dag te gaan”, vertelt de boomlange Nordian (25) met een zachte g.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131160548-ea66e0.jpg|https://images.nrc.nl/LwUex8uPBlxeMgUPFoAXvkEJY-c=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131160548-ea66e0.jpg|https://images.nrc.nl/TXwgm1_AYqGfVGJZ1AS2kHFrQbs=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131160548-ea66e0.jpg)
In 2021 of 2022, helemaal zeker weten doet Nordian het niet, werd hij gepakt voor rijden zonder rijbewijs. Het was niet voor het eerst dat Nordian – zwarte hoodie, joggingbroek en stevige werkschoenen – met justitie in aanraking kwam. Hij kreeg twee keer eerder een taakstraf en zat ook vast. Dat een taakstraf geen echte straf is, zoals in de politieke en maatschappelijke discussie soms wordt gesteld, wuift hij weg. „Dit kost mij ook mijn vrijheid, acht uur per dag.”
Afgelopen tweeënhalve week combineerde Julian een reguliere baan met de taakstraf en maakte hij werkdagen van zestien uur
De Kleine Aarde is een werkstrafproject van Reclassering Nederland. „Zij doen al vanaf begin af aan het zware werk voor ons”, vertelt tuinleider Maria van der Hoogen. Toen vrijwilligers in 2017 een voedseltuin wilden maken van het overwoekerde terrein van een ter ziele gegaan centrum voor duurzaamheidsadvies, schoot de reclassering te hulp met „snoeien, snoeien, snoeien”.
Tegenwoordig voeren veroordeelden vier dagen per week, 52 weken per jaar, bij De Kleine Aarde taakstraffen uit. Spannend om met veroordeelden te werken, vinden de voedseltuinvrijwilligers het al lang niet meer. Dat wende snel, zegt Van der Hoogen, die zeer positief is over de hulp van de reclassering. „Tussen werkgestraften en vrijwilligers hebben we niet één incident gehad.”
Lees ook
OM wil meer strafzaken zelf afhandelen zonder rechter, Kamer mort en mokt maar gaat niet dwarsliggen
Vetbollen
Jaarlijks worden in Nederland zo’n dertigduizend taakstraffen opgelegd voor allerlei strafbare feiten: van verkeers- en geweldsdelicten tot drugs- en zedenzaken. Naar verwachting groeit dat aantal komende jaren aanzienlijk. Vanwege de vastgelopen rechtspraak en overvolle gevangenissen, zette het Openbaar Ministerie in februari de nieuwe koers in om zo veel mogelijk ‘lichte’ zaken zelf, zonder tussenkomst van de rechter, af te doen. Gezien het OM geen celstraffen maar wel boetes en taakstraffen mag opleggen, valt te verwachten dat de bijna zesduizend taakstraffen die het in 2023 via strafbeschikkingen oplegde, flink stijgt.
Daar komt bij dat ook de politiek taakstraffen ruimer wil inzetten. Zo nam de Tweede Kamer in maart een amendement van Joost Sneller (D66) aan om een vervangende taakstraf in te voeren voor mensen die hun boete niet betalen. Nu belanden om die reden jaarlijks nog duizenden mensen in de cel.
In een loods van de Reclassering Oost-Brabant op een industrieterrein in Rosmalen wordt medewerker werkstraffen Mariska Monk van die extra taakgestraften niet warm of koud. „Dat maken we passend.” Op haar beeldscherm is een rooster met kleuren geopend. De reclassering kent naar eigen zeggen geen wachtlijsten. „Binnen twee weken na de intake kan iemand aan het werk.”
Mensen met een werkstraf hebben de maatschappij iets aangedaan en doen vervolgens iets terug
Een glazen wand scheidt Monks kantoor van een werkhal, waar de radio schalt en zeven taakgestraften met doosjes en stickers vetbollen en vogelhuisjes labelen voor een faunabedrijf. Net zoals het ‘buitenproject’ De Kleine Aarde is dit een eigen werkproject van de reclassering. Voor dit ‘binnenproject’ komen vooral veroordeelden met fysieke en mentale beperkingen in aanmerking.
Naast deze eigen projecten telt Oost-Brabant zo’n 160 werklocaties waar taakgestraften zonder begeleiding van de reclassering werken, van kringloopwinkels, verzorgings- en buurthuizen tot een dierenasiel. „Voor die externe projecten is lang niet iedereen geschikt”, vertelt Monk. Zedendelinquenten en plegers van geweldsmisdrijven zijn bijvoorbeeld een no go. Dat geldt ook voor mensen met een beperkte intelligentie of bepaald voorkomen – zoals tatoeages in het gezicht.
Per jaar voeren in Oost-Brabant zo’n 1.750 mensen een taakstraf uit. Monk en haar collega’s proberen hen de straf af te laten ronden – dat percentage ligt landelijk op 74 procent. „Ik zeg altijd: het zijn voor mij mijn kinderen, ik hou alleen niet van ze. Ik geef ze een stukje rust, ritme, regelmaat en heel duidelijke kaders.”
