N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Schietongeluk Op de set van een westernfilm schoot de Amerikaanse acteur in oktober 2021 een cameravrouw in haar borst met een wapen dat bedoeld was als rekwisiet. De vrouw overleed in het ziekenhuis.
De aanklacht tegen Alec Baldwin wegens het doodschieten van cameravrouw Halyna Hutchins op de set van de film Rust is ingetrokken. Dat hebben de advocaten van de acteur donderdag laten weten, melden internationale persbureaus. Hij was, net als wapenbewaarder Hannah Gutierrez-Reed, aangeklaagd wegens dood door schuld. Of de aanklacht tegen Gutierrez-Reed ook vervalt, is nog onduidelijk. Beiden waren aangeklaagd door de familie van de overleden vrouw.
Baldwin hing een mogelijke gevangenisstraf van maximaal vijf jaar en een boete van 5.000 dollar (4.600 euro) boven het hoofd. Een andere aanklacht tegen de acteur en Gutierrez-Reed wegens nalatig gebruik van een vuurwapen werd in februari al ingetrokken. Asissistent-regisseur David Halls koos ervoor om te schikken.
„We zijn blij met de beslissing om de zaak tegen Alec Baldwin te seponeren en we moedigen een goed onderzoek aan naar de feiten en omstandigheden van dit tragische ongeval”, aldus de advocaten van Baldwin in een verklaring. Baldwin heeft zelf altijd ontkend schuldig te zijn.
De 65-jarige Baldwin schoot in oktober 2021 de 42-jarige Hutchins dood op een filmset in New Mexico. De hoofdrolspeler van de film Rust deed dat met een vuurwapen dat bedoeld was als rekwisiet, maar desondanks een kogel afschoot die Hutchins in haar borst raakte. Zij overleed in het ziekenhuis. De regisseur van de westernfilm, Joel Souza, raakte gewond, maar bleef in leven. Baldwin zei zelf vlak voor het incident te horen hebben gekregen dat het wapen ongeladen was.
Frida Vogels hoort tot de schrijvers die er niet voor terugdeinzen hun persoonlijke leven tot inzet van hun werk te maken. Al haar romans hebben een hoofdzakelijk autobiografische inslag. Dat geldt ook voor de gebundelde stukken – ‘kronieken’ noemt zij ze zelf – die onlangs onder de titel In den vreemde door uitgeverij Van Oorschot zijn uitgebracht. Sommige ervan kunnen tot het beste van haar werk worden gerekend.
„Als het goed is ziet de lezer mij”, sluit ze haar proloog af. Dat is bij Vogels nooit een probleem. We mogen in haar ziel kijken als ze haar oorlogsherinneringen ophaalt, maar ook als ze haar moeizame relatie met haar ouders beschrijft, haar ingewikkelde contacten met vrienden, onder wie Han en Lousje Voskuil, en haar geliefde jongere broer Kees en, vooral, haar huwelijk met de Italiaan Ennio de Matteis. Voor mij is haar ‘Brief aan Ennio’ in al zijn analyserende openhartigheid het hoogtepunt van dit omvangrijke boek.
Uit dit stuk blijkt dat het onverhuld schrijven over het eigen leven niet zonder consequenties voor dat leven kan blijven. In haar roman Kanker, onderdeel van haar gelauwerde trilogie De harde kern, beschrijft Vogels de ziekte en dood van Ennio’s oom Mario. Ennio ervoer het boek als een bedreiging. „Alles wat er over ons in stond, zei je toen, was tégen ons. De avond zelf, nadat je mijn verhaal gelezen had, heb je geprobeerd me op jouw manier nader te komen. Je wilde me beminnen in de volle zin van het woord, je probeerde in me te dringen. Daar hadden we ons al heel lang niet meer aan gewaagd en het mislukte ook dit keer. Je zei – en dat niet voor het eerst, maar wel voor het eerst sinds lang – hoe ongelukkig die leegte tussen ons je maakte. Het ontnam me ieder houvast.”
Daarna lukt het ze niet meer om samen nog geslaagde wandelingen of reizen te maken. Ennio kan voor een andere liefde kiezen, maar besluit toch bij haar te blijven. Vogels constateert: „(…) tussen ons is het fysieke contact negatief maar, onafhankelijk daarvan, verbindt al het overige ons.”
