N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Opvolger Scholtes, sinds 2007 actief in de Amsterdamse politiek, neemt de portefeuille Zorg en ICT over van Shula Rijxman, die afgelopen maand na minder dan een jaar weer uit haar functie trad.
Alexander Scholtes wordt de nieuwe wethouder Zorg en ICT voor de gemeente Amsterdam. Dat maakte zijn partij D66 dinsdag bekend. Scholtes volgt daarmee Shula Rijxman op die afgelopen maand na minder dan een jaar weer uit haar functie trad.
De veertigjarige Scholtes is sinds 2007 actief in de Amsterdamse politiek. Op dit moment is hij stadsdeelvoorzitter Centrum en eerder was hij beleidsadviseur van D66 Amsterdam, fractievoorzitter in stadsdeel Zuid en politiek adviseur van Kajsa Ollongren in haar tijd als wethouder van Amsterdam. Scholtes wil zich naar eigen zeggen „inzetten om de kansenongelijkheid in Amsterdam aan te pakken. In Amsterdam hebben niet alle kinderen dezelfde kansen om gezond en veilig op te groeien.”
Shula Rijxman kondigde in februari plots haar vertrek aan als wethouder. In een brief aan de gemeenteraad stelde ze destijds dat ze als bestuurder „in de praktijk te vaak onderwerp van gesprek” was om haar taken goed te kunnen uitvoeren. Vanaf haar aantreden in juni vorig jaar werd Rijxman, achtervolgd door een affaire uit haar tijd als NPO-voorzitter. Een klokkenluider die mogelijke misstanden bij de publieke omroep meldde bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, werd nooit ingelicht dat de verantwoordelijke topambtenaar een „vriendschappelijke relatie” onderhield met Rijxman.
Later moest Rijxman in de raad ook verantwoording afleggen voor de subsidie van de gemeente Amsterdam aan het omstreden cold case-onderzoek naar het verraad van Anne Frank. Ze moest toegeven dat ze, ondanks een eerder gedane belofte, geen onderzoek had laten uitvoeren naar terugvordering van het subsidiegeld.
De financiële plannen van het kabinet leken na de onderhandelingen in augustus waterdicht. Op Prinsjesdag liep minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) lachend met zijn koffertje de grote debatzaal van de Tweede Kamer binnen. Om zijn begroting en de Miljoenennota zat een strik: hij was klaar. Tenminste, dat dácht hij. Want hoewel Heinen voor de begroting steun lijkt te krijgen, blijken de toekomstplannen nog een gevoelig los einde te hebben.
Tweede Kamerlid Tjebbe van Oostenbruggen van coalitiepartij NSC was namelijk „onaangenaam verrast” door een bezuiniging op ontwikkelingshulp. Dat zei hij tijdens het jaarlijkse debat over de begroting met de minister van Financiën woensdag en donderdag.
De coalitiepartijen zijn overeengekomen dat het kabinet meer dan 2 miljard bezuinigt op ontwikkelingshulp. Maar daar bovenop, bleek uit de begroting, snijdt het kabinet meer, ook komende jaren. Het laat namelijk een tientallen jaren oude norm los waarmee de uitgaven aan ontwikkelingshulp gekoppeld zijn aan de grootte van de economie. Dáár heeft NSC niet mee ingestemd, zegt Van Oostenbruggen.
Waarom levert dit een extra bezuiniging op? De economie groeide in de economische voorspellingen van het Centraal Planbureau afgelopen augustus. Daarom heeft het kabinet tijdens de onderhandelingen kort voor Prinsjesdag bijvoorbeeld extra geld moeten bijleggen voor Defensie om aan de NAVO-norm van 2 procent van de economie te voldoen. Voor ontwikkelingshulp gold een norm van 0,7 procent van de economie. Ontwikkelingshulp kon daarom in augustus ook aanspraak maken op extra geld.
Minister Reinette Klever (PVV), die over ontwikkelingshulp gaat, heeft verwijzend naar de norm tijdens de onderhandelingen in de ministerraad afgelopen augustus ook om meer geld gevraagd. Dat financiële probleem is volgens bronnen rond het kabinet op voorspraak van minister Heinen opgelost door te zeggen: laten we die norm loslaten, in ieder geval voor 2025.
