Allergisch voor biobrandstof

Christiaan Weijts

Bij een tankstation in de Vulkaan-Eifel ontdekte ik dat ik al jarenlang de verkeerde benzine tank. Het proefballonnetje van klimaatminister Rob Jetten (D66) – verplicht extra biobrandstof bijmengen – bracht het allemaal weer terug. Het zit zo. In Nederland grijp ik blindelings naar ‘Euro95’ dat onze pompen na de wijzigingen van 2019 attent zijn blijven vermelden, als geheugensteuntje, maar deze Tankstelle gaf me het bevel te kiezen uit twee smaken: E10 of E5. Dezelfde verlamming als wanneer je ineens je pincode niet meer weet.

Google schoot te hulp. E10 bleek de waardige opvolger van mijn Euro95. Lekker volgieten dus. Weer een probleem de wereld uit. Totdat ik er dieper in dook. E10 bevat maximaal tien procent bio-ethanol en is geschikt voor alle auto’s van na 1998. Álle auto’s? Nee, één kleine serie blijft moedig weerstand bieden aan de klimaathysterie, namelijk die met een motor van het type 2AZ-FSE. Dat heb ik weer. Het enige voertuig op aarde met een ernstige bio-ethanol-allergie.

Ik weet ook wel dat dit geen doorslaggevend argument is om Jettens plan te verwerpen. Behalve dan dat ik iederéén zo’n allergie toewens.

Biobrandstof is namelijk rotzooi. Ik bedoel nog niet eens het hogere verbruik ervan, of de corrosie door het vocht dat het aantrekt als je het (zoals stadse hybride-rijders) een tijdje niet rondpompt. Ik bedoel zelfs niet de ontbossing die je ermee aanjaagt, of de voedselverspilling – redenen voor Duitsland om alweer van die E10 af willen, want net als biomassa is dit spul alleen volgens de Europese certificaten groen, maar klimaat en milieu help je er geen grassprietje mee. Maar nee, daarover hoort u mij niet.

Er is namelijk een veel groter bezwaar. Biomassa en biobrandstof zijn de rekverbandjes voor de fossiele industrie. Ze bieden een papieren oplossing voor de korte termijn en stellen echt ingrijpen uit. Ze zijn een reparatie, terwijl een transformatie nodig is.

Ook Jetten snapt dat. Want met die duurdere biobrandstof lijkt hij vooral het fossiel rijden te willen ontmoedigen, zodat we zwichten voor elektrisch. Originele gedachtegang. Als je perverse prikkels uitdeelt, kun je net zo goed voor elke benzineauto een uitlaat verplichten van twintigkaraats goud.

Nog beter: zorg eindelijk eens voor een echt haalbaar plan waarmee niet alleen de Tesla-bovenklasse een tweedehands elektrische autootje kan aanschaffen, maar ook de bescheiden 2AZ-FSE-rijder.

Ik weet het, de elektrische productie is smeriger, en de lithium- en kobaltvoorraden zijn ook eindig. Minder autorijden, minder vliegen, beter spoornetwerk, dat helpt. Maar met het afzweren van fossiel begint de omslag. We hebben een metamorfose nodig, geen tijdelijke behandeling. En zeker niet met een biologisch goedje dat garant staat voor allergische reacties.

Christiaan Weijts schrijft elke vrijdag op deze plek een column.