Hoe dichtbij is een echte klimaattransitie in Nederland? De geschiedenis toont dat onderdelen van de samenleving fundamenteel kunnen veranderen. Denk aan de afschaffing van kinderarbeid en het verbod op roken op openbare plekken. Geldt dit ook voor onze omgang met het klimaat? In deze slotaflevering van Boven Water onderzoeken Floor Boon en Maarten Dallinga hoeveel reden er is tot hoop, hoe realistisch een transitie is, en hoe Nederland er dan uit kán zien.
‘Om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen, dook mijn vader onder op een boerderij op de Veluwe. Daar werkte hij als boerenknecht. In de Hongerwinter ging hij met een fiets zonder banden terug naar Rotterdam, om zijn ouders van eten te voorzien. Om ontdekking te voorkomen, liep hij ’s nachts.
Mijn moeder was de dochter van een bakker. Ook zij liep ’s nachts met brood over straat, gelukkig een stuk dichterbij. Na de oorlog ontmoetten ze elkaar tijdens de straatfeesten. Ze bleek zijn buurmeisje te zijn, ze woonde vijf huizen verderop.
Maar trouwen was een probleem. Tot 1970 was in het Burgerlijk Wetboek opgenomen dat beide ouders toestemming moesten geven voor het huwelijk van hun kinderen, als zij de leeftijd van dertig jaar nog niet hadden bereikt. Mijn vader was protestant en mijn moeder katholiek. Haar ouders vonden mijn vader een prima vent, maar mochten van de pastoor geen toestemming voor het huwelijk geven. Uiteindelijk bracht de kantonrechter uitkomst.
Na ongeveer drie jaar met twee kleine kinderen op zolder bij mijn vaders ouders te hebben ingewoond, kregen ze een driekamer-benedenwoning in Rotterdam Blijdorp. Mijn vader had zijn oude beroep (en hobby) weer opgepakt en werkte als automonteur. Wij hadden geen auto, we deden alles op de fiets. En we hadden het niet breed, maar we hadden altijd goed te eten en mijn moeder maakte zelf onze kleren. Op een elektrische naaimachine, het enige luxe apparaat in huis.
Toen ik zeven jaar was, gingen we voor het eerst met vakantie. Helemaal naar de Veluwe, op een boerderij vlak bij het oude onderduikadres. We werden gebracht met een bestelbusje van mijn vaders werk. We zijn nog vaak naar dezelfde boerderij geweest, we hadden altijd geweldige vakanties. Uiteraard bezochten wij het onderduikadres.
Jaren later (ik had inmiddels zelf wat geld verdiend) kocht ik met mijn broer een tweedehands auto. Omdat ik veel in het buitenland was voor werk, konden mijn ouders die gebruiken. Ze gingen er ieder jaar mee met vakantie naar de boerderij van de volgende generatie uit een van die gezinnen uit de onderduiktijd. Hoewel mijn ouders al lang geleden zijn overleden, hebben wij nog altijd contact met een van hen, een contact dat dus is ontstaan door de Tweede Wereldoorlog.”
Een bloemenaltaar op de stoep met wat kaarsen en knuffels – Hello Kitty, een roze konijn met een kind in haar armen. Tussen de bloemen een bord: „Stop femicide.” In de nieuwsrubrieken was er wederom ruim aandacht voor de moord op Joeweela, dinsdag in Gouda. Onder de ogen van haar kinderen werd ze op straat doodgeschoten door haar ex-man.
Femicide, het woord is in opkomst de laatste jaren. De roep om vrouwenmoord aan te pakken wordt steeds luider. De Rijswijkse burgemeester Huri Sahin sprak in Nieuwsuur (NPO 2) van een groot probleem dat de samenleving ontwricht. Is dat zo? Er worden betrekkelijk weinig vrouwen gedood in Nederland. Gemiddeld 45 vrouwen per jaar, van wie 24 door hun partner of ex. Het moordcijfer is in dertig jaar sterk gedaald. De impact van een moord is natuurlijk groot maar met zo’n gering aantal kun je toch niet van een maatschappelijk probleem spreken.
Nieuwsuur liet zien dat we over iets anders praten als we het over femicide hebben: vrouwenonderdrukking in den brede. Gewelddadige mannen bijvoorbeeld, die hun vrouw als bezit beschouwen, als statussymbool, zo legde criminoloog Marieke Liem uit. Mannen die de vernedering van een scheiding niet verdragen, uit angst voor controleverlies of statusverlies. Liem noemde het „intieme terreur”. Naar schatting 200.000 vrouwen zitten in zo’n relatie. Een moord is slechts het aansprekende, extreme voorbeeld daarvan. Volgens Liem zou het een terugslag van de emancipatie kunnen zijn: vrouwen komen beter voor zichzelf op, mannen pikken dat niet.
