De briefjes in de bus met „Wij willen uw huis kopen” en „Gouden kans” zijn tot daaraan toe. Ronduit opdringerig zijn de makelaars en projectontwikkelaars die opbellen, soms wel dagelijks. Of zelfs op de deur kloppen, vertelt Rhenda Wilson (45). Zij werkt en woont in Hayti in Durham, North Carolina. Bij veel zwarte inwoners van deze buurt – wat er over is van deze buurt – staat regelmatig iemand op de stoep die hen uit wil kopen.
„Bij sommigen is het zelfs zo ver gegaan dat ze bij de gemeente verlinkt zijn dat er iets niet in orde was met de bouw van hun huis. Het zou ze heel veel geld kosten om het probleem op te lossen. Toen hebben ze moeten verkopen”, zegt Wilson, die als eigenaar en barvrouw van een café veel lokaal leed hoort. „Nu wonen zij een half uur buiten de stad.”
Durham is, net als de staat in zijn geheel, een economisch succesverhaal. Na Florida en Texas kende North Carolina de afgelopen jaren de hoogste binnenlandse immigratie. Van een arme landbouwstaat die grotendeels afhankelijk was van de tabak en textiel, is deze in een paar decennia veranderd in een middelpunt voor banken en (bio)techbedrijven, naast veel banen in de maakindustrie. Dat zorgt voor ontwikkeling en werkgelegenheid, maar ook voor stadsvernieuwing. Dat laatste schuurt vaak.
Gentrificatie verdrijft de Afro-Amerikaanse bevolking uit de binnenstad, zeggen veel oorspronkelijke bewoners. In Hayti (vernoemd naar Haïti, maar uitgesproken als Hé-thai) zijn veel huizen en bedrijfjes al neergehaald. Grote stukken grond worden geprepareerd voor de bouw van luxe appartementencomplexen, winkels en horeca. De buurt verloor in de jaren zeventig al veel van zijn identiteit toen er een snelweg dwars doorheen werd gelegd.
Wilsons café oogt van buiten ongezellig, in een grauwroze complex naast een vapeshop en een belwinkel. Maar binnen staan er bloemen op de houten, gelakte bar en serveert ze thee, sandwiches en gebakken rijst. „Voorlopig staat dit winkelcentrumpje niet op de slooplijst”, zegt ze. „Maar het is een kwestie van tijd.”
Mogelijke swing state
De komst van zowel witte als zwarte Amerikanen uit meer noordelijke, Democratische, ‘blauwe’ staten, schudt tegelijkertijd het politieke landschap op. Dat de voorheen solide Republikeinse, ‘rode’ staat inmiddels ‘paars’ kleurt, blijkt wel uit het feit dat zowel Donald Trump en zijn uitdager Nikki Haley als vicepresident Kamala Harris hier in de laatste dagen voor ‘Super Tuesday’ campagne voeren.
Dinsdag kiezen Republikeinen en Democraten in vijftien staten wie zij in november als presidentskandidaat willen, het grootste aantal kiezers op één dag in de voorverkiezingen. Zelden was dat zo weinig spannend, want het staat al vast dat – als er tussen nu en dan geen ongelukken gebeuren – ex-president Trump en diens opvolger Joe Biden het opnieuw tegen elkaar op nemen. Niet alleen de kandidaten, ook kiezers zijn veel minder bezig met de voorverkiezingen dan met de daadwerkelijke presidentsverkiezing in november. Daarvoor zou naast de bekende swing states (Pennsylvania, Georgia, Michigan, Arizona, Wisconsin en Nevada) ook North Carolina wel eens doorslaggevend kunnen zijn. Dat hopen de Democraten althans, want voorlopig gaat Trump, die er in 2016 ruim en 2020 nipt won, in peilingen aan kop.
