Wacht nog even, zei demissionair minister van Klimaat en Energie Rob Jetten (D66) begin februari tegen klimaatactivisten van Extinction Rebellion. Zij wilden weer de A12 bij Den Haag blokkeren, om hun oproep om fossiele subsidies af te schaffen kracht bij te zetten. Jetten beloofde dat er op 12 februari meer inzicht zou komen in hoe de regering dit kon doen.
Nu ligt die analyse er, als klein onderdeel van een dik rapport van een aantal topambtenaren over een hervorming van het hele belastingstelsel. Op pagina 173 is de inventarisatie te vinden van hoe Nederland van fossiele subsidies af kan komen. Die beslaan een bedrag van tussen de 39,7 en 46,4 miljard euro, aldus cijfers die op Prinsjesdag werden gepresenteerd. Deze subsidies – in de praktijk vaak belastingvrijstellingen – groeiden het afgelopen jaar uit tot een groot thema in Nederland, mede door de snelwegblokkades door Exctinction Rebellion.
Lees ook
Advies: gooi belastingen niet overhoop (maar doe wel iets aan de hypotheekrenteaftrek)
Sindsdien zijn er enkele plannen gepresenteerd voor de afbouw van sommige subsidies, zoals de lage energiebelasting in de glastuinbouw: dat voordeel moet in 2035 verdwenen zijn. Maar de Tweede Kamer vroeg om scenario’s voor alle subsidies, en de nieuwe analyse uit het rapport is de uitwerking van die motie.
Daaruit blijkt nogmaals hoe complex het onderwerp is. Tientallen miljarden aan fossiele subsidies afschaffen klinkt als een no-brainer, maar in de praktijk ligt het ingewikkeld. Zo gaat het deels om internationale afspraken waaraan Nederland zich te houden heeft, en bestaat er bij het afschaffen van sommige subsidies een risico dat bedrijven verhuizen en elders CO2 gaan uitstoten.
Vrijwel elke maatregel kent dit soort kanttekeningen, aldus de analyse. De vrijstelling van belasting op steenkool als grondstof in een productieproces (zoals bij staal)? Afschaffen daarvan is prima als „stok achter de deur” om het gebruik van kolen uit te faseren, maar met het risico dat over de grens juist méér kolen worden gebruikt, omdat het daar goedkoper is. Stoppen met de teruggaafregeling van energiebelasting voor instellingen als kerken? Geen slecht plan, maar dit zijn „kwetsbare instellingen” die toch steun moeten krijgen bij verduurzaming.
Stoppen met de investeringsaftrek voor het zoeken naar nieuwe gasvelden in de Noordzee? Leidt vermoedelijk tot meer import van lng, een hogere broeikasgasuitstoot, minder overheidsinkomsten en een grotere afhankelijkheid van het buitenland.
In de praktijk stelt het advies dat wel veel mogelijk is, maar dat elke ingreep goed afgestemd moet zijn met andere fiscale maatregelen, en dat soms meer onderzoek nodig is. Grootste probleem is dat in veel gevallen een oplossing alleen maar in internationaal verband mogelijk is. Er zijn veel belastingvrijstellingen voor specifiek gebruik van aardgas en olie, onder meer in productieprocessen van kunstmest en plastics. Dit moet Nederland in de EU oplossen, aldus het advies, want anders kan het zeer schadelijk zijn voor de concurrentiepositie.
Dat geldt ook voor verschillende vrijstellingen voor belasting op diesel in de binnenvaart en kerosine in de luchtvaart. Vooral dat laatste is vermoedelijk lastig internationaal af te schaffen, schatten de topambtenaren, die daarom adviseren om de vliegbelasting te verhogen.
Dat voorstel vindt Pieter Pauw, senior onderzoeker klimaatfinanciering aan de TU Eindhoven, het meest opvallend uit de analyse. „Het is bekend dat je deze belastingvrijstelling niet zomaar kan afschaffen.” Hij vindt het goed dat de ambtenaren zich daar niet bij neerleggen en met een tegenvoorstel komen. „Dit plan is ook goed uit te leggen aan passagiers.”
Verder vindt Pauw de voorstellen wel wat „vrijblijvend”. „De tijdsperiode voor de meeste afbouwpaden loopt van 2026 tot en met 2030. Terwijl de klimaatwetenschap duidelijk is: in 2030 moeten de emissies wereldwijd gehalveerd zijn.” Nederland moet dan eigenlijk al verder zijn, aldus Pauw.
Concurrentiepositie
De analyse houdt geen rekening met een cruciaal voordeel van het afschaffen van fossiele subsidies: sommige bedrijven zullen er hun concurrentiepositie flink door verbeteren. Hiernaar keek onderzoeksbureau CE Delft in een apart onderzoek, dat maandag ook verscheen. Daaruit blijkt onder meer dat met name ‘circulaire’ bedrijven profiteren. „Zij zien hun business case stevig verbeteren”, aldus Martijn Blom van CE Delft. Concreet: als de plasticfabrikant meer moet betalen voor oliegebruik, is recycling van plastic aantrekkelijker.
Cijfers plakken op deze effecten is volgens Blom moeilijk, onder meer omdat het gaat om innovatieve bedrijven die nu nog niet of nauwelijks bestaan. Hoe dan ook vormt dit een extra afweging voor een toekomstig kabinet dat over de maatregelen moet gaan besluiten. Minister Jetten heeft eerder al gezegd dat hij als demissionair bewindspersoon niet al te ingrijpende besluiten wil nemen in dit dossier.