Als popsterren bedienen astronauten de handtekeningenjagers in Noordwijk

Met busladingen worden de astronauten binnengereden. Opgewekt keuvelend lopen, of schuifelen, de ruimtevaarders het congrescentrum binnen van ruimtevaartcentrum ESTEC in Noordwijk. Maandag begon het 35e congres van de Association of Space Explorers, de astronautenclub die in 1985 opgericht werd door ruimtevaarders uit de VS, de Sovjet-Unie en andere landen. Lidmaatschap is exclusief: je moet in ieder geval één rondje rond de aarde hebben volbracht.

Zoals bijvoorbeeld Apollo-9-astronaut, mede-oprichter Russell ‘Rusty’ Schweickart (1935), die een paar maanden vóór de maanlanding in 1969 vloog. Ook de ruim zestig andere aanwezige ruimtevaarders zijn – en dat is niet echt verbazend – vooral oudere witte Amerikaanse mannen. Al komen ook de eerste Britse astronaut Helen Sharman, de eerste Chinees in de ruimte Yang Liwei en Victor L. Glover, de Amerikaan die op de rol staat voor de eerste bemenste vlucht naar de maan sinds het Apollo-tijdperk.

Gastheer en organisator is de Nederlandse astronaut André Kuipers, die ook de Nederlandse ruimtevaartsector en ESTEC-medewerkers welkom heet. Het programma van een week is een mix van Nederland-promotie, technische presentaties, officiële ontvangsten en het verspreiden van de blijde technologische boodschap: de ruimtevaarders gaan ter inspiratie op tournee langs scholen en studenten in heel Nederland. Er is een receptie met koninklijke hoogheden Willem-Alexander en Máxima, en Post NL presenteert een nieuwe reeks ruimtevaartpostzegels.

Een foto met een handtekening van astronaut Victor Glover, tijdens het ASE Planetary Congress bij ESA in Noordwijk.
André Kuipers tijdens het ASE Planetary Congress bij ESA in Noordwijk.

Foto’s: Bart Maat

Astronauten kunnen stadions volkrijgen, vergelijkbaar met popsterren en goede voetbalteams, zegt de beginspreker. Hij overdrijft natuurlijk – vrijwel niemand van de van de aanwezigen zou op straat herkend worden – maar dat echte ruimtereizigers nog altijd iets losmaken blijkt wel uit de handtekeningenjagers die de ruimtevaarders in de koffiepauzes lastigvallen. „Volgende keer iets strenger zijn”, mompelt een medewerker.

Nadrukkelijk niet aanwezig: de Russische kosmonauten, al is de samenwerking aan boord van het internationaal ruimtestation ISS in 2022 noodgedwongen voortgezet. In de jolige videoboodschap van de ISS-bewoners aan de congresserende collega’s op aarde is geen Rus te zien. Drie Chinese ‘taikonauten’ komen wel naar Nederland.

Astronauten praten gemakkelijk, blijkt al meteen na de eerste de technische presentaties, bijvoorbeeld over de Nederlandse robotarm ERA die op het ISS gemonteerd is. „Hoe zit het dan met de aangrijppunten?”, wil een gepensioneerde ruimtevaarder weten.

In hun verhalen komt nogal eens het ‘overview-effect’ langs: juist als astronaut, neerkijkend op onze thuisplaneet, besef je hoe fragiel de aarde is, en dat de mensheid haar beter moeten beschermen.

De meegereisde levenspartners van de astronauten moeten het doen met een budgetversie van die ervaring: het eerste uitstapje van het partnerprogramma, verplicht onderdeel van het chiquere congres, gaat naar Madurodam.

Russell ‘Rusty’ L. Schweickart‘We eisen nu te veel van moeder aarde’ 

Vóór het interview

„Ik geef waarschijnlijk geen antwoord op je vragen, ik zeg gewoon wat ik wil zeggen.”

Wat is u het meest bijgebleven?

„Tijdens mijn ruimtewandeling moest ik even wachten door technische problemen. Ik besefte: mijn verantwoordelijkheid is om hier te zijn als mens, niet als astronaut, en om echt te begrijpen wat er aan het gebeuren was.

„En wat er gebeurde was dat dit een historisch moment was, waarop de mensheid de kosmos in trekt. Wij zijn de manifestatie van leven in dit deel van het universum, en dit is eigenlijk een soort kosmische geboorte.”

Dit realiseerde u zich tijdens die paar minuten?

„Nee! Het heeft me een paar jaar gekost. Het proces begon met de oerknal, en heeft door natuurkunde, scheikunde en biologie geleid tot zelfbewustzijn, tot ons.

„Een geboorte is, voor de foetus en de moeder, een gewelddadig proces. We eisen nu te veel van moeder aarde. Zowel moeder als kind zijn in gevaar. Het is helemaal niet zeker dat we het gaan overleven. Daarvoor zullen we zo goed mogelijk ons best moeten doen.”

Julie Payette‘Wees niet bang om je passie te ontwikkelen, en werk daaraan’

Wat is u het meest bijgebleven?

