‘Als aandachtige lezer van Süskinds roman word ik keer op keer beloond’

Schrijver Daphne Huisden: „Ik dweep met dit boek, en ook met de auteur. Ongeveer eens in de twee jaar lees ik het; het is een ritueel voor mij. In 2009 kocht ik het tweedehands voor €1,50, zie ik, ene Ingrid was de vorige eigenaar.

Iedereen verlangt ernaar om soms even van de wereld te zijn. Als kind had ik het gevoel dat ik helemaal kon verdwijnen in een boek. Dat gevoel geeft dit boek mij, nog steeds. Dat heb ik niet vaak meer, zeker niet met de overvloed aan verhalen die ik nu consumeer. Patrick Süskind beschrijft in De duif een dag in het leven van de hoofdpersoon Jonathan Noel. Hij leidt een heel regelmatig leven, totdat hij op een dag wordt geconfronteerd met een duif voor zijn deur. Daardoor komt hij in een soort neerwaartse spiraal terecht.

Toen ik het boek voor het eerst las, woonde ik op mezelf, in een tochtig antikraakpand. Ik was toen bezig met mijn debuutroman. Nu zit ik thuis met een verwarming. Dat zegt veel over wat ik zelf heb verworven. Jonathan Noel is in het boek enorm gehecht aan zijn woonplek. Dat heb ik ook. Sinds die eerste lezing heb ik een fijne plek opgebouwd. Wat als je dat kwijtraakt? Dat gevaar dreigt voor Noel in de roman. Daar kan ik steeds meer in meegaan.

Daphne Huisden is de auteur van verschillende romans, waaronder Charlatans (2021).
Foto Salih Kilic

De roman begint heel sterk; in twee pagina’s staat het verhaal zo dat je niet meer kunt stoppen met lezen. Die ervaring heb ik nu nog steeds, maar wel om andere redenen dan. De eerste keer las ik het boek onbevangen en vooral met bewondering. Nu let ik meer op de verteltechnieken, zoals de vooruitwijzingen en het taalgebruik. Het is jaloersmakend om zo’n sterk idee te hebben en dat dan zo goed uit werken. Uit het kleinhouden blijkt Süskinds vakmanschap. Als ik dat boek lees, denk ik: die man is een horlogemaker. Alle scharniertjes zijn op de juiste plek gezet.

Dit boek geeft me houvast. Als ik vastloop in het schrijven, pak ik het erbij. Wat zegt ome Patrick ook alweer? Ik bestudeer waar hij zijn komma’s plaatst, hoe hij een gedachtestroom van een personage neerzet of een scène afbreekt.

De eenvoud vind ik geweldig. Süskind is natuurlijk niet de eerste die over tragische, ongelukkige, introverte personages schrijft. Maar er is iets in zijn stijl dat me mateloos raakt. Ik pak het boek er vaak bij om die vonk terug te krijgen. Elke keer als ik het boek lees, ervaar ik weer hoe een verhaal hoort te zijn.

Wat me nu meer opvalt dan voorheen: De duif is een tragikomisch verhaal. Voorheen vond ik het vooral een komisch verhaal, nu vind ik het personage steeds tragischer. Je kan het boek op verschillende manieren lezen. Dat hangt natuurlijk ook af van je eigen stemming tijdens het lezen.

Ik heb het minstens tien keer gelezen. En toch, door het overconsumeren van verhalen vandaag de dag, vergeet ik deels hoe het afloopt. Hoe zat het ook alweer? Bij veel verhalen zie ik vooral de trucjes die de schrijver gebruikt. Dan ben ik er echt uit. Bij Süskind gebeurt dat niet. Je wordt bij hem als lezer keer op keer beloond voor je aandachtige lezing. Soms ben ik zelf tijdens het schrijven eindeloos aan het pielen aan een alinea en denk ik: wie valt dit op? Maar bij hem zie ik in dat al dat pielen wel degelijk zin heeft.”