Nachtelijk overleg
Dat is best uitzonderlijk. De norm is in 1972 afgesproken bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en is later bevestigd door de Verenigde Naties. Nederland heeft zich daar sindsdien altijd aan gecommitteerd en kwam lang uit boven de 0,7 procent, zegt Peter Ras, woordvoerder van Oxfam Novib.
Het kabinet Rutte I en II schroefden dat tot ver onder de 0,7 terug. Rutte III en Rutte IV gaven weer iets meer uit aan ontwikkelingshulp, tot 0,66 procent, zegt Ras. Maar uitgaven aan ontwikkelingshulp bleven, ook bij dat terugschroeven, verbonden aan de economische groei. Vervolgens werden de bezuinigingen daarvan afgetrokken. Dit kabinet lijkt nu dus helemaal te willen afstappen van de koppeling, waardoor minister Klever niet automatisch aanspraak zou kunnen maken op extra geld als de economie groeit.
Het punt van Van Oostenbruggen is: op het volledig loslaten van de norm hebben de partijen die dit kabinet steunen in de Tweede Kamer nooit een akkoord gegeven. NSC en BBB zeggen allebei dat daar tijdens de coalitieonderhandelingen geen afspraken over zijn gemaakt.
En, zegt de NSC’er: tijdens de nachtelijke bijpraatsessies eind augustus op het ministerie van Financiën over de begroting, heeft de minister de aanwezige Kamerleden van de coalitiepartijen daar ook niet op gewezen. Hij wil daarom weten: heeft de minister van Financiën hier dan steun voor bij ándere partijen?
Heinen keek fronsend toe vanuit het ministersvak. Op donderdag gaf hij een ingewikkeld antwoord. Hij kon niet garanderen dat het budget voor ontwikkelingshulp automatisch gekoppeld blijft aan de ontwikkelingen van de economie. En simpel omschreven zei hij ook: als je wél zou koppelen, dan moeten we daar geld voor vinden bij de volgende momenten als we daarover beslissen. Oók in komende jaren.
Het is zeer de vraag of Heinen voldoende steun heeft voor het loslaten van de koppeling. De ChristenUnie heeft namelijk een motie klaarliggen waarin het oproept om de 0,7-procentsnorm te behouden. De motie is ook ondertekend door GroenLinks-PvdA, D66, CDA, SGP en Volt. Ook SP, Partij voor de Dieren en Denk zullen de motie naar verwachting steunen.
Als NSC dinsdag ook voor de motie stemt, ziet Heinen een meerderheid tegenover zich. Het is nog niet duidelijk hoe NSC dinsdag zal stemmen. Van Oostenbruggen zegt tegen NRC de motie eerst met zijn fractie te willen bespreken.
Btw-verhoging
Het kán, als de minister van Financiën het slim speelt, ook een kans zijn. Voor de begroting van 2025 heeft het kabinet in de Eerste Kamer nog geen meerderheid. Heinen is in de augustusonderhandelingen de christelijke partijen al tegemoetgekomen door de versobering van de giftenatrek deels terug te draaien. Als hij een oplossing weet te vinden voor de 0,7-procentsnorm, heeft hij op nog een punt geluisterd naar de christelijke partijen.
Verder verliepen de financiële beschouwingen rimpelloos. Op andere punten van de begroting hield de coalitie het front wel gesloten. Begrotingsaanpassingen leken niet mogelijk. Voor de oppositiewens om de btw-verhoging op onder andere boeken en cultuur terug te draaien, is vooralsnog geen geld gevonden. Als dat wel gevonden wordt, dan hebben de coalitiepartijen afgesproken dat ze het alle vier eens moeten zijn met de herkomst van het geld.
Een aantal partijen was ontevreden over de economische voorspellingen van het CPB. Die laten vaak een negatief beeld zien, zeggen partijen, maar achteraf valt dat vaak mee. Eind september bleek bijvoorbeeld dat Nederland, in tegenstelling tot eerdere verwachtingen, meer geld ontvangt dan het uitgeeft. Heinen reageerde dat Nederland beter raamt dan andere landen en wijst erop dat we door de coronapandemie uit economisch lastig voorspelbare jaren komen. Hij werkt aan een manier om realistischer te begroten en stelt daarvoor een „expertgroep” op.
