Ik woonde twee keer een half jaar in Engeland en daar kwam ik de toad in the hole regelmatig tegen. Ik heb het nooit gegeten, want die vette worstjes in een deegklont stonden me behoorlijk tegen. De naam helpt ook al niet mee! Maar een groentevariant, dat sprak me direct aan. Man Rob dacht dat het veel werk zou zijn, maar dat viel mee. Wel even op tijd beginnen, want door de gaartijden kostte het wel een uur en een kwartier. Omdat ik dacht dat de groente iets te donker zou worden, heb ik de pan in de oven afgedekt met aluminiumfolie. We vonden het beiden heerlijk! Alle smaken van de verschillende groenten, het zoete van de wortel en de ui, het zachte van de prei, het lichte bittertje van de spruitjes, kwamen goed tot hun recht. Dat alles in een zacht jasje met een krokante bodem. En de uiensaus erbij maakte het helemaal af. Weg met die worstjes en die ‘pad’. We noemen hem ‘Veg in the hole’ en hij komt bij onze toprecepten. In goed gezelschap van eerdere recepten van Janneke, zoals Einde-van-de-zomersoep (die maak ik elk jaar met een portie weemoed), succotash en poireaux vinaigrette.
‘Zomer 1965, Else en Teun Stekelenburg. Dolverliefd op een zomerkamp in Wilnis. Ze hadden elkaar net leren kennen via hun beide broers, die bevriend waren. Binnen een jaar werd het een moetje, want ik was op komst. Ze trouwden in juni 1966.
We werden een liefdevol gezinnetje met mij als liefdeskind. In 1976 werd mijn zus geboren en drie jaar daarna nog een tweeling. Dat veranderde ons gezin totaal. Er was voor mij als dertienjarige puber nauwelijks meer aandacht. Ik moest vaak meehelpen in het verzorgen van de kleintjes. Zodra ik achttien werd, vertrok ik. Ik was aangenomen op de Filmacademie in Amsterdam en ging mijn eigen weg.
Mijn vader werkte met plezier 35 jaar lang bij dezelfde organisatie. Mijn moeder was ondernemender. Ze bestierde naast het gezin een antiekwinkel, vervolgens een tweedehands boekwinkel, organiseerde boekenmarkten en werd antiquaar.
Na het pensioen van mijn vader in 2005 verhuisden ze van Zeist naar Bergen aan Zee: de droomplek van mijn moeder. Daar genoten ze jarenlang van. We beleefden met z’n allen mooie momenten met inmiddels een grote familie met negen kleinkinderen en (sinds 2022) mijn kleinzoon.
Mijn vader overleed op 4 oktober 2023 aan alvleesklierkanker, na een feestelijk bourgondisch leven met te weinig beweging. Niet lang daarna ging mijn moeder hard achteruit en kreeg in februari 2024 de diagnose alzheimer. Ze woont nu beschermd in een verzorgingstehuis in Zeist en verliest stukje bij beetje de grip op haar leven. Zo verloor ik na mijn vader ook mijn moeder, de sterke vrouw die ze was.
Ik vond deze foto bij het opruimen van hun huis. Het geeft me troost en ik denk aan die gelukkige eerste tien jaar van mijn leven.”
Naar Amerika. Kicken!, kraaiden vrienden. Huur een pick-up! Een monster-suv, een muscle car, een Mustang-cabrio! Je leeft maar één keer!
Nee. Een cabriolet is te heet, een pick-up te groot, een Mustang te luid. Waarom zou ik scheuren in een land waar de geringste overtreding tot een bankroet leidt? Verder trek ik met testauto’s te vaak meer aandacht dan me lief is. Ik wil twee weken lang de normaalste, onopvallendste wagen van de wereld.
Dat werd de Toyota Corolla. Die is in de VS populairder dan bij ons, waar hij uitsluitend als hybride wordt geleverd. Dat is mijn huurauto met zijn tweeliter-benzinemotor niet, wel een stuk cultuurgeschiedenis dat ik wil meemaken. Dit is met de Honda Civic de Japanner die de Amerikanen na de oliecrisis van 1973 zuinig leerde rijden, het perfecte gemiddelde van nuttige eigenschappen. Wendbaar, efficiënt, discreet. Hij is wat voor de letteren Goethes Faust en voor de muziek Beethovens Negende is, een klassieker die je hoort te kennen.
Ik huur de simpelste uitvoering van de bij ons niet meer geleverde sedanversie. Die hier in onbruik geraakte, in de VS nog altijd geliefde carrosserievariant heeft een aangeplakte, van de zitruimte gescheiden kofferbak waarvan de praktische voordelen zijn vergeten. Door de extra lengte van de auto schuif je er moeiteloos twee forse rolkoffers in, wat je met een hatchback niet hoeft te proberen. En hij is spotgoedkoop. Voor 23.000 dollar, ruim 20.000 euro, krijg je airco en automaat, elektrische ramen en spiegels, comfortabele stoelen en een doorsneeverbruik van 1 op 17.
