Als het Spanje van Tomé speelt, leg ik mijn boek aan de kant

Om geen steek- of dieptepass te missen was ik vast van plan iedere minuut te zien van elke wedstrijd. Nu, na meer dan een week EK, ben ik blij dat het toernooi echt op gang is, want de eerste wedstrijden waren niet altijd even zinderend. Er stond nog te weinig op het spel, vermoed ik.

Dus pakte ik er af en toe een boek bij. Vraag was direct, ook van mijn omgeving: zondigde ik daarmee niet tegen mijn eigen voornemen? Telt het, als je leest en slechts opkijkt wanneer je hoort dat er iets spannends lijkt te gebeuren? Gelukkig was er, behalve Denemarken tegen Zweden (dag 3) en Noorwegen tegen Finland (dag 5) ook Spanje tegen Portugal (5-0, op dag 2) en Spanje tegen België (6-2, dag 6). Zinderend voetbal, behendige spelers, mooie korte combinaties en, zoals de krant El Pais het noemt: „verticaal gericht aanvalsspel”.

Tijdens een wedstrijd lees ik dat het land van de wereldkampioen in grote opwinding is. De Spaanse pers overlaadt bondscoach Montse Tomé met lof, al zegt dat niet veel: ooit bewierookten dezelfde journalisten de man waar veel speelsters juist vanaf wilden: Jorge Vilda, protegé van de bondsvoorzitter die zich tijdens de huldiging op het WK en plein public de nare macho toonde die hij achter de schermen altijd al was geweest.

Beide mannen moesten weg. Zonder hen lijkt het Spaanse team ontketend. En dan te bedenken dat de beste speler ter wereld, Aitana Bonmatí, nog niet eens een hele wedstrijd heeft gespeeld. Wellicht gebeurt dat vrijdagavond, tegen Italië. Ik zie er naar uit en ik erken: eerste bladzijden hoeven niet direct te boeien. Zo’n toernooi wordt vanzelf een meeslepend boek. Kunnen die van papier de kast weer in.