In drie jaar tijd hebben veertig melkveehouders de uitstoot van ammoniak op hun bedrijf met gemiddeld 20 procent weten te verminderen. En dat met slechts een beperkt aantal maatregelen, onder andere aanpassing van het voer.
„We kunnen nog veel verder omlaag”, zegt Gerard Migchels van Wageningen University & Research, die het project Netwerk Praktijkbedrijven coördineert. Doel is om de uitstoot van ammoniak, en ook van het broeikasgas methaan, in 2025 te hebben verminderd met 30 procent. Het project moet als voorbeeld dienen voor de rest van de circa 14.000 melkveehouders in Nederland.
De druk op de landbouwsector om de uitstoot van stikstof te verminderen is groot. Er daalt te veel van neer op wettelijk beschermde natuurgebieden (Natura 2000), waardoor veel van die gebieden verslechteren, terwijl ze zouden moeten verbeteren. De landbouw heeft het grootste aandeel in die zogeheten stikstofdepositie, circa 50 procent. En binnen de landbouw is het vooral de melkveehouderij die veel aan die depositie bijdraagt, met name in de vorm van ammoniak (NH3). Om de toestand van de Natura 2000-gebieden te verbeteren moet volgens Migchels de uitstoot van ammoniak „minstens worden gehalveerd”. De vraag is: hoe?
Het nieuwe kabinet, de BBB voorop, zet vooral in op innovaties. Het was niet voor niks dat minister Femke Wiersma (Landbouw) deze maand haar eerste werkbezoek bracht aan een melkveehouder die in zijn stal een regeninstallatie had aangebracht.
„Wij testen in ons project ook twee van die systemen”, zegt Migchels in een werkkamer, met een kop koffie voor zich. „Het maakt de stalvloer schoner waardoor er minder ammoniak van afkomt. Het water sijpelt door naar de mestkelder en verdunt er de mest, waardoor ook daaruit minder ammoniak vrij komt.” Maar in zijn project is hij met de veertig boeren eerst aan de slag gegaan met het voer.
Waarom eerst het voer?
„Wat er niet in gaat, hoeft er ook niet uit. De hoeveelheid stikstof in het voer zie je terug in de mest, dus ook in de stal en op het land. Het voer is de basis. Aanpassing van het voer bespaart de boer ook kosten, want het betekent dat hij minder kunstmest en krachtvoer gebruikt. Het past bij het nieuwe kabinet dat voor stikstofbeleid minder geld beschikbaar stelt.”
Elke gram omlaag betekent ruwweg 1 procent minder emissie, zowel in de stal als in het veld
En hoe krijg je minder stikstof in het voer?
„Door het eiwitgehalte te verlagen, want eiwitten zijn rijk aan stikstof.”
Dat gehalte is nu te hoog?
„Het is over het algemeen hoger dan noodzakelijk. Boeren en voeradviseurs geven liever te veel. Het werkt als een soort verzekeringspremie. Het idee is: als het een keer tegenzit met de kwaliteit van het geoogste voer, zit er toch voldoende eiwit in en blijven de kwaliteit en de productie van de melk op peil. Wij helpen de boeren om die verzekeringspremie zo klein mogelijk te maken, want die ruimte is er wel. Het vraagt wel meer van je vakmanschap. En dan zien we een grote variatie bij de boeren. De doelstelling is om ze in de buurt te krijgen van 150 gram eiwit per kilo droge stof aan voer. Er zijn erbij die al op 145 zitten, maar anderen zitten nog steeds boven de 170.”
Hoe krijg je het eiwitgehalte in het voer omlaag?
„Een boer kan zijn gras bijvoorbeeld met minder stikstof bemesten. Of hij kan wachten met maaien. In jong gras zit in verhouding veel eiwit, in ouder gras minder. Je kunt in het rantsoen ook meer mais doen, want daarin zit relatief weinig eiwit.”
Heeft die aanpassing van het eiwitgehalte effect?
„In drie jaar tijd is het de boeren gelukt om de hoeveelheid eiwit per kilo voer met gemiddeld 9 gram te verminderen. En elke gram omlaag betekent ruwweg 1 procent minder emissie, zowel in de stal als in het veld. De vermindering van de uitstoot uit de stallen is vooral terug te voeren op de aanpassing van het voer. In het veld is de uitstoot sterker teruggebracht. We zien dat de boeren ook minder hebben bemest, onder meer omdat Brussel de derogatie voor Nederland in stappen afschaft.
Lees ook
De mestcrisis jaagt boeren op kosten
„De variatie onder boeren is wel groot. Er zijn erbij die heel voortvarend aan de slag gaan. Maar we hebben er ook heel kritische boeren bij, die zich afvragen of de heisa over stikstof niet wordt overdreven. In die zin hebben we een afspiegeling van de werkelijkheid, daar ben ik wel blij mee. Er is al een melkveehouder gestopt die meedoet aan de stoppersregeling. En er gaat volgend jaar een stoppen zonder opvolger. Een paar anderen zijn aan het omschakelen naar biologisch.”
De wijsheid is: als de opgehangen was buiten snel droogt, is het waardeloos om mest uit te rijden
Hoe weten jullie zo precies hoeveel die uitstoot is afgenomen?
„In Nederland werken veel melkveehouders met de KringloopWijzer, een soort nutriëntenboekhouding per bedrijf. Wat voor voer gebruikt een boer, op welke grondsoort zit-ie, welk koeienras houdt hij, hoeveel kunstmest en drijfmest is er gebruikt? Op basis daarvan kun je de uitstoot berekenen. De database wordt ook steeds verder uitgebreid.
„Daarnaast zitten in ons project veertien bedrijven die we hebben volgehangen met sensoren, die onder meer ammoniak en methaan meten.”
Wat zijn andere maatregelen om de uitstoot van ammoniak te verlagen?
„Die zijn er veel. Bijvoorbeeld beregenen in de stal. Of de koeien meer de wei inlaten. Verder zou een boer bij het uitrijden van mest meer rekening kunnen houden met het weer. Optimaal is windstil, wat koeler weer. Liefst gebeurt het ’s ochtends als er dauw is. De wijsheid is: als de opgehangen was buiten snel droogt, is het waardeloos om mest uit te rijden.”
Weerstand was er in het begin best wel, maar is al kleiner geworden
Hoe krijgen jullie al die kennis snel genoeg bij die andere 14.000 melkveehouders in Nederland?
„Dat bestuderen we nu ook in ons project. We volgen zestig andere melkveehouders die worden begeleid door voeradviseurs, dierenartsen, accountants. We kijken hoe dat advies gaat, en waarom boeren iets wel of niet doen. En wat moeten wij dan organiseren om weerstand weg te halen? Die weerstand was er in het begin best wel, maar is al kleiner geworden. We praten bijna niet over waarom het verminderen van de uitstoot zo belangrijk is voor het milieu, of het klimaat. Dan word je een drammer. We hebben het juist heel erg over praktische dingen.”
Kun je het stikstofprobleem zo oplossen? Dus zonder de veestapel te hoeven inkrimpen?
„In en rondom natuurgebieden is de opgave wel heel groot. Andere onderzoekers van de WUR zeggen dat het logisch is om drie sporen te volgen: uitkoop, rondom natuurgebieden extensiveren, en het nemen van maatregelen zoals we die in ons project bestuderen. Ik denk dat dat wel klopt.”