N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wapenhandel Experts waarschuwen voor de risico’s van wapenleveranties aan Oekraïne. Die gaan na de oorlog geheid zwerven. Maar daarover gaat het in het publieke debat zelden. „Wie kritiek heeft, wordt meteen in het pro-Russische kamp geplaatst.”
De Oekraïense politie krijgt in 2017 een telefoontje van een vrouw. Ze zegt te worden bedreigd door haar ex-man, die zwaait met handgranaten. De politie arresteert de 28-jarige man en neemt zijn granaten in beslag. Een van de granaten blijkt in 1975 geproduceerd in een fabriek bij Moskou en tijdens de Koude Oorlog opgeslagen in een depot in Oost-Oekraïne, dat in 2014 is geplunderd door pro-Russische rebellen. Nadien trof de politie deze granaten aan in heel Oekraïne, bij wapensmokkelaars, drugsdealers en andere criminelen. En bij een ruzie tussen oud-geliefden dus.
Deze week verspreidde Rusland foto’s die lijken aan te tonen dat enkele voertuigen die de Verenigde Staten aan Oekraïne hebben geschonken, in Russische handen zijn gevallen na een aanval vanuit Oekraïne op Russisch grondgebied. Of de Amerikaanse voertuigen door Kyiv de grens over zijn gestuurd of zijn verkregen op de zwarte markt, zoals de groeperingen die de aanval opeisten suggereren, maakt voor eventuele schadelijke gevolgen niet eens zoveel uit. De VS hadden Oekraïne streng verboden hun materieel te gebruiken over de grens, uit angst voor escalatie van de oorlog en diefstal van westerse technologie.
Over alle negatieve gevolgen van de westerse wapenleveranties aan Oekraïne gaat het in het publieke debat zelden. Als er in het Westen al kritiek klinkt, luidt die vooral: geef méér! Of stuur sneller. Die wapens, is de brede politieke consensus, heeft Oekraïne nodig om zich te verdedigen tegen Rusland.
Maar bij veiligheidsexperts leven wel degelijk grote zorgen. En die strekken verder dan de vrees voor uitdunning van het eigen wapenarsenaal of voor provocatie van Rusland. Eén voorname zorg: wat gebeurt er met het materieel na overdracht aan de Oekraïense strijdkrachten, en na het einde van de oorlog? Komen deze wapens straks in verkeerde handen terecht, en keren ze zich tegen het Westen?
Zo zei de Duitse baas van Interpol, Jürgen Stock, vorig jaar: „Zodra de geweren zwijgen [in Oekraïne], komen de illegale wapens. Dat weten we van andere conflicten.” Criminelen zouden, „as we speak” misbruik maken van de chaos en de grote beschikbaarheid van wapens, „ook de wapens in handen van het [Oekraïense] leger en ook zware wapens”. De Interpolchef verwacht „een grote toestroom van illegale wapens in Europa, en op andere continenten. We zouden gealarmeerd moeten zijn.”
Men is in elk geval gewaarschuwd. Een bekend voorbeeld van de kwalijke gevolgen van wapenleveranties is Afghanistan, waar de Taliban nog jaren vooruit kunnen met het arsenaal dat westerse troepen eens met veel goede bedoelingen aan het Afghaanse leger gaven.
Een ander nachtmerriescenario is Joegoslavië. Kalasjnikovs uit de Balkanoorlogen van de jaren negentig doken in 2015 op bij de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs. Er gingen ladingen wapens vanuit de Balkan naar Bolivia en Brazilië, naar Irak en naar rebellengroepen in Angola en Rwanda. Deze maand nog werden twee dodelijke schietpartijen op Servische scholen toegeschreven aan het wapensurplus. Het Vlaams Vredesinstituut waarschuwt al sinds het gewapende conflict in Oost-Oekrane in 2014 begon voor „een nieuw Joegoslavië”.
Depots geplunderd
Want al lang vóór het Westen in 2022 besloot stapels wapens naar Oekraïne te sturen, stond het land bekend om zijn levendige illegale wapenhandel. Na de val van de Sovjet-Unie bleef het zitten met zeven miljoen kleine wapens, die deels werden gesmokkeld naar conflicten elders, zoals in Liberia en Afghanistan. Oekraïne vormde ook een knooppunt in de smokkel van wapens uit de Balkan. Bovendien was de wapenwetgeving er zwak, en de corruptie berucht.
Vanaf 2014 verslechterde de Oekraïense reputatie, toen de overvolle legerdepots in Oost-Oekraïne werden geplunderd. Honderdduizenden zogenoemde ‘kleine wapens’ (bijvoorbeeld geweren en revolvers) en ‘lichte wapens’ (denk aan luchtdoelraketten en antitankwapens) verdwenen van de radar. Duizenden handgranaten belandden in handen van aan Rusland gelieerde rebellengroepen en bij criminelen, concludeerde de Geneefse ngo Small Arms Survey (SAS), die uitvoerig onderzoek deed naar de illegale wapenhandel.