Dat ‘overige’ blijft nogal vaag, maar misschien blijft dat altijd wel enigszins vaag omdat geluk zich moeilijker laat beschrijven dan ongeluk. Hoe het ook zij, Vogels schrijft: „Ik heb nergens spijt van. Ik heb het al vaak gezegd, alles wat er tussen ons is geweest is voor mij goed zoals het is en van alle momenten die ik samen met jou heb geleefd zou ik er niet een willen missen.”
Eind goed al goed, zou je als lezer bijna denken, maar aan het eind van haar brief aan Ennio lijkt ze toch te twijfelen of ze bij hem wil blijven. „Misschien ben ik te gehavend. Het laatste jaar met jou was vreselijk en zo kan ik in ieder geval niet doorgaan. Op dit moment zie ik niets anders dan alleen oud worden.”
De brief draagt de datum mei 1970. Ze zijn dan beiden omstreeks de 40 jaar, Vogels zou pas in 1992 als schrijver debuteren. De bundel sluit af met het korte stuk ‘Onoranze Funebri’ (Begrafenissrituelen). Het is 2 maart 2017, „de laatste dag van Ennio’s leven”. Ze zit aan zijn bed met Lia, zijn verzorgster, die op zeker moment constateert dat hij gestorven is. Vogels schrijft: „Ik stond op en deed zijn ogen dicht.”
Nederland moet zich beter voorbereiden op de vergrijzing in Europa. Voor handelsland Nederland zijn de economische risico’s van een oudere bevolking groot. Benadruk daarom in Brussel het belang van meer en langer werken, en zwengel de handelsrelaties aan met ‘jongere’ landen buiten Europa. Dat adviseert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een rapport dat hij deze woensdag overhandigt aan minister van Financiën Eelco Heinen (VVD).
Europa vergrijst snel
Staan in de EU nu tegenover elke 65-plusser nog grofweg drie werkenden, in 2050 en 2060 is Europa al hard op weg naar een verdubbeling van de ‘grijze druk’. Op elke drie werkenden zijn er dan twee ouderen. Italië en Spanje vergrijzen het hardst, maar ook Polen en Duitsland, Nederlands voornaamste handelspartner, verouderen de komende decennia zorgwekkend snel.
Ogenschijnlijk staat Nederland er goed voor. De bevolking vergrijst weliswaar ook, maar niet al te snel. Bovendien zijn de Nederlandse pensioenpotten goed gevuld. Maar de Europese context is voor de open Nederlandse economie reden tot zorg. De meeste landen vergrijzen niet alleen sneller, maar ze sparen bovendien relatief weinig voor de toekomstige pensioenen. In plaats daarvan laten ze pensioenlasten dragen door de werkenden.
Nederland moet hameren op langer doorwerken in Brussel en in Straatsburg
Die toch al aanzienlijke lasten zullen nog fors stijgen, en dat leidt tot tal van risico’s, waarschuwt de WRR. Zo kan de economie gaan haperen, omdat bedrijven verhuizen naar landen met lagere lasten. Ook dreigen bezuinigingen op innovatie en onderwijs om de pensioenlasten te kunnen opbrengen. Daardoor boet Europa in aan concurrentiekracht. Verder kunnen hogere pensioenlasten leiden tot stijgende staatsschulden, wat de kans op financiële instabiliteit en een wankele euro vergroot. Ook neemt het inflatierisico toe omdat het leger werkenden slinkt: arbeid wordt duurder, lonen stijgen en die drijven de consumptie en de prijzen op. Ook de Nederlandse spaartegoeden zullen hieronder lijden. En al die economische kwetsbaarheid, schrijft de WRR, kan weer leiden tot maatschappelijke en politieke spanningen.
Deeltijdpensioen
Nederland moet handelen, schrijft de WRR. Hamer op het belang van langer doorwerken, in Brussel, in Straatsburg, in Frankfurt. En dan gaat het niet eens om een hogere pensioenleeftijd, maar eerder om het opkrikken van het nog altijd schamele percentage werkende 60- tot 64-jarigen. In de EU cirkelt dat rond de 50 procent.
Faciliteer bovendien, zo bepleit de WRR, deeltijdpensioen en deeltijdwerk. En vooral: school de Italiaan, de Pool, de Belg en de Nederlander tijdig om. Dan kunnen ze – zeg: als vijftiger – soepel switchen van het ene beroep naar het volgende en zo hun carrière verlengen.
Ook doet Nederland er goed aan handels- en investeringsbanden aan te halen met landen buiten Europa die niet te maken hebben met een grijze golf, adviseert de WRR. Indonesië, India, de Filippijnen en landen in Latijns-Amerika zijn er voorbeelden van. Het zogenoemde ‘demografisch dividend’ van deze ‘jonge’ landen vergroot de kans op economische voorspoed. Voor Nederland loont het dus als het in die landen investeert en zich er in Europa hard voor maakt er handelsakkoorden mee te sluiten.