„Een oneerlijke vraag: er zijn zo veel momenten. Maar goed: als na de lancering de raketmotor uitschakelt. Op het ene moment schud je en word je hard in je stoel gedrukt, het volgende moment is alles stil en zweef je rond.”

Wat vond u het moeilijkst?

„De training. Als je eenmaal keer op missie bent, heb je alles al zo vaak gedaan dat het bijna gemakkelijk wordt. Maar tijdens de training moet je zo veel informatie absorberen, dat is bijna niet te doen.”

Wat zou u aan mensen willen meegeven die op aarde zijn gebleven?

„Durf te dromen. Wees niet bang om je passie te ontwikkelen, en werk daaraan.”

Norman E. Thagard‘Ik vond niets echt moeilijk’

Wat is u het meest bijgebleven?

„Mijn eigen staat Florida terug te zien. Op mijn eerste vlucht in de Shuttle was ik hard aan het werk. Maar mijn commandant beval me – hij gaf echt een bevel – om uit het raam te komen kijken.”

Wat vond u het moeilijkst?

„Ik vond niets echt moeilijk. Ik heb als gevechtspiloot een jaar in Vietnam gezeten. Mijn vrouw en kind liet ik achter. Alles wat daarna gebeurde, kwam niet eens in de buurt.”

Wat was uw favoriete activiteit?

„Het klinkt misschien gek, maar: werken. Als kind op school moest ik van mezelf opdrachten altijd meteen afmaken. Maar toen ik ouder werd, kwamen er andere dingen in mijn leven: meisjes, other stuff. In de ruimte ging ik weer helemaal terug naar die modus uit mijn jeugd: het enige wat mij interesseert, is het succesvol afronden van mijn taak. Dat had ik echt gemist.”

Koichi Wakata‘Mijn grootste angst was om een fout te maken’

Wat is u het meest bijgebleven?

„Mijn eerste lancering was een nachtlancering. Toen we uit de schaduw van de aarde kwamen, zag ik onze blauwe aarde, prachtig. Dan realiseer je je ook dat het onze verantwoordelijkheid is om onze thuisplaneet te beschermen.”

Wat vond u het moeilijkst?

„Het lastigst is om gescheiden te zijn van je familie, tijdens de vlucht en de training daarvóór. Al is dat eerlijk gezegd zwaarder voor je familie.”

Bent u ooit bang geweest?

„Niet dat er iets mis zou gaan tijdens de lancering of de landing. Mijn grootste angst was om een fout te maken. Tijdens mijn eerste vlucht moest ik met een robotarm een satelliet vastpakken. Daarvoor heeft zo’n satelliet een soort koppelstuk waar de robotarm hem vast kan grijpen.

„Mijn eerste droom in de ruimte was een nachtmerrie: terwijl ik bezig was met die satelliet, zag ik ineens dat er geen koppelstuk op zat. ‘Oh nee’, dacht ik, ‘hoe moet ik hem nu aanpakken?’. Haha, dat laat wel zien hoe bang ik was om het te verprutsen.”

Reinhold Ewald‘Pas toen ik in de raket zat, wist ik het zeker’

Wat is u het meest bijgebleven?

„De samenwerking met de rest van de bemanning, vier Russische kosmonauten. Ik kwam aan in het Russische ruimtestation Mir, en wist niet waar ik mijn apparaten moest aansluiten. Je kunt niet zomaar ergens een stekker uittrekken.

„Ze hadden genoeg op hun bord: er was brand geweest, en door een botsing raakte het ruimtestation zijn oriëntatie kwijt, maar ze hielpen me toch. Er was vertrouwen. Het is heel jammer dat ze nu niet kunnen komen.”

Wat vond u het moeilijkst?

„Wachten! Mijn missie werd om allerlei redenen steeds uitgesteld, en je weet nooit zeker of het er wel van gaat komen. Pas toen ik in de raket zat, wist ik het zeker.”

Bent u ooit bang geweest?

„We hebben een brand gehad aan boord. Een cilinder die zuurstof genereerde vloog in de fik, maar iedereen bleef kalm en deed wat hij moest toen. Maar zelfs op dat moment was ik niet bang dat ik het niet zou overleven, wel dat al mijn wetenschappelijke experimenten en zeven jaar voorbereiding voor niets zouden zijn als we het ruimtestation zouden moeten verlaten.”

Joan E. Higginbotham‘Ik zat in de astronautenlichting van 1996, het duurde tien jaar’

Wat is u het meest bijgebleven?

„De atmosfeer van de aarde voor het eerst van boven zien. Je ziet een dun lijntje bovenop de atmosfeer, die eruit ziet alsof hij maar een millimeter dik is. Zo mooi, en zo fragiel.”

Wat vond u het moeilijkst?

„Wachten op een missie. Ik zat in de astronautenlichting van 1996, het duurde tien jaar.”

Welke missie zou u willen doen als u de keuze had?

„Terug naar het ISS. Toen ik er zat, was er alleen een klein raampje. Nu is er de Cupola, een panoramaraam. I would kill om daar tien minuten te zitten en alles in me op te nemen.”