Een havenwerker had een afspraak met een man. Ze zouden seks hebben en drugs gebruiken, zoals ze al veel vaker hadden gedaan. De havenwerker wist toen, ruim twee jaar geleden, al: ik heb hulp nodig. Hij had zijn drugsgebruik niet meer in de hand. Maar hij was dol op deze man.
Drie kwartier duurde het voor zijn vriend een goede plek op zijn lichaam vond om de drugs bij zichzelf te injecteren. Hij verloor bloed. En toen de drugs begonnen te werken, merkte zijn vriend het amper, ondanks de hoge dosering. De havenwerker schrok van zijn vriend. Hij verbrak het contact, om hem een spiegel voor te houden, zegt hij nu. „Kom op, los het op.”
Zes weken na hun afspraak was de man dood.
Hij realiseerde zich: je kunt doodgaan door dit gedrag
Nu voelt de havenwerker zich schuldig en denkt hij dat hij actie had moeten ondernemen. Een overdosis maakte een einde aan het leven van de vriend. Het brak de havenwerker, zijn stem hapert ook nu nog als hij erover vertelt, in een kale Rotterdamse behandelruimte van verslavingskliniek Antes. Hij realiseerde zich: je kunt doodgaan door dit gedrag.
De havenwerker is een lange man die zichzelf klein maakt door zijn rug te krommen. Als hij drugs gebruikt, is die verlegenheid eraf, zegt de vijftiger. Zijn naam wil hij niet in NRC, omdat hij niet wil dat zijn omgeving weet van zijn dates. In de haven is hij zélf soms betrokken bij ontslagen van mensen die drugs gebruiken.
Eerder al had de havenwerker voor zichzelf hulp gezocht bij de Rotterdamse chem-sekspoli. Elk jaar begint daar een groep van ongeveer twintig mannen aan therapie, omdat ze hun drugsgebruik tijdens seks problematisch vinden. De behandeling bestaat uit groepssessies en individuele therapie.
De havenwerker ontwikkelde een abces in zijn arm, omdat hij vaak de designerdrug 3MMC injecteerde. Eerst durfde hij niet naar zijn huisarts te gaan. Die kende hem al zijn hele leven, ook zijn familie. Toen zijn arts zich wegens verlof tijdelijk liet vervangen door iemand uit Nijmegen, durfde hij wel. Dat voelde veiliger, meer op afstand. En zij praatte op hem in.
Rioolwateronderzoek
Vier jaar geleden heeft Antes deze chemsekspoli in Rotterdam geopend. NRC sprak met drie therapeuten en vier mannen die in behandeling zijn geweest (van wie er drie in dit verhaal voorkomen).
Chemseks is seks onder invloed van drugs. Volgens de officiële definitie telt het gebruik van poppers, wiet en alcohol tijdens seks niet mee. Chemseks laat volgens Anika Molenaar, klinisch psycholoog, ook zien hoe mensen zich proberen te verhouden tot de sleur en pijn van het bestaan. Daarbij maken drugs het leven minder moeilijk, deprimerend of saai.
Drugsgebruik tijdens seks lijkt toe te nemen, daar zijn verschillende aanwijzingen voor. Eén daarvan is rioolwateronderzoek. Rotterdam doet dat onderzoek nog niet zo lang. In die stad bleek in 2021 dat er dagelijks ongeveer 2.400 gebruikershoeveelheden crystal meth door het riool gaan. In Amsterdam gebeurt het rioolonderzoek al langer en daar is duidelijk een stijgende lijn te zien in het gebruik van crystal meth. Crystal meth wordt veel gebruikt tijdens seks tussen mannen. Met de harddrug is seks langer vol te houden, mensen voelen zich er zelfverzekerder door. Het is ook erg verslavend.
Een toename in gebruik zag ook verpleegkundig specialist Christopher Tearno, die met zijn collega’s Anika Molenaar, Jesper Bakker en vier anderen de poli runt. Tearno werkte tot ruim vijf jaar geleden in het Maasstad Ziekenhuis op de infectieziektenafdeling. Hij sprak daar mannen die behandeld worden voor hiv, hoorde regelmatig over chemseks en begon daarom voor zijn masteropleiding tot verpleegkundig specialist een onderzoek in het ziekenhuis.