In 2016 arresteerde Oekraïne een Fransman die in het oosten kalasjnikovs, raketwerpers, munitie en 125 kilo TNT had vergaard, waarmee hij in Frankrijk vijftien aanslagen wilde plegen op onder meer een moskee, een synagoge en het Europees kampioenschap voetbal. Oekraïne arresteerde hem op de grens met Polen. Ngo SAS vond ook gestolen raketwerpers terug in de illegale verkoop op internet.
Volgens SAS bleven de illegale wapens die sinds 2014 in omloop kwamen in Oekraïne echter hoofdzakelijk binnen de eigen grenzen. Eén verklaring is de magneetfunctie van het conflict aldaar. In Oekraïne is enorme vraag. Een andere verklaring dat de Oekraïense autoriteiten effectief optreden om verdere verspreiding van de illegale wapens te voorkomen.
Maar er is geen garantie dat dit zo blijft. Nederland probeert die garantie wel af te dwingen, door Oekraïne te laten tekenen dat het militaire materieel alleen mag worden gebruikt door Oekraïense overheidsinstanties, ter verdediging, en niet zonder schriftelijke toestemming mag worden overgedragen of doorverkocht aan andere partijen.
Nederland erkent echter het risico dat geschonken luchtdoelsystemen en antitankwapens in verkeerde handen vallen, getuige de brief die de regering vlak na de Russische aanval op Kyiv naar de Kamer stuurde. Oekraïne heeft immers „een van de grootste illegale wapenhandelcircuits in Europa” en daarom valt toetsing aan een Europees exportcriterium „negatief uit”. Afgewogen tegen het Oekraïense recht op zelfverdediging, wordt dit risico echter „acceptabel” geacht.
Amper data
Westerse functionarissen zeggen dat er nog geen signalen zijn dat westerse wapens de illegale markt op stromen. Volgens onafhankelijke onderzoekers is het nog te vroeg om conclusies te trekken – er zijn nog amper data over 2022 en 2023. Ja, buurland Moldavië meldde een vertwaalfvoudiging van de ontdekte wapensmokkel op de grens, een half jaar na de aanval op Kyiv, maar dat ging om een stijging van twee vuurwapens naar 24. Nagenoeg niks dus.
Pro-Russissche media verspreiden echter gretig valse claims dat slechts een derde van de aan Oekraïne geleverde wapens op het slagveld terechtkomt. Ze verspreiden ook screenshots waarop het lijkt of Amerikaanse antitankraketten vanuit Kyiv worden doorverkocht op het dark web. Wapens zijn een dankbaar onderwerp van de Russische desinformatiecampagne. De antiwapenlobby blijft zich niet alleen vanwege de brede steun voor Oekraïne, maar ook hierom betrekkelijk stil.
Wendela de Vries van actiegroep Stop Wapenhandel wil wel lawaai maken, maar vindt „nul” gehoor. „Als je kritiek levert op de wapenleveranties, word je meteen in het pro-Russische kamp geplaatst. Ik vind dat uitermate kwalijk, en schadelijk. Wij zijn niet altijd tegen wapenleveringen – soms kunnen ze mensenlevens sparen – maar we hebben kritiek op het militaire denken en op het gebrek aan kritisch debat. Het feit dat Rusland fout zit, wil niet zeggen dat wij alles goed doen.”
Het hoofd ontwapening van de VN, Izumi Nakamitsu, zei onlangs wel tegen de Veiligheidsraad dat elke wapenleverantie het risico met zich meebrengt op escalatie of uitbreiding van het conflict, en op geweld of destabilisatie elders ter wereld. Ze riep lidstaten op meer maatregelen te nemen, zoals inspectie ter plaatse, om te voorkomen dat militaire giften in verkeerde handen vallen.
Die westerse wapens duiken straks op bij drugsbendes
Nederland voert in ieder geval geen inspecties uit in Oekraïne, aldus het ministerie van Defensie. „De geleverde wapens zijn na overdracht eigendom van Oekraïne en Nederland heeft na overdracht geen zeggenschap over de inzet. Nederland monitort (daarom) ook niet waar de geleverde goederen zich bevinden.”
De EU ontbeert de illusie dat alle wapens binnen de Oekraïense grenzen blijven en zet nu een antismokkelkantoor op in Moldavië. Oekraïense diensten worden ook door EU-landen, waaronder Nederland, bijgeschoold in de opsporing van illegale wapenhandel.