Mogelijk toch terrorisme, kopte mijn AD Rotterdams Dagblad zaterdag op de voorpagina over de aanslag in Rotterdam waarbij donderdagavond ene Ayoub M. op voorbijgangers inhakte en een dode viel. Of verwarde man? Maar omstanders hoorden de dader ‘Allahoe akbar’ roepen, God is groot, en dan hebben vandaag de dag meteen de jihadisten van Islamitische Staat, IS, het gedaan.
Rukken IS en andere jihadisten weer op? Tel Rotterdam op bij het annuleren van drie concerten van Taylor Swift in Wenen in augustus wegens aanslagplannen in dienst van IS. En een paar dagen later, op 23 augustus, de terreuraanval in Solingen waarbij drie mensen werden doodgestoken door een afgewezen Syrische asielzoeker. De Duitse regering nam geen risico, en breidde de grenscontroles uit; in het Europa van het vrije verkeer van personen nota bene. Volgens de minister van Binnenlandse Zaken was het de bedoeling om „via een harde lijn” tegen illegale migratie islamitisch extremisme en internationale criminaliteit in het algemeen aan te pakken. Met in het achterhoofd de zojuist gerealiseerde en vooral ook toekomstige verkiezingswinst van de rechtsextremistische AfD die niks moet hebben van migranten, al dan niet illegaal.
PVV-leider Wilders vond het vanzelfsprekend een heel prima idee om ook hier grenscontroles opnieuw in te voeren, „hoe eerder hoe beter”, zei hij. Ikzelf denk dan aan dagenlange files met al die vrachtwagens met kalfjes op weg naar vetmesting in het buitenland, dus eigenlijk niet zo’n goed idee.
Des te minder omdat het de vraag is of fysieke grenscontroles zin hebben tegen terrorisme; de extremistische ophitsing vliegt ongehinderd de virtuele grenzen van het internet over. En je hoeft geen afgewezen Syriër te zijn om je achter je scherm tot een terreurdaad te laten inspireren. In elke keuken ligt een vleesmes klaar.
Terrorisme. Ik herinner me in de jaren zeventig en tachtig het Palestijns (Arafat, Abu Nidal) en ander terrorisme, om particuliere redenen betaald en beschermd door diverse Arabische leiders. Geen messteken maar vliegtuigkapingen, bomaanslagen en ontvoeringen, met name om de eigen Zaak aan de orde te stellen. Libanon was een belangrijk strijdtoneel, met ook de Israëlische Mossad als dader; lees Ronan BergmansRise and Kill First. Vanaf 1990 kwam het transnationaal islamitisch terrorisme op van Osama bin Ladens Al-Qaida, gevolgd door Islamitische Staat.
Al-Qaida is er nog wel, maar geen schim van pre-9/11, zoals Islamitische Staat zijn kalifaat met een internationale oorlog en zware verliezen heeft bekocht. Maar IS keert inderdaad langzaam maar zeker terug, op zijn Iraakse en Syrische geboortegrond, in Afghanistan en in Afrika; waar maar zijn islamitische heilsboodschap aanspreekt en de autoriteiten of juist een gebrek daaraan de mogelijkheid bieden. Het Central Command van het Amerikaanse leger waarschuwde in juli dat IS op weg was om „het aantal aanslagen dat ze in 2023 in Syrië en Irak opeisten meer dan te verdubbelen”. Tussen januari en juli telden de Amerikanen er 153 aanslagen maar dat zou volgens specialisten een schijntje zijn van het werkelijke aantal.
De cijfers voor Europa zijn van een totaal andere orde; zie Europol, European Union Terrorism Situation and Trend Report 2023 met 28 uitgevoerde, mislukte en verijdelde aanslagen in 2022, waarvan zes jihadistisch. Maar inmiddels is het dreigingsniveau verhoogd uit angst dat de Israëlische oorlog in Gaza wraakacties inspireert. De kans op een aanslag is reëel, waarschuwde hier de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid in juli.
Ter vergelijking: vorig jaar ontplofte in Nederland 1.057 keer iets explosiefs bij een woning of bedrijf en dit jaar tot juni al bijna 500 keer, las ik in het Het Parool. Maar zolang daarbij niet Allahoe akbar wordt geroepen, hoeven we ons daarover geen zorgen te maken.