Hij zag dat patiënten die aan chemseks deden, veel vaker soa’s hebben, en ook veel vaker soa’s die niet vaak voorkomen. „Daar schrokken de infectiologen van.” Ook wist hij uit zijn gesprekken op de afdeling in het ziekenhuis: de mensen die hun chemseks uit de hand gelopen vonden, hadden veel psychische problemen. Vooral bij het gebruik van crystal meth deden de mentale klachten zich voor, met name bij wie de drugs injecteerde (‘slammen’).
Tearno verwees hen soms door. Maar de meeste cliënten voelden zich niet goed begrepen door de hulpverleners. Omdat chemseks een onbekend fenomeen was, waarin verschillende onderwerpen samenkwamen: verslaving, seksualiteit, daarbij ook nog vaak depressies en trauma’s. Bovendien zaten queers (verzamelterm voor lhbtqia+’ers) in groepstherapie soms tegenover hetero’s die hun levensstijl niet begrepen.


Bij Antes in Rotterdam bestaat de behandeling uit groepssessies en individuele therapie.
Foto’s John van Hamond
Daarom bedacht Tearno samen met een collega een speciale poli, die uiteindelijk is ondergebracht bij de Rotterdamse kliniek Antes, gespecialiseerd in psychiatrie en verslaving. De poli huist in een gebouw van vijf verdiepingen dat onlangs gerenoveerd is, en vanwaaruit ook Rotterdamse wijkteams van Antes werken.
Bij de ingang zit een receptioniste. Een verdieping lager, in de kelder, zijn spreekruimtes voor groepsgesprekken, individuele gesprekken en mindfulness-oefeningen.
15 tot 25 procent van de mannen die seks hebben met mannen heeft weleens chemseks gehad. Dat blijkt volgens psycholoog Jesper Bakker uit vragenlijsten. De behandelaars willen chemseks niet per definitie als problematisch bestempelen. Het wórdt vaak problematisch als het als een ontsnapping wordt ingezet, zegt psycholoog Molenaar.
Als mannen zich aanmelden, vertelt Molenaar, hebben ze vaak de grip op hun leven verloren. Hun relaties zijn verbroken, ze zijn vrienden, hun baan en inkomen kwijtgeraakt. De verslaving maakt dat ze hun werk niet meer goed kunnen doen en van niets anders nog kunnen genieten.
Tina
Bij de poli gaan vooral mannen die op mannen vallen in behandeling. De stress die hoort bij het zijn van een minderheid, speelt vaak een rol bij de ontwikkeling van de verslaving. Die stress, vertelt Bakker, vormt je al op jonge leeftijd. Als je ouders je gay-zijn niet accepteren, bijvoorbeeld. „We hebben oog voor die stressoren.”
De havenwerker is homo, vertelt hij, maar leeft in een heterowereld. Hij is getrouwd geweest met een vrouw en kreeg twee kinderen. In het dorp waar hij woonde, kende hij geen andere homo’s. Op zijn werk in de haven niet, ook niet bij de sportvereniging. Hij ontmoette mannen stiekem. Toen hij vernam dat hij hiv-positief was, wilde zijn vrouw van hem scheiden. Zijn dubbelleven stopte, en daarmee ging een wereld voor hem open, zegt hij. Op zoek naar andere homo’s belandde hij op een datingsite: Romeo. Online zag hij afkortingen en codetaal voor drugsgebruik. To the poinT bijvoorbeeld; de hoofdletter T staat voor Tina, een bijnaam van crystal meth.
Alle remmingen die hij in het normale leven voelde waren weg
Bijna tien jaar geleden ontmoette hij zo mannen die vroegen of hij langs wilde komen om xtc en ghb te gebruiken tijdens een seksdate. Oudere mannen, dat gaf een vertrouwd gevoel. „Ik was niet bang aangelegd, wilde dat wel proberen.” Hij vond het meteen geweldig. Je hield het veel langer vol, alle remmingen die hij in het normale leven als introverte man voelde waren weg.
