Het leek een grap zoals alleen hij die kon maken. Want ineens was Aleksej Navalny er weer. Alsof hij acht maanden na zijn dood Vladimir Poetin nog even iets wilde inwrijven, zo van ‘Je hebt me weliswaar vermoord, maar ik zal je alsnog krijgen.’ Hij deed dat met zijn autobiografie Patriot, die dinsdag in 22 talen, inclusief het Russisch, werd gelanceerd.
Van over het graf klonken Navalny’s woorden nog even strijdlustig als toen hij nog leefde. ‘Jullie en niet ik worden bang gemaakt en de wil om je te verzetten wordt jullie ontnomen’, lees je bijvoorbeeld nadat hij op 4 augustus 2023 opnieuw veroordeeld is tot een lange gevangenisstraf. Hij weet inmiddels dat hij de gevangenis niet zal verlaten zolang Poetin leeft.
Navalny (1976-2024) begon aan zijn autobiografie toen hij in 2020 in Duitsland herstelde van zijn vergiftiging door de Russische geheime dienst. Maar het grootste deel schreef hij in gevangenschap, na zijn terugkeer naar Rusland, in januari 2021. Hoe hij erin slaagde dat te doen, is een raadsel. Hoogstens kun je je voorstellen dat hij zich, na afloop van zijn dwangarbeid achter de naaimachine, in een hoekje terugtrok om zijn levensverhaal op te schrijven. De schriftjes waarin hij dat deed werden door zijn advocaten naar buiten gesmokkeld.
Naarmate Navalny langer in het strafkamp zat, maakten zijn cipiers hem het schrijven moeilijker. Tijdens zijn laatste maanden kreeg hij nog maar een half uur per dag pen en papier. Zijn laatste dagboeknotitie dateert van 17 januari 2024, toen hij nog maar een maand te leven had: ‘De overwinning is onvermijdelijk. Maar voorlopig moeten wij niet opgeven en vasthouden aan onze overtuiging.’
‘Doodgaan doet in het echt niet zo’n pijn’, luidt de laconieke beginzin van Navalny’s relaas. Hij schrijft die woorden in een Berlijns ziekenhuis over zijn vergiftiging die hem in het vliegtuig van Tomsk naar Moskou had moeten doden. Op het nippertje overleefde hij het, dankzij een fatsoenlijke piloot die een noodlanding maakte en Angela Merkel die hem naar Duitsland haalde.
Vanaf die gebeurtenis gaat hij terug in de tijd en vertelt hij over zijn leven, dat in de eerste twintig jaar typerend is voor de meeste Sovjet-burgers van zijn generatie. Toch laat juist die periode zien waar zijn gevoel voor onrecht vandaan komt. Het grote kantelpunt in zijn leven is de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl in 1986. Navalny is dan tien en woont met zijn ouders – zijn vader is beroepsmilitair – op een militaire basis in de buurt. Terwijl de ramp zich onder zijn ogen voltrekt, wordt op het televisienieuws iets heel anders verteld. Vanaf dat moment weet hij dat de staat leugens verspreidt. En als ze dat over Tsjernobyl doen, zal dat in andere gevallen niet heel anders zijn.
Zijn ouders moeten toch al niets van de staat hebben, ook al zijn ze patriotten. Voortdurend zijn ze bang om afgeluisterd te worden. Als er vrienden op bezoek komen, verstopt zijn moeder de telefoon zelfs onder een kussen. De staat beschouwen ze ‘als een vergissing die we zelf hadden begaan.’
Gorbatsjov als voorbeeld
Zoals Navalny’s Oekraïense grootmoeder Lenin haat, wiens ideeën tot de collectivisatie van de landbouw en de daaropvolgende hongersnood hebben geleid, haat hij Gorbatsjov, die met zijn halfslachtige hervormingen de Sovjet-Unie in een chaos heeft gestort. Toch krijgt Navalny op den duur bewondering voor de Sovjet-leider, omdat hij anders dan zijn meeste ministers niet corrupt was. Ook heeft Gorbatsjov laten zien dat de door veel Russen aangehangen opvatting dat een individu geen invloed op de geschiedenis kan hebben niet altijd opgaat. Daardoor is hij voor Navalny een voorbeeld in zijn strijd tegen het Kremlin.
Van elke bladzijde in het met veel schwung geschreven Patriot spat de dadendrang. Na zijn rechtenstudie aan de Moskouse Loemoemba Universiteit, waar hij zich ergert aan de corruptie, werkt hij bij een vastgoedmakelaar en verdient hij goed. Tegelijkertijd lonkt de politiek en de strijd voor een beter, eerlijker Rusland. Dan duikt ineens de anti-corruptieactivist Navalny op, die voor niets en niemand bang is en zijn dapperheid met de dood zal bekopen. Maar ook als politicus bij de liberale oppositiepartij Jabloko, die hij te laf en traag vindt, ligt hij dwars. Anders dan zijn partijgenoten beseft hij dat je alleen met een zo breed mogelijke aanhang een vuist tegen Poetin kunt maken. Daarom sluit hij zich in 2006 aan bij de Russische Mars, een verzamelbak van alles wat extreem-rechts, nationalistisch, monarchistisch en fascistisch is. Het leidt ertoe dat hij uit Jabloko wordt gegooid. Tot na zijn dood zal hem zijn deelname aan die Russische Mars worden nagedragen. Andere oppositiepolitici zoals Boris Nemtsov wantrouwen hem hierdoor, maar trekken vanaf de grote anti-Poetindemonstraties in Moskou van 2011 en 2012 samen met hem op, zij het niet van harte.
Over de Krim laat hij zich spaarzaam uit. Weliswaar veroordeelt hij de Russische annexatie van het schiereiland in 2014, maar nergens komt hij terug op zijn uitspraken dat de Krim de facto bij Rusland hoort en dat Oekraïne het nooit zal terugkrijgen. Uit het weinige dat hij over de oorlog in Oekraïne schrijft, kun je gerust opmaken dat het Russische imperialistische denken ook bij hem zijn sporen heeft nagelaten.
Lees ook
Joelia Navalnaja: ‘We moeten blijven vechten en ik ben ervan overtuigd dat we op een dag zullen winnen’
Veel nieuws bevat Patriot niet voor wie Navalny nauwlettend heeft gevolgd. Wel laten zijn hartverscheurende gevangenisdagboeken, die de laatste tweehonderd bladzijden van het boek beslaan, zien hoe hem op sadistische manier het leven onmogelijk is gemaakt, onder meer door de 295 dagen die hij in eenzame opsluiting doorbrengt en door het weinig voedzame eten dat hij na een hongerstaking krijgt. En zelfs dan laat zijn gevoel voor humor hem niet in de steek. Steun vindt hij ook in de Bergrede, die hij in het Russisch, Engels, Frans en Latijn uit het hoofd wil leren. Ineens wil de atheïst Navalny naar de kerk en heeft hij het over ‘die goeie ouwe Jezus’. Met de dood op de hielen is hij een Dostojevski-achtige Messias geworden. Iemand voor wie Poetin de rest van zijn leven bang zou moeten zijn.