Slangen en schroeven
Nog even naar B&B Vol Liefde (RTL 4) voor wat behapbaar drama. De realityserie draait op tragische ironie: de kijker ziet de ramp aankomen waar het personage nog geen weet van heeft. Zo denkt zijden sok Frank dat hij het hart van Ingrid kan veroveren, terwijl wij allang weten dat die genoeg van hem heeft.
Net als in Boer Zoekt Vrouw hebben de B&B-eigenaren een druk bestaan en verwachten ze dat de liefdeskandidaten daar meteen in meedraaien. Maar die zien hun deelname meer als een romantische vakantie. Zo zoekt Ingrid een voortvarende man die het werk ziet liggen en aan de slag gaat. Maar kandidaat Frank is meer het aan de keukentafel pratende type; sterk in complimenten en in gevoelige gesprekken.
Frank moet van Ingrid een plankje onder een vogelnest in de schuur verplaatsen, wat een hilarische scène oplevert. Bij het uitdraaien van de tweede schroef faalt hij al, waarna Ingrid zelf de ladder op moet. Frank maakt vooral te veel fuzz van het eenvoudige klusje. Tegen Ingrid kun je inbrengen dat ze hem niet de hele tijd op de vingers moet kijken. Maar ja, anders had je geen hilarische scène.
Misschien wordt het wel wat met de Surinaamse slangenman Dick en de blonde Karin, die dapper meegaat op snake patrol. Zij heeft als voordeel dat ze niet bang is voor slangen, behalve als ze in haar bed komen: „Ik hou wel van een gespierde man, maar niet van een gespierde slang.”
Maar wie kan het wat schelen of het wat wordt tussen de die twee? B&B Vol Liefde moet het hebben van de wat oudere, door het leven gehaalde kandidaten. De avonturen van de mooie, jonge kandidaten zijn over het algemeen tergend saai. Goed, het speelt zich af in de jungle met slangen, maar verder is deze romance, om de poëtische commentator Jeroen Kijk in de Vegte aan te halen: „Als een kabbelende golf die wegebt in de branding.”
Een groep Britse en Ierse artiesten, waaronder Massive Attack en Kneecap, heeft op sociale media een alliantie aangekondigd voor muzikanten om zich samen uit te spreken tegen de oorlog in Gaza.
De artiesten zeggen te maken hebben gehad met „agressieve campagnes” van pro-Israëlische belangenorganisaties en repercussies van de muziekindustrie nadat ze zich op het podium uitlieten over Gaza. Ze roepen met name beginnende artiesten op om zich aan te sluiten. „We willen niet toekijken hoe andere artiesten […] het stilzwijgen wordt opgelegd.”
Een van de organisaties die in de gezamenlijke post op Instagram wordt genoemd, is U.K. Lawyers for Israel (UKLI). Deze organisatie heeft onder meer aangifte gedaan tegen poppunkduo Bob Vylan nadat de groep tijdens een optreden op festival Glastonbury afgelopen juni „Death, death to the IDF” (‘Dood aan het Israëlische leger’) riep en het publiek mee liet scanderen. UKLI deed ook aangifte tegen BBC, dat het optreden uitzond.
Optredens geannuleerd
De Britse politie heeft een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar de festivalshow, waarna verschillende optredens van de punkgroep werden geannuleerd. Ook de shows die Bob Vylan in september zou doen als voorprogramma van Gogol Bordello in poppodia Paradiso in Amsterdam en in 013 in Tilburg werden afgezegd. Na de afzegging programmeerden de Nederlandse poppodia alsnog een eigen concert van Bob Vylan.
De alliantie zegt te staan voor de vrije toegang van hulporganisaties in Gaza, een permanent staakt-het-vuren en een einde aan de Britse wapenleveringen aan Israël.
Massive Attack – dat begin juli het hoofdpodium van festival Down The Rabbit Hole afsloot met een ‘hyper-activistische show’ – zegt in een verklaring aan The Guardian dat de actie is ontstaan uit solidariteit met artiesten die zich zorgen maken over het gebruik van hun platforms „vanwege de censuur vanuit de industrie” en de dreiging van juridische actie. „De bedoeling is duidelijk: hen het zwijgen opleggen.”