Hij wilde meer en belandde via-via op huisfeestjes waar mensen kwamen om drugs te gebruiken en seks te hebben. Sommigen hadden kamers ingericht. Met muziek, rustige techno. Gedimde kleurlichten, vaak rood. Zo’n setting helpt voor de drugs, zegt hij.
Jehova’s getuige
Ook Ben Thomas (43) is in behandeling geweest bij de chemsekspoli. Hij groeide op als Jehova’s getuige op Curaçao, homo zijn mocht niet. Al jong geloofde hij niet meer in God, maar de normen van de Jehova’s zaten nog in zijn hoofd. Als Thomas naar bed ging met zijn vriend, hoorde hij in zijn hoofd: je bent niet goed bezig. God keurt dit af. „En toen ontdekte ik: als ik drugs gebruik, heb ik nergens last van.”
Eerst alleen in het weekend. Dat was vooral hartstikke leuk, zegt hij. Maar op den duur werd het vaker en besefte Thomas: hij had geen seks meer zónder.
Wat de behandelaars opvalt: de meerderheid van de mensen die in behandeling zijn, heeft een niet-Nederlandse achtergrond. „We merken dat zij zich vaak minder geaccepteerd voelen, niet alleen niet als homo maar ook niet binnen de queergemeenschap”, zegt Tearno. Een relatief grote groep die in behandeling is bij de poli, zijn mannen die vluchtten uit het buitenland, of uit landen komen waar homoseksualiteit een taboe is of verboden. „Zij komen met meer kwetsbaarheden naar Nederland en zijn daardoor gevoeliger om in de wereld van drugs terecht te komen”, zegt Anika Molenaar.
Tijdens de behandelingen komen bijna altijd trauma’s ter sprake, zegt ze. „Recente trauma’s, of juist uit de vroege jeugd.” Denk aan misbruik, verwaarlozing, stigmatisering, weinig emotionele warmte.
Haar collega Jesper Bakker vult aan: „Als je in je jeugd meegekregen hebt dat het slecht is wie je bent, dan kan ik me voorstellen dat seks iets heel spannends wordt en dat je middelen gaat gebruiken om de scherpe randjes eraf te halen.” Hetzelfde geldt, zegt hij, voor mensen met traumatische seksuele ervaringen. „Met middelen kun je dan over je angst komen.”

Darkroom
Een derde man (39) die therapie kreeg bij de poli vertelt NRC dat hij in zijn sessies veel sprak over bedrog in zijn leven. Hij wil anoniem blijven, omdat hij niet wil dat zijn omgeving weet van zijn drugsgebruik. Op zijn 25ste ontdekte de man, die nu werkt als steward op Schiphol, dat hij hiv-positief was. Hij had op dat moment een relatie, en zijn toenmalige vriend zei een paar maanden later: door jou heb ik nu ook hiv. Dat bezorgde hem stress. Hij voelde zich vies, niemand moest hem aanraken.
Zes jaar later leerde hij dat het andersom was geweest: zijn (inmiddels ex-)vriend had eerst hiv en besmette hém. Hij kreeg er „een kronkel” in zijn hoofd van. Zijn wereld en wat hij als waarheid zag was kapot. Hij dacht: „I don’t give a fuck anymore. Ik doe wat ik wil.” In drugs en alcohol zocht hij verdoving.
De eerste keer seks onder invloed van drugs was op een feest in Paradiso in Amsterdam: Rapido. Op dat feest is ook een darkroom, hij gebruikte xtc en wilde „van God los”. Jarenlang was het gebruik beheersbaar, zegt hij. Hij lette erop dat hij altijd op tijd op zijn werk, destijds in de ouderenzorg, kon zijn. Op vakanties kwam hij tot rust. Als hij in het vliegtuig stapte, voelde het alsof hij zijn problemen achter zich liet.
Op die manier bleef hij zijn leven volhouden, totdat corona kwam. Toen kon hij niet meer met vakantie. Hij zat alleen in zijn kamer, met zijn problemen. Hij leerde een jongen kennen, werd verliefd. De jongen bood hem ‘base’ aan, een rookbare vorm van cocaïne. „Bij de eerste hijs was ik verslaafd.” Soms lukte het hem om een paar dagen niet te roken. „Maar mijn lichaam gaf me vroeg of laat weer signalen dat het drugs wilde.”
