N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
WK roeien Sportkoepel NOC-NSF vindt ‘inspireren’ voor olympische ploegen belangrijker dan medailles, maar de bondscoach van de roeiploeg niet. Hij gooide zijn ploegen om, want alleen goud telt bij de WK en in de voorbereiding op de Olympische Spelen.
Liever één gouden plak dan drie zilveren. Zo benadert bondscoach Eelco Meenhorst de voorbereiding op de Olympische Spelen van Parijs in 2024. Deze week wordt het belangrijkste toernooi gehouden in aanloop naar de Spelen: de WK in Belgrado. Bij de laatste wereldkampioenschappen, vorig jaar in het Tsjechische Racice, haalde Nederland tien medailles – een daarvan was van goud.
Te weinig voor Meenhorst, die zijn ploegen rigoureus besloot om te gooien. Het is een opstelling die enigszins tegen de tijdgeest in lijkt te gaan. Voor de Spelen van Parijs benadrukt sportkoepel NOC-NSF namelijk juist dat het „inspireren” van mensen belangrijker is dan het aantal medailles dat de olympische ploegen halen.
„Als je stilstaat en [de resultaten van de vorige WK] probeert te evenaren, dan kom je bedrogen uit”, zegt de roeibondscoach in een gesprek met persbureau ANP. „Daarom heb ik minder in de breedte geselecteerd, maar meer prioriteiten gesteld. Ploegen die gewoon zilver pakten hebben we ingezet om goud te kunnen winnen met andere combinaties.”
Goud leek ver weg
Dat is de reden dat Roos de Jong en Laila Youssifou deze WK niet uitkomen in de dubbeltwee. Vorig jaar wonnen ze een zilveren medaille op de WK in Tsjechië, en ze zouden ook medaillekandidaat kunnen zijn bij de Spelen. Maar goud leek ver weg, en daarom heeft de bondscoach De Jong en Youssifou aangeraden om zich te concentreren op de dubbelvier.
„Het gat met de Roemeense roeisters was te groot en die leken onverslaanbaar. En dus heb ik besloten in te grijpen. Dat was best wel moeilijk voor ze en dat vonden ze niet makkelijk te accepteren. Bij dat soort gesprekken kwamen ook behoorlijk wat tranen kijken. Maar uiteindelijk gaat het om winnen en niet om tweede of derde worden”, zegt Meenhorst.
Ik ga iemand niet kansloos mee laten roeien
Eelco Meenhorst bondscoach
Verschillende roeiers die in de ogen van Meenhorst niet goed genoeg waren, zijn uit de selectie gezet. „Dat is het minst leuke onderdeel van het werk, maar je moet gewoon eerlijk zijn: als iemand niet snel genoeg is, dan moet je dat ook gewoon zeggen. Ik ga iemand niet gelukkig maken door diegene in het team te houden en kansloos mee te laten roeien.”
In Belgrado hoopt Meenhorst dus vooral op meer gouden medailles dan vorig jaar, toen alleen Karolien Florijn de beste was, in de skiff. Meenhorst: „We zijn een ambitieus roeiland, maar hebben nog nooit olympisch goud gewonnen bij de vrouwen in de open categorie. Dat kan toch niet? Ik kijk voor de WK en op de Spelen niet zozeer naar het aantal medailles, maar ik wil zoveel mogelijk goud winnen.”
De opstelling van Meenhorst is sportief gezien verklaarbaar, maar lijkt op het eerste gezicht in tegenspraak met de ambitie die sportkoepel NOC-NSF heeft geformuleerd voor de Olympische Spelen van Parijs. Chef de mission Pieter van den Hoogenband verraste deze zomer met de mededeling dat medailles niet meer het belangrijkste zijn voor de ploegen. „Het gaat om verhalen, niet om medailles”, zei Van den Hoogenband.
De zogenoemde ‘toptienambitie’ is daarmee losgelaten. Meer dan tien jaar werd in de Nederlandse olympische equipe gewerkt aan het creëren van een topsportklimaat, waarbij de medailleoogst als ultieme graadmeter werd gezien. Nederland wilde, onder leiding van de ex-directeur topsport Maurits Hendriks, bij de beste tien landen ter wereld horen. Dat lukte in Tokio (2021) – Nederland werd zevende in het medailleklassement (10x goud, 12x zilver, 14x brons).
Kwetsen en intimideren
Op de vleugels van de tijdgeest kwam er na dat toernooi steeds meer kritiek op die ambitie. In meerdere sporten kwamen verhalen naar buiten over grensoverschrijdend gedrag, vaak door coaches ten opzichte van atleten. Bij de Nederlandse hockeyvrouwen en in de triatlonselectie heerste bijvoorbeeld een onveilige teamcultuur, bleek uit onderzoeken. Ook in het roeien bleek na een onderzoek dat er een topsportcultuur was waarin atleten werden gekwetst en geïntimideerd (er was geen sprake van seksueel grensoverschrijdend gedrag).
Tijdens de laatste ledenvergadering van de roeibond, op 1 april, zei algemeen directeur Christa Grootveld dat de sfeer en cultuur „positief” zijn veranderd. Ruben Knab, voorzitter van de atletencommissie, vond dat er „nog veel werk verzet moet worden”. Wel zei hij namens de atleten dat de bond ernaar moet streven „om de beste te zijn.”
Daarin schuilt precies de lastige klus voor bondscoaches zoals Eelco Meenhorst: uitstralen de beste te willen zijn en soms harde beslissingen nemen, maar óók een prettige omgeving scheppen voor alle atleten. Dat kan samengaan, maar het is voor veel coaches en bestuurders zoeken naar een nieuwe balans. Een sterke focus op medailles is daarbij volgens NOC-NSF niet de beste voedingsbodem.