Het allerbelangrijkste is dat de taakgestraften ’s ochtends op tijd komen: niet later dan acht uur. „Die regel is keihard”, zegt Monk. Daarnaast moeten veroordeelden zich beleefd en respectvol gedragen onderling en tegen de reclasseringsmedewerkers. „Dat kan niet iedereen, maar dat proberen we ze wel bij te brengen.”
Lees ook
Het cellentekort wordt veroorzaakt door populistisch strafbeleid niet door toename criminaliteit
Recidive
In de ruim twintig jaar dat ze bij de reclassering werkt, heeft Monk geleerd om cliënten te lezen. De een heeft baat bij autoritair gedrag, de ander niet. De een kun je het best de hele dag met rust laten, de ander heeft juist een schouderklopje nodig. Monk is, zegt ze, verliefd geworden op de werkstraf. Qua werk is het dynamisch: elke dag verloopt anders. En ze gelooft in het nut. „Als iemand een gevangenisstraf krijgt, is dat niet alleen het probleem van diegene. Mensen hebben kinderen en zijn kostwinner, of ze hebben een woning en werk die ze kwijt kunnen raken. Als je dat met een werkstraf kunt voorkomen, is dat winst.”
Voor de samenleving kent de taakstraf twee voordelen ten opzichte van een gevangenisstraf. Allereerst: lagere kosten. Zo becijferde de Universiteit Leiden dat een taakstraf 73 euro per dag kost tegenover 259 euro voor een dag in de cel. Bovendien gaan taakgestraften minder vaak opnieuw in de fout dan mensen die een gevangenisstraf hebben uitgezeten. Uit cijfers van onderzoeksinstituut WODC van het ministerie van Justitie blijkt dat 47 procent van de personen met een celstraf binnen twee jaar recidiveert, versus 28 procent van degenen die een taakstraf voltooiden.
Universiteit Leiden becijferde dat een taakstraf 73 euro per dag kost; een dag in de cel 259 euro
Tegen die achtergrond pleit Reclassering Nederland sinds enkele jaren voor verdubbeling van de maximale taakstraf, van 240 naar 480 uur. Dat pleidooi is geland in een initiatiefwetsvoorstel – dat 360 uur voorstelt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131160527-6b51aa.jpg|https://images.nrc.nl/el9ZE89IaC8DEsk5PjV_U1efgzQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131160527-6b51aa.jpg|https://images.nrc.nl/yLJFaSPZLJAaw_xr5a08vUAsPm0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data131160527-6b51aa.jpg)
„Recidive voorkomen is ons hoofddoel”, vertelt teamleider Marthe Halvemaan, die voorheen werkte bij de Rabobank. Ze wilde iets met meer maatschappelijk nut doen en werkt tegenwoordig naar alle tevredenheid bij de reclassering in Oost-Brabant. „Cliënten die een delict hebben gepleegd zijn geen onderdeel van een team, geen onderdeel van de maatschappij, die zijn de weg een beetje kwijt”, zegt Halvemaan. „Als ze hier komen, op tijd moeten zijn, onderdeel worden van de groep waarmee ze werken en een band met de werkmeester krijgen, lopen ze anders naar buiten.”
Dat herkent projectbeheerder Charif Souhail. Hij wijst erop dat veroordeelden bij de reclassering een straf ondergaan, maar dat het doel wel is om „ zo veel mogelijk mensen positief door de werkstraf heen te helpen”. Zo wordt ook geluisterd naar wat een veroordeelde het liefst zou doen. „We kunnen iemands werkstraf makkelijk laten mislukken door diegene iets te laten doen waar hij een hekel aan heeft of wat hij niet kan. Maar daar staan wij niet voor.”
Zwaar
Neem de twintiger Julian. Hij kreeg een taakstraf van vijftig uur voor een delict dat hij voor zichzelf wil houden. Onlangs werden de twee jaar die hij onder toezicht van de reclassering zou staan, omgezet in een taakstraf van nogmaals vijftig uur. Op eigen verzoek mocht hij die op dezelfde plek uitvoeren als de eerste: bij het buurthuis van de Brede Bossche School, waarin ook een basisschool, kinderopvang en theater zijn gevestigd.
„Omdat ik het hier fijn vond, heb ik gevraagd of ik hier weer terechtkon”, vertelt Julian. „Maar dat voelt nog steeds als straf, want het is zwaar.” Afgelopen tweeënhalve week combineerde hij een reguliere baan in de logistiek met de taakstraf en maakte hij werkdagen van zestien uur. Dat was „doorbijten”, zegt hij. „Ik heb hier geholpen met zalen opbouwen voor evenementen, zemen, de bar vullen en het schoolplein vegen.”
In de kantine van het buurtcentrum vertelt teamleider Halvemaan dat dit een schoolvoorbeeld is van het nut van taakstraffen. „Mensen met een werkstraf hebben de maatschappij iets aangedaan en doen vervolgens iets terug. Of ze nu hier staan te werken, voedsel verbouwen of langs de weg afval prikken.”
Lees ook
Rechtspraak keert zich tegen nieuw bestraffingsbeleid Openbaar Ministerie. ‘Dit gaat rol van OM te boven’