Wildvreemden
De behandelaars zien dat hun cliënten veel snelle seks hebben met onbekenden. Molenaar vertelt over een man die acht seksdates achter elkaar had met wildvreemden – sommige dates duurden nog geen tien minuten. Maar het onverzadigde gevoel of de eenzaamheid en leegte elke keer als diegene buiten stond was net zo hevig, zegt ze. „Hij had zo’n enorm verlangen naar verbinding.” Maar hij wist niet waar en hoe hij dat kon vinden.
Als homo moet je zelf uitvinden volgens welke normen en waarden je leeft, zegt Jesper Bakker. Daarom is een belangrijk deel van de therapie het herontdekken daarvan. Wat past bij mij, wat is effectief? In plaats van: wat legt maatschappij mij op, wat legt mijn opvoeding mij op, wat legt mijn netwerk of systeem mij op?
Aan de ene kant hebben queers als ze opgroeien vaak niemand aan wie ze hun normen en waarden kunnen spiegelen. Ouders zijn meestal hetero.
De normen die queers zichzelf opleggen kunnen ook dwingend zijn, zegt Christopher Tearno. Soms lijkt het misschien zo naar de buitenwereld, maar niet alle homomannen willen een open relatie, zegt Tearno. „En niet iedereen wil iedere dag eiwitshakes drinken, naar de sportschool, en elk jaar naar [lhbtia+-vriendelijk muziekfestival] Milkshake.” Het is ook een gemeenschap waar drugsgebruik normaal is, maar een verslaving taboe.
De steward heeft een voorbeeld gemist in zijn leven. Hij vindt dat je als jonge gay aan je lot wordt overgelaten. „Je moet jezelf opvoeden.” Hij zou het fijn hebben gevonden als iemand zijn leven had voorgeleefd. Hij vraagt zich af: Zou ik dan verslaafd zijn geweest? Zou ik dan hiv hebben gehad?

Bergkristal
Acceptatie was ook een thema in de gesprekken tussen Ben Thomas en Jesper Bakker. Bakker vroeg aan Thomas hoe hij zou zijn geworden als hij in een omgeving was opgegroeid waarin er meer acceptatie was. Het zette Thomas aan het denken. Zijn hele leven had hij zich aangepast om in zijn geloof te kunnen passen. Hij vond sieraden mooi, hield van nagellak. Maar in de Antilliaanse community, en zéker als Jehova’s getuige, was dat een no go, zegt hij.
Nu verft hij zijn nagels, draagt hij oorbellen. Om zijn nek hangt een bergkristal. Zijn doel was om te stoppen met blowen. „Maar dat was veel moeilijker dan verwacht.” Nu zet hij kleinere stappen en probeert hij minder oordelend te zijn als hij een doel niet behaalt. Thomas blowt alleen in het weekend. „Die hang naar ontspanning is zo sterk.” Hij vindt het nog lastig om seks te hebben zonder. „Het is veel saaier”, zegt hij. En zonder drugs ben je onzekerder.
Die hang naar ontspanning is zo sterk
De havenwerker heeft ook niet volledig afscheid genomen van drugs. „Ik ben constant op zoek naar de balans. Ik gebruik nu één keer per drie, vier weken in het weekend.”
In de weekenden zonder drugs vult hij zijn agenda met activiteiten als sporten of het opzoeken van vrienden. „De neiging om te gebruiken is veel groter als ik thuis ben en niets doe.” Er was een tijd dat hij niet eens op het idee kwam om ’s avonds iets leuks met vrienden te doen. „Maar seks en drugs gebruiken was voor mij het allerleukste, en eigenlijk voel ik dat nog steeds.” Een verjaardag of een biertje na het sporten valt daarbij in het niet, zegt hij.
De steward heeft wel volledig afscheid genomen van drugs. Hij is door therapie met een mildere blik naar zichzelf gaan kijken en heeft zijn trauma’s een plek kunnen geven. Dat hij nu grondsteward is bij een luchtvaartmaatschappij, helpt hem om weer vooruit te kijken. „Mijn droom is om te vliegen.”
