Pagina na pagina met Amazon-zoekresultaten krijgt Floris voorgeschoteld, hij scrolt langs de producten. Kleding, keukenmessen, op afstand bestuurbare speelgoedauto’s… Het is „een dwarsdoorsnede van het Amazon-assortiment”, zegt hij. Aan hem de taak om de resultaten te beoordelen. „Past het bij de zoekopdracht? Of hoort het wel bij de categorie, maar is het niet het juiste product?” Die laatste optie klikt hij aan als hij bij een zoekopdracht naar plakbandhouders rolletjes tape te zien krijgt. En soms past de omschrijving van een product wel bij de zoekopdracht, maar is er op de foto iets totaal anders te zien – een truc waarmee verkopers de regels van Amazons marktplaats proberen te omzeilen.
Voor de beoordelingen bestaan uitgebreide richtlijnen, die van tijd tot tijd veranderen en omschreven staan in een tientallen pagina’s tellend document. Met zijn geklik helpt Floris de zoekmachine van ’s werelds grootste webwinkel te trainen. Zo weet de zoekmachine welke producten passen bij de vraag van de klant en worden malafide verkopers geweerd.
„Het houdt een beetje het midden tussen de AI trainen en moderatiewerk”, zegt Floris. „Ik neem aan dat het de bedoeling is dat AI dit uiteindelijk overneemt, maar op dit moment is het nog best wel handmatig.”
Floris staat niet op de loonlijst van internetgigant Amazon, maar werkt als freelancer via klusjesplatforms waar hij per afgeronde taak betaald krijgt. Dit type werk wordt ook wel ‘microwerk’ of ‘gig work’ genoemd: een groot project (het verbeteren van Amazons zoekfunctie) wordt opgeknipt in piepkleine taakjes ofwel gigs (zoekresultaten beoordelen). Via online platforms met namen als uTest, Appen, Remotasks en Upwork voeren zzp’ers digitale klusjes uit. Deze zogeheten ghost workers of klikwerkers zijn de onzichtbare motor achter de AI-revolutie. Tegelijkertijd zijn er door die onzichtbaarheid ook zorgen over uitbuiting en slechte betaling.
Miljoenen klikwerkers
Die ghost workers zijn met honderden miljoenen. Volgens de Wereldbank doen naar schatting tussen de 135 miljoen en 435 miljoen mensen dit type werk, al dan niet als bijbaan, verspreid over de hele wereld. De sector bestaat al sinds de opkomst van het internet het mogelijk maakte om werk uit te besteden aan mensen, zonder dat het uitmaakt waar op de wereld ze zijn. Het is met name tijdens de coronapandemie snel gegroeid, toen veel mensen zochten naar werk dat ze veilig vanuit huis konden doen. De opmars van kunstmatige intelligentie en de enorme hoeveelheid trainingsdata die daarvoor nodig is, versnelde het nog verder. Het is niet bekend hoeveel klikwerkers Nederland precies telt.
De meeste ghost workers werken vanuit huis, aan de eettafel, in bed of op de zolderkamer, buiten het zicht van de regulerende instanties. Ze categoriseren foto’s (is dit een hond of een kat?), zodat de computer ze leert onderscheiden. Ze markeren fietsers op verkeersbeelden zodat zelfrijdende auto’s die leren ontwijken. Ze omcirkelen rondslingerende sokken op door robotstofzuigers gemaakte foto’s van vloeren, zodat die geen kleding meer opzuigen. Ze keuren gevaarlijke of feitelijk onjuiste antwoorden van AI-chatbots af, zodat gebruikers geen onzin voorgeschoteld krijgen, of bijvoorbeeld instructies voor hoe je zelf drugs maakt.
Zonder klikwerkers geen ChatGPT, spraakassistent of razendsnel afgehandelde verzekeringsdeclaratie
Het werk is vaak zo geestdodend simpel dat veel mensen veronderstellen dat het allang door kunstmatige intelligentie wordt gedaan, maar ghost workers hebben een essentiële rol gespeeld in de recente golf van AI-successen. Zonder ghost workers geen ChatGPT, spraakassistenten of razendsnel afgehandelde verzekeringsdeclaraties. En soms is het ook werk dat (nog) niet door AI gedaan kan worden, zoals het testen van een nieuwe website op fouten.