Eén ding is zeker: de Democraten zullen hier niet winnen zonder steun en voldoende opkomst van de zwarte bevolking (22 procent). Vicepresident Harris kwam daarom vrijdag met de belofte van tientallen miljoenen dollars die de regering wil investeren in „kleine bedrijven van minderheden”. Ze gaf haar toespraak voor het bordje ‘Black Wall Street’, in de binnenstad. Na het afschaffen van de slavernij was dit een van de plekken in het gesegregeerde Zuiden waar zwarte banken zwarte bedrijvigheid financierden.
Maar de bedrijvigheid is verbleekt. De binnenstad is eerst verpauperd en daarna veryupt. Nu bepalen internationale hotelketens en hippe woonwinkels het straatbeeld en bieden restaurants er vegan softijs of granaatappelsalade. Volgens een voormalige bewoner is de buurt overgenomen door „mensen die hardlopen zonder T-shirt aan, honden uitlaten, en drinken in bierbrouwerijtjes”.
Alleen de afrokapper op de hoek redt het nog. Achter ouderwetse lamellen zit zit IT’er Zuri Gurganious (31) in de leren stoel om gekapt en geschoren te worden. Hij heeft vandaag al gestemd, want dat kan in bijna alle staten al voor de officiële (voor)verkiezingsdag. Hij heeft tussen Democratische kandidaten gekozen: van kandidaat-gemeenteraadsleden tot de mogelijk volgende gouverneur. Maar waar hij zijn voorkeur voor een president mocht uitspreken, heeft hij het stembiljet blanco gelaten. „Op dit moment kan ik Biden niet steunen vanwege Palestina”, zegt hij. In plaats van in North Carolina stemmen te winnen, kan Biden ze ook verliezen.
Net als een grote groep progressieve en Arabisch-Amerikaanse kiezers in Michigan verklaart Gurganious zich uncommitted: niet gebonden aan de president op wie hij vier jaar geleden stemde. „Hij heeft niets van zijn beloften waargemaakt.”
Neal Brown (41) steekt als hij de barbier uitloopt een sigaret op en spreekt ook zijn ongenoegen uit over Biden, migratie en de oorlog in Oekraïne. „Met al dat geld dat we daaraan uitgeven, kunnen we in eigen land de dakloosheid oplossen.”
Café-eigenaar Wilson vertelt dat zij opgroeide met een Republikeinse vader. „Hij was gynaecoloog en zei dat hij niet met zijn ras maar met zijn stand stemde.” Zelf is ze geregistreerd als onafhankelijk.
Is het dan waar wat Trump beweert, dat „de zwarte mensen nu aan mijn kant staan”? In een toespraak in februari zei hij dat het feit dat hij, volgens hem onterecht, vervolgd wordt voor zijn poging de verkiezingsuitslag ongedaan te maken, resoneert bij mensen die naar hun gevoel oneerlijk behandeld worden door justitie. „Zwarte mensen lopen rond met mijn mug shot” – zijn politiefoto bij zijn arrestatie.
In 2016 en 2020 stemde slechts 8 procent van de Afro-Amerikaanse kiezers op Trump. Peilingen wijzen uit dat dat percentage dit jaar zou kunnen verdubbelen. Het aantal prominente zwarte Republikeinen neemt in ieder geval toe. Senator Tim Scott wordt genoemd als zijn mogelijke running mate en vicepresident. Voor een vrijwel volledig wit publiek in Greensboro, een andere stad in North Carolina, gooide Trump zaterdag zijn gewicht achter de gouverneurskandidaat Mark Robinson, een charismatische maar vanwege antisemitische en homofobe uitspraken controversiële man.
Gehersenspoeld
Immanuel Jarvis (47) bevestigt het cliché dat de politieke scheidslijn in de gepolariseerde Verenigde Staten loopt tussen de steden en het platteland. Hij woont op een boerderij net buiten Durham, waar enorme varkens en veel kippen rondscharrelen en hij in een winkeltje eigen eieren en vlees verkoopt. Maar hij ontkracht het vooroordeel dat zwarte Amerikanen standaard op Democraten stemmen. Hij is al decennia Republikein en denkt met Trump dat er meer zwarte zieltjes te winnen zijn. „Als zwarte mensen eerlijk zijn, moeten ze toegeven dat hun leven onder Trump beter was dan onder Biden.” Hij noemt, net als Trump vaak, dat de zwarte werkloosheid nooit eerder zo laag was als tijdens diens presidentschap. Wat Jarvis er niet bij vertelt is dat die onder Biden nog verder gezakt is.