Lees ook
Kabinet wil snoeien in ontwikkelingshulp: ‘Als iets wordt wegbezuinigd, is de kans heel klein dat het terugkomt’
Ajax heeft in zijn tweede wedstrijd in de Europa League geen vervolg kunnen geven aan de eerdere klinkende start in het toernooi. In Tsjechië werd het 1-1 tegen Slavia Praag. De Amsterdammers speelden het laatste kwartier met tien man na een rode kaart voor verdediger Youri Baas.
Trainer Francesco Farioli moest puzzelen voor de wedstrijd, nadat Jordan Henderson, Kian Fitz-Jim en Bertrand Traoré zich in de ziekenboeg meldden, waar onder meer Wout Weghorst, Steven Berghuis en Sivert Mannsverk al in zaten. Kristian Hlynsson en Branco van den Boomen kregen daardoor een kans in de basis.
Ondanks een fel begin van Slavia Praag waren de eerste kansen voor Ajax-spits Brian Brobbey, die het vizier niet op scherp had staan. Branco van den Boomen had dat wel: hij benutte in de 18e minuut een penalty nadat rechtsbuiten Christian Rasmussen in het strafschopgebied onderuit werd gehaald. Slavia Praag kreeg steeds meer de controle over de wedstrijd, al resulteerde dat voor rust niet in grote kansen. Brobbey had nog wel de mogelijkheid op de 0-2, maar schoot naast.
Overleven in Praag
De tweede helft werd overleven voor Ajax: Slavia Praag zette de bezoekers constant onder druk en het lukte de Amsterdammers niet om daar onderuit te voetballen. Hoe beperkt de keuzes voor trainer Farioli waren, bleek toen vleugelverdedigers Owen Wijndal en Anton Gaaei werden ingebracht voor buitenspelers Mika Godts en Christian Rasmussen.
De boomlange invaller Tomas Chory kopte niet veel later de gelijkmaker binnen, en toen Youri Baas zijn tweede gele kaart kreeg, kon Ajax al helemaal niet meer dan proberen tegen te houden. De Tsjechen kwamen echter niet meer tot grote kansen en Ajax zal tevreden zijn met het gelijkspel, het hoogst haalbare in Praag.
Volgens de Koran en Bijbel was het Belqis (de Arabische naam van de koningin van Sheba) die Jemen bijzondere specerijen cadeau gaf waarmee het koninkrijk grote rijkdom verwierf. De belangrijkste twee waren wierook en gom, in die tijd de duurste producten.
Het Jemenitische rijk was zo welvarend dat de Romeinen het Arabia Felix noemden, ‘felix’ is Latijn voor gelukkig. Jemen was een historisch belangrijke handelshaven die naast specerijen en wierook ook bekend was om de honing en koffie. Historici gaan ervan uit dat koffie oorspronkelijk uit Ethiopië komt, maar de eerste geschreven bronnen over de teelt ervan stammen uit de twaalfde eeuw en werden in Jemen gevonden.
Een historisch en cultureel rijk land dus, met bijzondere architectuur en een grote liefde voor eten en mooie geuren. En land van de qat, het stimulerende blad waar Jemenieten graag op kauwen.
Maar Jemen lijdt sinds 2014 onder een verwoestende burgeroorlog, die tot een enorme humanitaire ramp heeft geleid. Wie kan, vlucht. Een klein deel van hen kwam in Nederland terecht.
In 2020 werd het eerste Jemenitische restaurant van Nederland, Yemeni, in Amsterdam geopend – na een jaar verhuisde het naar Den Haag. Inmiddels zijn er in verschillende steden restaurants te vinden. Alleen al in Den Haag is er een handvol. Eén daarvan is Reef AlYemen, aan de multiculturele Stationsweg. Het eten is er halal en er wordt geen alcohol geserveerd.
De Jemenitische keuken heeft haar eigen karakter, maar kent ook invloeden uit Azië en Oost-Afrika en heeft gelijkenissen met Arabische en Midden-Oosterse culinaire tradities.