„Mensen zullen altijd nodig blijven om AI te trainen”, zegt Antonio Casilli in een videogesprek. Hij is hoogleraar sociologie aan het Institut Polytechnique de Paris en doet al jarenlang wereldwijd onderzoek naar microwerk in dienst van AI-toepassingen van grote techbedrijven. „De dingen die we tegenwoordig proberen te automatiseren door AI zijn bijna allemaal cultureel afhankelijk, zoals chatbots. Mensen zullen altijd nodig zijn om die cultuur over te brengen aan de machine, want cultuur is continu aan verandering onderhevig. Toen je zes jaar geleden het woord ‘corona’ zei, dacht iedereen nog aan het biertje.”
Flexibel werk
Floris (42) begon vijf jaar geleden met klikwerk toen hij terugkwam van een lange reis door Zuid-Amerika. Hij wil net als veel andere ghost workers niet met zijn achternaam in de krant vanwege de geheimhoudingsverklaringen die ze verplicht zijn te ondertekenen. „Ik had nauwelijks werk, ik deed wat in de horeca, maar dat viel stil door corona.” Klikwerk bood een uitkomst: het is veilig vanuit huis te doen, wanneer het uitkomt. „Ik was destijds veel aan het klussen in huis, dus het was fijn om dat te kunnen combineren, om eventjes geld te verdienen terwijl ik wachtte tot de verf droog was.”
Op zijn hoogtepunt verdiende Floris 1.500 tot 2.000 euro bruto per maand met een 24-urige werkweek. „Ik maakte er een sport van om de meest winstgevende projecten uit te zoeken. Dan probeerde ik eerst vijf of tien taakjes uit en keek ik hoeveel tijd ik eraan kwijt was en hoe dat zich verhield tot de beloning.”
Zo kwam Floris er al gauw achter dat hij veel minder tijd nodig had voor de Amazon-klusjes dan zijn werkgever dacht. „Voor elk product stond 30 of 40 seconden beoordelingstijd, maar ik beoordeelde in 20 seconden een hele pagina met 20 producten.” Toen Floris een reguliere baan vond, combineerde hij die een tijd met klikwerk. „Dan nam ik na een kwartier echt werken een korte pauze om een minuutje klikwerk te doen. Zo had ik een extraatje, dat was mooi meegenomen.”
De flexibiliteit is een van de grote voordelen en de grote belofte van klikwerk. Het enige wat je nodig hebt om wat geld te verdienen zijn een computer en een werkende internetverbinding. De digitale werkvorm biedt daarnaast ook kansen voor groepen die het moeilijk hebben op de reguliere arbeidsmarkt, signaleert de Wereldbank in een recent rapport. In veel landen zijn vrouwen, migranten en mensen met een beperking beter vertegenwoordigd onder de klikwerkers dan op de rest van de arbeidsmarkt.
Prijzenoorlogen
Platforms die klikwerkers werven en aan het werk zetten, voeren vaak prijzenoorlogen om grote lucratieve deals met grote techbedrijven binnen te slepen. „Dat betekent dat ze naar de goedkoopst mogelijke arbeid zoeken”, zegt Casilli, „en die vinden ze in lagelonenlanden.” Volgens de Wereldbank is 40 procent van het wereldwijde verkeer naar klikwerkplatforms afkomstig uit lage- tot middeninkomenslanden. Oude koloniale banden tekenen zich ook bij deze moderne vorm van werk nog altijd af, ziet Casilli. „In Afrikaanse landen wordt veel Engels en Frans gesproken door de koloniale geschiedenis. Maar de mensen die daar voor bedrijven uit Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk werken, krijgen niet dezelfde arbeidsrechten.”
Ik wil in het buitenland studeren en kan op deze manier andere valuta verdienen
De Surinaamse Stefanie Plet (22) doet vanuit haar huis in Paramaribo Nederlandstalige klikklusjes via het platform Upwork. Ze doet dat naast haar rechtenstudie en haar bijbaan bij McDonald’s. „Ik wil in het buitenland studeren en kan op deze manier andere valuta verdienen”, vertelt ze in een videogesprek. Voor mensen in landen met een zwakke munteenheid bieden online werkplatforms een extra voordeel: ze betalen meestal in euro’s of dollars.
