AI van eigen bodem begint in Groningen

Je ruikt het nog een beetje als je door de gangen loopt. De Groningse Niemeyer-fabriek stopte weliswaar in 2023, de geur van tweehonderd jaar shag en pijptabak is niet zomaar verdwenen. Hier, uit de as van de voormalige tabaksfabriek, moet de eerste Nederlandse AI-Factory verrijzen.

Dit wordt geen schuur vol computerservers met AI-chips, maar een plek waar softwareontwikkelaars, onderzoekers en start-ups werken aan kunstmatige intelligentie. In de voormalige bedrijfskantine prijkt nog reclame voor Samson, „een leeuw van een shag”. Over twee jaar is dit een broedplaats die algoritmes en AI-modellen oplevert. Ergens in de buurt – waar precies, is nog niet bekend – komen een supercomputer en een datacenter om alle gegevens op te slaan.

Nederland maakt vaart om een eigen AI-industrie te beginnen, een markt die nu wordt gedomineerd door grote Amerikaanse spelers. Terwijl het investeerdersgeld in Silicon Valley tegen de plinten klotst, moet er in Groningen eerst overheidsgeld bij. Voor de AI-Factory trekken meerdere ministeries, vooral Economische Zaken en Defensie, 70 miljoen euro uit. De noordelijke regio betaalt 60 miljoen en de EU draagt 70 miljoen euro bij – het besluit daarover wordt na de zomer verwacht.

Achterstand

Je zou denken dat een AI-centrum in de Randstad of Eindhoven thuishoort, waar al veel technische kennis zit. Maar Groningen heeft iets in te halen. De provincie leverde decennialang aardgas en kreeg er aardbevingen voor terug. Nu de gaskraan eindelijk dicht is, moet Groningen op zoek naar nieuwe economische activiteit.

„Onze achterstand geeft ons een voorsprong”, zegt Anne-Wil Lucas van de regionale ontwikkelingsmaatschappij NOM. Terwijl de rest van Nederland kampt met gebrek aan capaciteit op het stroomnet, is hier nog plek voor nieuwe aansluitingen voor bedrijven. Technische kennis levert de Rijksuniversiteit Groningen, waar ook ingenieurs afstuderen.

Een deel van de subsidiegelden voor de AI-Factory komt uit de herstelfondsen van Nij Begun, bedoeld om de schade van Groningse aardbevingen te compenseren. Best een lastig verhaal, vindt Lucas, dat je die middelen inzet voor „iets abstracts” als algoritmes. Maar nu de onberekenbare Trump in het Witte Huis zit, is het volgens Lucas makkelijker uit te leggen wat het strategische belang is van AI van eigen bodem.

Gezonde mensen

De AI-Factory wil kunstmatige intelligentie ontwikkelen voor de Grote Thema’s: energie, landbouw en zorg. Op de plek waar ongezonde tabak werd geproduceerd, gaan onderzoekers straks medische modellen ontwikkelen. Bijvoorbeeld met het Lifelines-project, dat al meer dan tien jaar data verzamelt van 167.000 mensen in Noord-Nederland. Gegevens van zieke én gezonde mensen, compleet met hun dna en voedingspatronen. Wiro Niessen, decaan van het Universitair Medisch Centrum Groningen: „AI kan uit die data destilleren wanneer en hoe iemand bijvoorbeeld een chronische darmziekte ontwikkelt, en of je dat zou kunnen voorkomen.”

„Patiëntengegevens zijn extreem gevoelig. Die data wil je niet bewaren op Amerikaanse servers”, zegt Ronald Stolk van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is de oprichtingsdirecteur van de AI-Factory en zijn stokpaardje is digitale soevereiniteit. Stolk weet dat Europese data niet immuun zijn voor buitenlandse wetten, ook al staan de datacenters in de EU. Via de CLOUD Act hebben Amerikaanse opsporingsdiensten in theorie toegang tot Europese gegevens. „Nederlandse bedrijven moeten hun intellectuele eigendom beschermen, en je wilt niet dat iemand daar de stekker uit kan trekken”, zegt Stolk. Dat is ook de reden dat Defensie geld steekt in de AI-Factory: met kunstmatige intelligentie kun je militaire drones en satelliettechniek moderniseren; die kennis wil het Nederlandse leger in eigen handen houden.

Datakolonie

In Groningen weten ze wat het is om een kolonie te zijn: ruim een halve eeuw was dit het wingewest voor Nederlandse welvaart. Nu dreigt Europa te veranderen in een Amerikaanse datakolonie, afhankelijk van hyperscalers als Microsoft, Google en Amazon en leunend op Amerikaanse AI-bedrijven als OpenAI en Anthropic. Die trainen hun AI-modellen op alle gegevens waar ze de hand op kunnen leggen, onder het mom van fair use.

Het Amerikaanse Google runt inmiddels twee grote datacenters, in Eemshaven en Winschoten. Die slaan data op en draaien clouddiensten, het zijn geen AI-datacenters die rekenwerk verrichten voor algoritmes. Google is welkom om mee te doen aan de AI-Factory in het Niemeyer-complex, maar op afstand. Als ‘soeverein’ project is het niet handig al te nauw samen te werken met de bigtechbuurman, vinden de Groningers.

De AI-Factory in Groningen is stap één, maar om echt los te komen van de Amerikaanse techhegemonie, wil de EU ook eigen AI-datacenters bouwen: gigafactories. Dit is het Europese antwoord op Trumps StarGate-project van 500 miljard dollar. De EU trekt 200 miljard euro uit voor AI, waarvan 20 miljard is bestemd voor de aanleg van vijf rekencentra vol snelle, peperdure Nvidia-chips. Het grootste deel van die investering moet van het bedrijfsleven komen.

Deze gigafactories zijn nog werk in uitvoering. Een eerste oproep leverde vorige maand 76 belangstellenden op. Vanuit Nederland doet onder andere serieondernemer Han de Groot samen met energiebedrijf Eneco en internetknooppunt ASM-IX een gooi naar het Europese subsidiegeld, voor een datacenter in Rotterdam. Daar zouden meer dan 100.000 AI-chips hun tanden moeten stukbijten op kunstmatige intelligentie.

Hoe realistisch zijn die plannen? De Groot denkt dat de eerste twee gigafabrieken sowieso in Frankrijk en Duitsland zullen starten – die landen steken nu eenmaal meer geld in hun eigen industrie. Nederland heeft minder diepe zakken, maar wel twee troeven: snelle dataverbindingen via de ASM-IX én een windmolenpark op zee dat makkelijk de 150 megawatt vermogen kan leveren om de hongerige AI-chips aan de praat te houden.

Als de vergunningen meezitten, kan zo’n datacenter binnen drie jaar beginnen. De Groot stelt wel twee eisen: hij wil het AI-datacenter in fases inrichten – afhankelijk van de vraag. En hij zou de deur graag openhouden voor de software van Microsoft, Amazon en Google. Soeverein ben je niet van vandaag op morgen, zegt De Groot. „Het gaat om fysieke controle. Nu gaat elke AI-vraag nog via een glasvezelkabel naar de VS en terug. Het belangrijkste is dat straks de aan-uitknop en de updateknop niet langer in Amerika staan.”