Zoals het voorgerecht dat we nemen, een mix van de bekende vegetarische dips: hummus, mutabal, baba ganoush en tabouleh. De hummus is romig, met de vertrouwde ondertoon van tahin en de lekkere kick van de knoflook. De mutabal heeft die fijne rokerige smaak van gebrande aubergine en de baba ganoush is aangenaam licht en fris, net als de kruidige tabouleh. De namen mutabal en baba ganoush worden vaak door elkaar gebruikt, maar mutabal is een romige dip met tahin en knoflook, bij baba ganoush wordt de aubergine grover gehakt en geen tahin gebruikt. We vegen het bord schoon met uitstekend mulawah-brood.
Tanur
Jemenitische mulawah is een platbrood dat traditioneel wordt gebakken in de klei-oven, de zogenaamde tanur-oven, die hetzelfde is als de tandoor; mooi hoe je aan de namen gemeenschappelijkheid herkent.
Je moet mulawah warm eten, anders wordt het hard en mis je de heerlijk zachte, gelaagde structuur en krokante korst. Ik stort me erop als we nog een warme mulawah krijgen bij sissend hete garnalen in een zalig donkere saus. De combinatie van gekaramelliseerde ui, tomaten en specerijen geeft diepte aan de saus en maakt haar verslavend lekker.
Sowieso zit het bij Reef AlYemen wel goed met de specerijen en kruiden. Een vegetarische soep met kikkererwten, vermicelli, gerst en tomaten ziet er nederig uit, maar nog voor ik een lepel neem, vult mijn neus zich met de bekoorlijke geur van komijn. Het is een verwarmende en verkwikkende soep, zo eentje die vermoeidheid en verkoudheid verjaagt.
Een van de bekendste en populairste nationale gerechten van Jemen is mandi; het wordt traditioneel ondergronds gegaard in de tanur-oven en gemaakt met basmatirijst, vlees en specerijen. Het gerecht vindt zijn oorsprong in de zuidelijke stad Hadramout en is ook in andere Arabische landen geliefd. Op de kaart staat zowel een versie met zowel lam als kip; we kiezen kip en krijgen een vorstelijke schaal met saffraan gekleurde rijst (witte, gele en oranje korrels) met gemak groot genoeg voor twee personen. De rijst heeft van die mooie lange korrels en is verrijkt met gekarameliseerde ui, de kip is heerlijk zacht en mooi gegrild, de huid is krokant. In een apart kommetje erbij zit ‘sahawek’, een frisse chili-tomatensaus. Eerst proef je het verkoelende van de tomaat en limoen, daarna voel je de pit van de chili op je tong tintelen. Ik vind de saus perfect, voor mijn tafelgenoot, die doorgaans chilipepers uit het vuistje eet, is ze te pittig.
Met de desserts betreed ik nieuw terrein: ze hebben allemaal brood als basis. Nu zijn gerechten met brood of deegwaren in jus of saus heel gebruikelijk in de Maghreb en het Midden-Oosten. Nog onlangs proefde ik in mijn geboortestad een hartig-zoete variant met kip, flinterdun deeg, gekaramelliseerde uien en rozijnen.
Maar de ‘areeka royal’ die we delen, een portie waar een heel gezin van kan eten, lijkt op niets wat ik ooit geproefd heb. Het bestaat uit een stevige mix van brood, dadels en room, afgetopt met mozzarella – die ietwat domineert – krokante noten en honing. Het is zware kost, maar ik vind het wel interessant om dit type dessert verder te verkennen. Het zou niet misstaan als ontbijt. Van mij had er alleen wel iets meer honing bij gemogen.
Het eten bij Reef AlYemen is buitengewoon smakelijk en de bediening hoffelijk. Het plastic op de tafels ontsiert de boel een beetje, maar als je zo goed kookt, ga ik daar niet over zeuren. Het enige wat ontbreekt, is goede Jemenitische muziek uit de speakers.
Er wordt in Nederland veel gemopperd op nieuwkomers en de multiculturele samenleving, maar dit is waar die voor mij voor staat: onbevangen ontmoetingen aan tafels vol heerlijkheden. Mensen nemen een enorme rijkdom aan cultuur mee. Zeker voor Jemen is het van onschatbare waarde dat zijn culinaire cultuur in de diaspora levend wordt gehouden en gedeeld.