Rond de Europese verkiezingen beoordeelde Plet politieke filmpjes. Welke politieke partijen kwamen erin voor? Wat zeggen de politici precies? Zijn de video’s door mensen gemaakt of door AI gegenereerd? Eind mei kreeg Plet 290 euro voor ongeveer honderd uur werk, wat neerkomt op een uurloon van 2,90 euro. Dat is meer dan het Surinaamse minimumuurloon van circa 1,50 euro, maar fors minder dan het Nederlandse minimumuurloon van 13,68 euro.
Floris merkte bij een project waarvoor hij audiofragmenten moest transcriberen ook dat niet iedereen hetzelfde betaald krijgt. „Ze proberen het verborgen te houden, je mag ook nooit over salarissen praten op het platform. Dan weet je eigenlijk al genoeg. Maar ik kon wel zien dat er voor Engelstalige klussen binnen dat project veel minder betaald werd dan voor Nederlandse.” Dat is een logisch gevolg van vraag en aanbod, maar hoogleraar Casilli weet dat er ook inkomensverschillen bestaan tussen mensen die hetzelfde werk doen in dezelfde taal.
Casilli: „Vaak vinden die mensen dat geen issue. Ze zijn allang blij met een inkomen. Het probleem is dat het werk net zo informeel en precair is als andere banen die ze in die landen kunnen krijgen. Ik heb mensen ontmoet die na afronding van een universitaire opleiding geen passend werk konden vinden en in plaats van spullen verkopen op de lokale markt, data gingen annoteren voor een of ander surrogaat van Google.”
In zekere zin ziet Casilli een parallel tussen klikwerk in de AI-revolutie en de huisnijverheid tijdens de industriële revolutie. „Mensen kregen toen wol, vlas of katoen, en weefden daar thuis met de hele familie stukjes textiel van. Die werden vervolgens opgehaald en daar kregen ze een kleine vergoeding voor.”
De internationale spreiding van klikwerkers is ook nodig om AI-toepassingen te bouwen die wereldwijd bruikbaar zijn, zegt Casilli. Daarvoor zijn mensen nodig die algoritmen trainen vanuit diverse culturele achtergronden en met kennis van verschillende talen. De toegang tot arbeiders in lagelonenlanden biedt een goedkope oplossing voor bedrijven die vloeiende sprekers van wijdverspreide talen als Engels, Frans en Spaans nodig hebben. Voor talen als het Fins, die maar in één land gesproken worden waar de salarissen ook nog eens hoog zijn, is dat lastiger. Enkele AI-bedrijven vonden een oplossing in Finse gevangenissen: gevangen zijn tenminste wel bereid om tegen lage tarieven data te annoteren.
Onbetaald werk
De Wereldbank hekelt het gebrek aan contractuele bescherming van klikwerkers, hun zeer onregelmatige inkomen en het ontberen van een duidelijk toekomstperspectief. Het internet staat vol met verhalen van mensen die niet of te weinig betaald kregen voor hun werk, verplicht onbetaalde trainingen moeten volgen voor ze klussen krijgen, zonder uitleg van platforms verwijderd zijn of onaangekondigd geen nieuw werk meer kregen. Ze doen hun beklag op sociale media, maar kunnen bij geen officiële instantie terecht. „Doe het niet”, waarschuwt iemand op Reddit, die zegt dat hij na drie dagen werken geblokkeerd werd van zijn klikwerkplatform en ook niet betaald werd. „Scam alert!!!!”
De precaire arbeidsomstandigheden van klikwerkers staan in schril contrast met de miljardenbedragen die in de bedrijven achter de platforms omgaan. Berucht zijn klikwerkplatforms Outlier en Remotasks, twee dochterondernemingen van het in San Francisco gevestigde ScaleAI. Het Oxford Internet Institute van de universiteit in Oxford beoordeelt Remotasks met een 1 op een schaal tot 10, waarbij een 10 betekent dat een bedrijf aan de minimale arbeidsvoorwaarden voldoet – het ‘beste’ bedrijf scoort een 5. Investeerders waardeerden ScaleAI eerder dit jaar op 14 miljard dollar (13 miljard euro). Oprichter en topman Alexandr Wang (27) is volgens zakenblad Forbes de jongste self-made miljardair ter wereld.