In Nederland zou hij dankzij de fiscus duurder uitvallen, maar waarom heeft Toyota hier niet zo’n Dacia-achtige prijsvechter in de showroom? Omdat wij hem saai vinden. Zijn non-esthetica stamt uit een tijd waarin het als beschaafd gold juist niet op te vallen. Ruim 50 miljoen kopers vonden dat net als ik een aanbeveling. Mooi zijn heeft in Trump-land toch geen zin. Slechte wegen en bruuske parkeergewoonten laten niets van je auto heel. Men parkeert in steden zo dicht op elkaar dat het schaderisico levensgroot is. Nergens zie je zoveel auto’s met ernstige frontschade als in Los Angeles. Moderne auto’s hebben geen simpel vervangbare, effectief beschermende losse bumpers meer. Wat zich tegenwoordig bumper noemt is op zijn gunstigst een in een groter carrosseriepaneel opgenomen, uitstulpend stuk plastic. Wie dat frontaal raakt, verwoest meteen de halve voorkant. En helaas hebben in de VS veel oude auto’s geen achteruitrijcamera’s of parkeersensoren. In Yosemite National Park zie ik na een wandeling een bizarre deuk in mijn motorkap. Daar moet zich het fietsenrek van een bejaarde camper in hebben geboord. De rest van het front is krasvrij, maar door de druk op de neus is het volumineuze carrosseriepaneel met de complete grille ontzet. Gelukkig was ik goed verzekerd.
Een deuk in de motorkap. Daar moet zich het fietsenrek van een camper in hebben geboord.
Foto Bas van Putten
Death Valley
Verder blijkt mijn sedannetje perfect voor een roadtrip. Aan een stillere auto had ik niets gehad. Door de staat van het wegdek was het lawaai aan boord ook in duurdere modellen oorverdovend geweest. De Corolla is de postkoets naar geluk dat boven auto’s uitstijgt. Hij brengt me naar de grootste sequoia van Yosemite, verbijsterende monsterboom die met een geschatte leeftijd van tussen 1.900 en 2.400 jaar misschien Jezus nog heeft meegemaakt. Hij voert me ijskoud onvermurwbaar door het macabere en bloedhete Death Valley. Ik kijk mijn ogen uit zonder een seconde aan mijn huurauto te denken. Ook in een achtcilinder-monstertruck of open Mustang was ik glad vergeten wat ik reed. Ik werd betoverd door iets groters. Dáárom hadden ruim 50 miljoen Corolla-rijders schijt aan hun zichtbaarheid. Ze kachelden saai maar tevreden naar de Jezusboom, een wonder waar geen Ferrari aan kan tippen. Van die betrekkelijkheid zou de hedonistische belevingsjager in de Europese automens iets mogen opsteken. Hij moet wel diep ongelukkig zijn, dat hij zoiets banaals najaagt als openbare aandacht. De Corolla ontmaskert de achilleshiel van de westerse identiteitsobsessie, de onverzadigbare drang gezien te willen worden. Dat is in het ik-tijdperk wel iets om over na te denken in een land waar mensen zo een jaarsalaris stukslaan op exact dezelfde auto als hun buren. Enfin, voor wie zijn exhibitionisme meester is, zijn in Nederland nog 26 gebruikte Corolla-sedans te koop in de tot 2023 geleverde hybride-versies, voor tussen de 15- en 20.000 euro niet kapot te krijgen en spatzuinig. Van harte aanbevolen.
Een logisch leesbaar ontwerp maken is niet de ambitie van elke vormgever of typograaf. Op boekomslagen zien we het ook veel, de drang om in een verticaal vlak zo veel en zo groot mogelijke letters te kunnen plaatsten, die je vervolgens zelf bij elkaar moet puzzelen. Het zijn vele zijpaden op het door typografen zo gewaardeerde lettermatje, waar ontwerper Walter Nikkels ooit bekend mee is geworden. De mkb-varianten op die zienswijze zien we bij schoenenzaak PA ST in Horst of bij WO ON ZO OI in Groningen (allebei inmiddels gesloten). In Naaldwijk bestaat Makelaar MALK ENH ORST die zijn huizen TEK OOP zet, iets waar ik als letterconsument het schuim van op de bek krijg. Vooral als de afbreking dus niet op de lettergreep is. Zoals het FRI ESM USE UM in Leeuwarden. Het waarom laat zich raden, het is net als de irritante wasmiddelreclames uit de jaren negentig. Als iets de overtreffende trap van irritant is, dan hebben we het erover én blijft het plakken. Degene die dit spelletje wat mij betreft uit heeft gespeeld, is Yoni Drijfhout, verantwoordelijk voor de marketing en merchandise bij TivoliVredenburg in Utrecht. Drijfhout: „Het was eerst het ontwerp voor onze stempel als je naar binnen en buiten ging. Het was leuk dat het precies paste in een vier-bij-vierontwerp, maar letterlijk achter elkaar vond ik stom. Nu is het dit en ja, missie geslaagd denk ik. Onze medewerkers snappen het, het publiek pas na tien keer kijken. Maar ja, jij staat het toch ook weer te fotograferen, hè?’