In de Verenigde Staten klinkt de roep om striktere controle op de verstrekte wapens veel luider, vooral uit Republikeinse hoek. De VS nemen ook meer maatregelen. Incidenteel – als de veiligheidssituatie het toestaat – worden er lokale inspecties uitgevoerd. Ze geven Oekraïense veiligheidsdiensten bovendien handscanners mee om vanaf de frontlinie serienummers naar een Amerikaanse database te sturen. Geen waterdichte methode, erkennen Amerikaanse functionarissen. Wel een serieuze poging om het risico op diefstal te verkleinen.
Diefstal van technologie
„Natuurlijk” gaan de westerse wapens zwerven, zegt ook een Amerikaanse onderzoeker van een internationale ngo, die anoniem wil blijven om niet te worden misbruikt in de propaganda-oorlog. Hij denkt dat het niet lang duurt voor de wapens opduiken bij drugsbendes in Nederland of Frankrijk. Dat gevaar geldt overigens vooral voor kleine en lichte wapens, die makkelijker hanteerbaar zijn. „Pantservoertuigen eindigen niet in de banlieue.”
Zwaar materieel komt ook wel onbedoeld in ‘verkeerde handen’, maar hoofdzakelijk door clandestien handelen van staten. Zo kwamen Amerikaanse pantservoertuigen bijvoorbeeld terecht bij Jemenitische Houthi-rebellen, ontdekte CNN, nadat Saoedi-Arabië die van de VS had gekocht – en de afspraken daarover had geschonden. De VS hielden zich zelf trouwens ook niet aan de afspraken, toen de VS vorig jaar van Rusland gekochte helikopters zonder Russische toestemming aan Oekrane gaven.
Bij grote wapens dreigt een heel ander gevaar, vooral als ze geavanceerde technologie bevatten: diefstal van defensie-geheimen. CNN meldde dat Rusland buitgemaakte Amerikaanse antitankraketten en luchtdoelraketten al naar Iran had gebracht, dat ze wil namaken. Uit in Oekraïne buitgemaakt Russisch materieel blijkt dat Rusland hevig leunt op westerse technologie.
Angst voor diefstal van technologie speelt volgens Brian Castner van Amnesty International ten onrechte een grotere rol bij de keuze welke wapens naar Oekraïne worden gezonden dan het risico op smokkel. „Als Canada twintigduizend geweren stuurt is dat onomstreden. Een gevechtsvliegtuig ligt veel gevoeliger, terwijl de kans dat die de grens over wordt gesmokkeld vele malen kleiner is.”
Er zijn nog wel meer risico’s verbonden aan de westerse wapenleveranties. Rusland kan veroverde wapens inzetten tegen Oekraïne of zijn westerse bondgenoten. Rusland kan ze gebruiken voor oorlogsmisdaden, propaganda of acties waarvan het Oekraïne de schuld geeft. Oekraïne kan natuurlijk ook zijn boekje te buiten gaan. En dan is er nog het gevaar voor burgerslachtoffers door later ontploffende resten.
Lees ook: ‘Russische ecocide’ in Oekraïne: milieuschade enorm
Militair schroot
Daarbovenop komt de schade aan het milieu: bodem- en luchtvervuiling als gevolg van de gevechten. „In Oekraïne zijn ze zich daar zeer van bewust, de Wereldbank raamt de schade op vele miljarden, maar in het Nederlandse debat hoor je er niks over”, zegt Wim Zwijnenburg van ngo PAX. Hij denkt dat het komt omdat milieu wordt geassocieerd met „vlindertjes” en gezien als een „luxeding”.
Terwijl, zegt Zwijnenburg, „het hier gaat om fundamentele zaken als drinkwater, de voedselvoorziening en acute blootstelling aan giftige stoffen.” Van Irak weet hij bijvoorbeeld dat burgers met asbest in aanraking kwamen via militair schroot. „In Oekraïne staan al duizenden kapotte tanks vol zware metalen.” Westerse wapenleveranciers doen niet aan statiegeld.
De woordvoerder van het ministerie van Defensie reageert eerst verbaasd en dan lacherig op de vraag of er in Den Haag wordt nagedacht over de impact van westerse wapens op het milieu. „Er woedt een ontzettend grote oorlog en die mensen vechten voor vrede en rechtvaardigheid en voor hun land. Dus milieu is niet iets wat gelijk op de agenda staat.” Daarbij wil hij opmerken: „Wíj zijn deze oorlog niet begonnen. Als Rusland niet was binnengevallen, hadden we dat probleem niet gehad.”
Zwijnenburg vindt dat een land dat wapens levert ook een morele verantwoordelijkheid heeft om te investeren in het herstel van de schade. En dat proces kan volgens hem niet wachten tot het einde van de oorlog. „Nu hebben we informatie over de gevechten, de locaties van de hotspots, kunnen we nagaan welke chemicaliën opgeslagen liggen in ontplofte loodsen. We moeten nu in kaart brengen waar na de oorlog als eerste de gespecialiseerde opruimingsdiensten naartoe moeten.”