Afghaanse politica die niet wilde wijken voor Taliban vermoord

Oud-parlementariër Mursal Nabizada die zich in Afghanistan verzette tegen de Taliban, werd zaterdagnacht gedood. De moord is vooralsnog niet opgeëist.

Een foto van oud-parlementariër Mursal Nabizada, afgebeeld op een mobiele telefoon.
Een foto van oud-parlementariër Mursal Nabizada, afgebeeld op een mobiele telefoon.

Foto Wakil Kohsar/AFP

Ze werd zaterdag in het holst van de nacht vermoord. Onbekende schutters drongen het huis van de voormalige Afghaanse politica Mursal Nabizada in Kabul binnen en schoten haar dood. Ook een bodyguard werd doodgeschoten; Nabizada’s broer en een tweede bewaker raakten gewond.

Het is de eerste keer dat een politicus is vermoord sinds de machtsovername door de Taliban in de zomer van 2021. De moordactie is niet opgeëist en de identiteit van de daders is onbekend. Er is meteen een „uitgebreid” politie-onderzoek ingesteld, zo liet een woordvoerder weten namens het regime van de Taliban. De autoriteiten zouden pas uren later, op zondagochtend, op de hoogte zijn gesteld van de moord.

Nabizada was in 2018 gekozen in het Afghaanse lagerhuis, ze vertegenwoordigde er kiezers uit de hoofdstad. Ze was volgens internationale media een van de weinige politici die na de machtsovername door de Taliban besloten in Afghanistan te blijven. Haar familie schreef in een verklaring dat zij „geen persoonlijke vijanden” had. „Ik weet niet of er een politieke zaak speelde, maar er was niets tegen haar als persoon”, zo citeert lokale nieuwsorganisatie Tolo Nabizada’s moeder.


Lees ook: Ngo in Afghanistan staakt werk na vrouwenverbod: ‘Dit is een rode lijn’

Nabizada stond bekend als een mondige jonge vrouw – van het slag vrouwen wier leven in Afghanistan steeds moeilijker werd gemaakt. Via een reeks steeds weer nieuwe bepalingen hebben de Taliban vrouwen steeds verder uit het openbare leven verdrongen. Commentatoren spreken van een beleid van „gender-apartheid”. Human Rights Watch stelde dat Nabizada in Afghanistan was gebleven „om te vechten voor de rechten van vrouwen en meisjes”. Een andere voormalige Afghaanse politica, Mariam Solaimankhil, omschreef haar op Twitter als een „onverschrokken pionier” en een „diamant” in het verzet tegen de Taliban.

Politie-onderzoek

De verklaringen van de huidige machthebbers ten spijt, zijn commentatoren niet gerust op de uitkomst van het politie-onderzoek naar de moord. Naseer Ahmad Faiq, de Afghaanse zaakgelastigde bij de Verenigde Naties in afwezigheid van een formele ambassadeur, reageerde op de moord: „Op dit moment is in ons land helaas niemand immuun, en wordt niemand ter verantwoording geroepen.”

Faiq riep eind vorige week de VN-Veiligheidsraad achter gesloten deuren bijeen om de recentste ontwikkelingen in het land te bespreken. In december banden de Taliban eerst studentes van de universiteit, daarna kwam een verbod op vrouwelijke werknemers bij non-gouvernementele organisaties. Voor veel ngo’s was die bepaling een stap te ver. Sommige organisaties vrezen hun werk te moeten staken omdat ze veel vrouwen in hun personeelsbestand hebben, andere willen uit principe niet voldoen aan de nieuwe eis.

De Veiligheidsraad heeft de Taliban opgeroepen de nieuwe decreten terug te draaien, maar die hebben daaraan geen gehoor gegeven. Het gaat de nieuwe machthebbers er meer om maatschappelijke naleving van de sharia-wetgeving te bewerkstelligen – ook vrouwenrechten zullen langs die lat worden gelegd. Internationale organisaties zouden de religieuze eisen en context in Afghanistan moeten begrijpen, aldus woordvoerder Zabiullah Mujahid, en humanitaire hulp niet moeten koppelen aan politiek. De intergouvernementele Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIS), gelieerd aan de VN, wil met de Taliban in gesprek over de interpretatie van islamitische richtlijnen.

Binnen Afghanistan heeft veiligheid nu de prioriteit van het regime. De moordaanslag op een prominente, publieke figuur biedt, ongeacht haar geslacht, ook daarop geen hoopvolle indicatie.