Immigratie is een heikel punt. „Niet alleen nemen illegale migranten de laagbetaalde banen in de steden, ze leggen ook druk op voorzieningen waar zwarte mensen gebruik van maken: zoals voedselbonnen en gesubsidieerde gezondheidszorg.” Daarnaast denkt de boer dat veel Afro-Amerikanen het vanwege hun geloof eens zijn met de Republikeinse inperking van het recht op abortus en weinig moeten hebben van de „doorgeslagen” focus op homoseksualiteit en transpersonen. „Mannelijkheid ligt onder vuur.” Hij verwacht niet dat veel Democratische vrouwen overstappen.
Toch is er in een twintigtal gesprekken maar één andere man die zegt dat hij „als ik ga stemmen” op Trump stemt. Kapper Mike (49) – geen achternaam: „Ik hou me niet met politiek bezig, maar ik mag hem gewoon meer dan die verrader Biden.” Hij verwijt de huidige president dat die de grens met Mexico niet bewaakt, waardoor er miljoenen migranten binnenkomen. Verhalen daarover hoort hij in rechtse podcasts die hij beluistert omdat hij van vuurwapens houdt. „Daarvoor was ik gehersenspoeld door het idee dat wij vanzelfsprekend op de Democraten stemmen. Dat geldt alleen mensen die zichzelf afhankelijk maken van de overheid.”
Neal Brown, die een eigen cateringbedrijf heeft en op een plaatselijke universiteit werkt, moet erom lachen. „Ik hoor dat soort stoerdoenerij wel vaker: van die kerels die zichzelf een bad boy vinden en Trump ook. Maar, jammer voor Trump: dat zijn gasten die geen idee hebben wanneer de verkiezingen zijn en nooit gaan stemmen.” Zelf volgt hij alles wat politiek is, en Biden kan op zijn stem rekenen.
Dat geldt waarschijnlijk ook voor café-eigenaar Wilson. „Ik had best overwogen om op Nikki Haley te stemmen maar Trump is doodeng.” Ze vreest wel dat hij uiteindelijk zal winnen. „De generatie van mijn dochter moet wegens zijn ouderdom en de steun aan de koloniale apartheid van Israël helemaal niks van Biden hebben. Die blijft thuis.”
Meer dan enthousiasme voor Trump zal weerzin over gevoerd beleid Biden mogelijk fataal worden. Daarbij hebben de Democraten in een staat als North Carolina ook nog het probleem dat de Republikeinen hier de districten zo hertekend hebben dat meerdere zetels in het Huis van Afgevaardigden hoogstwaarschijnlijk van blauw naar rood verschieten. Gerrymandering heet dat.
Het Republikeinse parlement heeft vorig jaar ook ingevoerd dat kiezers zich moeten legitimeren om te kunnen stemmen. Dat klinkt logisch, maar veel oudere zwarte mensen hebben geen geboortecertificaat of rijbewijs. De toch al relatief lage opkomst onder Afro-Amerikanen dreigt daarmee verder af te nemen.
Dat de Biden-regering investeert in een glasvezelfabriek en infrastructuurprojecten in de stad, leidt niet per se tot meer vertrouwen. Rhenda Wilson weet dat gentrificatie vrij baan krijgt dankzij de Democraten die de blauwe stad Durham besturen en de Republikeinen die in de staat de dienst uitmaken. „Maar voor de meeste mensen geldt: als je huur verdubbelt of je je huis uitgeprijsd wordt, is het het makkelijkst daar de zittende president de schuld van te geven.”