Als klikwerkers niet uitbetaald worden, komt dat vaak doordat opdrachtgevers op veel platforms het geleverde klikwerk eerst moeten goedkeuren. „Het is heel willekeurig of ze arbeid wel of niet goedkeuren”, zegt hoogleraar Casilli. „Als ze dat niet doen, dan is dat natuurlijk gewoon een vorm van loondiefstal.”
Floris heeft er ervaring mee. „Als de opdrachtgever bepaalt dat je je taken niet conform de eisen hebt gedaan, word je niet betaald.” Hij ziet dat opdrachtgevers soms plots allerlei extra eisen stellen, of dat werk ten onrechte afgekeurd wordt. „Als het een reguliere werkgever was, dan zou je daar bezwaar tegen kunnen aantekenen. Maar bij klikwerk is dat een moeilijk verhaal.”
Hij had in het bijzonder problemen met zogenoemd bughunting. Daarbij moeten klikwerkers een nieuwe website of app testen voordat die gelanceerd wordt. Per fout (bug) die ze tegenkomen en melden worden ze betaald. „Je gaat aan het werk, maar je weet van tevoren niet of je iets gaat verdienen. Want als je niks vindt, als die site goed gemaakt is, dan ben je je rot aan het testen, krijgt de klant zijn resultaten en krijg jij niks.”
We zagen mensen in Madagaskar die uitbetaald kregen in zakken rijst
Zelfs als hij wel bugs vond, zegt Floris dat hij daar niet altijd eerlijk voor betaald werd. „Ze hebben verschillende categorieën. Voor kleine foutjes krijg je een paar dollar en met kritieke problemen kun je flink verdienen. Maar die beoordeling is aan de klant. Ik meldde problemen waarbij een site helemaal crashte of waar je in een webshop niet kon betalen. Dat lijkt mij vrij kritiek. Maar de klant vond alles minor, waardoor ze maar 2 of 3 dollar hoeven te betalen.”
Het verschilt hoe platforms hiermee omgaan. Rechtenstudente Plet werkt daarom alleen maar via Upwork. „Zij garanderen dat je betaald wordt. Het geld dat betaald moet worden, houden zij van tevoren al vast zodat je niet van de opdrachtgever afhankelijk bent voor een uitbetaling.”
In sommige gevallen worden klikwerkers überhaupt niet in officiële valuta uitbetaald, zag Casilli tijdens zijn onderzoek. „We zagen mensen in Madagaskar die uitbetaald kregen in zakken rijst. Daar zat tussen de platforms en de mensen weer een tussenpartij die de betaling inde en daarvan een deel inhield.”
Weinig toezicht
Dat soort excessen kunnen bestaan doordat er nationaal en internationaal weinig zicht en regulering is op de klikwerksector, ondanks zijn enorme omvang. Doordat mensen over de hele wereld klikwerk doen, is het lastig om te bepalen welke belastingen en regels erop van toepassing zijn: die van het land waar de arbeider zit, van de opdrachtgever of van het platform dat die twee met elkaar verbindt?
Vergeleken met andere typen werkplatforms – voor detailhandel en horeca (Temper), taxidiensten (Uber) en maaltijdbezorgers (Thuisbezorgd) – is er een groot verschil in de aandacht die politici en vakbonden ervoor hebben. Taxichauffeurs en maaltijdbezorgers doen in de publieke ruimte hun werk, waardoor zij zichtbaarder zijn. Ze komen elkaar bovendien vaker tegen in de echte wereld, wat de drempel om zich te organiseren verlaagt.
„Los van de vraag of je gelijk hebt of niet, waar zou je je gelijk moeten halen?”, vraagt Floris zich hardop af. „Je moet allerlei lange contracten tekenen voor dit werk, waar vast toch ergens in staat dat het werk officieel in Hongkong plaatsvindt. Waar werk je dan eigenlijk?”