De Duitse partij Alternative für Deutschland (AfD) heeft een aanklacht ingediend tegen de nationale veiligheidsdienst, het Bundesamt für Verfassungsschutz. Dat melden Duitse media en internationale persbureaus maandag, op basis van een woordvoerder van de partij. AfD is het niet eens met het eerdere besluit van het Bundesamt om de partij als rechts-extremistisch te bestempelen.
AfD heeft bij de rechtbank in Keulen, waar het Bundesamt ligt, een zaak aangespannen en een spoedaanvraag ingediend. De partij was eerder al kritisch over het besluit en noemde het een „zware slag” voor de democratie. Volgens AfD heeft de veiligheidsdienst nog niet gereageerd.
Vrijdag maakte de veiligheidsdienst bekend AfD te kwalificeren als rechts-extremistisch. De partij maakt onderscheid tussen Duitse staatsburgers en dat is strijdig met een vrije democratie. „Concreet beschouwt AfD Duitse staatsburgers met een migratieachtergrond uit overwegend islamitische landen niet als gelijkwaardige leden van het door de partij etnisch gedefinieerde Duitse volk”, aldus het Bundesamt.
Het gaat dus over de opvatting van de anti-migratiepartij over het Duitse volk, en hoe die opvatting bevolkingsgroepen buitensluit. Door de nieuwe categorisatie mag de veiligheidsdienst de partij nu scherper in de gaten houden. Eerder werd de partij al als „mogelijk rechts-extreem” gecategoriseerd.
‘Vermomde tirannie’
Zowel de Verenigde Staten als Rusland bekritiseerden het besluit van het Bundesamt. Het Kremlin liet maandag weten dat de laatste beoordeling aantoont dat er in Europa veel beperkende maatregelen zijn tegen entiteiten die niet in de „algemene trend” vallen. De Amerikaanse buitenlandminister Marco Rubio noemde het besluit „vermomde tirannie”.
Door de nieuwe bestempeling is het debat over een mogelijk verbod op AfD weer opgelaaid. Vooral de linkse oppositiepartijen Die Grünen en Die Linke willen zo een verbod graag. De Christendemocraten, CDU/CSU, die de grootste werden bij de laatste verkiezingen in februari, zijn sceptischer. Ook Olaf Scholz, die met zijn arbeiderspartij (SDP) samen met CDU/CSU de nieuw Duitse regering vormt, reageerde terughoudend: hij zei dat een verbod „niet overhaast” moeten worden aangenomen.
Scholz treedt maandag af als Bondskanselier en maakt plaats voor Friedrich Merz (CDU), die zich nog niet heeft uitgelaten over het besluit van de veiligheidsdienst.
Lees ook
De roep om de rechts-extremistische AfD te verbieden wordt steeds luider, maar er is ook veel weerstand tegen zo’n verbod
Het land dat het ding lanceerde bestaat allang niet meer, maar de wereld krijgt deze week te maken met de terugkeer van een ruimtevaartuig dat in 1972 door de Sovjet-Unie de lucht werd ingeschoten. „Er is een goede kans dat de landingsmodule gewoon in één stuk op aarde valt. Hij is immers ontworpen om de afdaling in de Venus-atmosfeer te overleven”, zegt Marco Langbroek, satellieten-spotter en lector Space Situational Awareness aan de TU Delft.
Langbroek houdt de positie van Kosmos 482, een oude Venus-sonde, bij op zijn blog, aan de hand van radarmetingen van de Amerikaanse ruimtevaartstrijdkrachten. Met in Delft ontwikkelde software is het moment van terugvallen te voorspellen. Op het moment dat dit artikel gepubliceerd werd (maandagmiddag 5 mei), is dat 10 mei 21:05 uur Nederlandse tijd plusminus 1,5 dag.
Smelten en verbranden
„Het precieze moment verandert nog voortdurend, afhankelijk van nieuwe metingen van de positie en de atmosfeer”, zegt Langbroek. Wanneer, en vooral waar, Kosmos 482 landt, daarover is pas enkele uren van tevoren iets zinnigs te zeggen. „De kans is het grootst dat hij in zee valt, maar het kan ook op land zijn.”
De meeste terugvallende ruimtevaarttuigen smelten en verbranden helemaal: door hun snelheid van duizenden kilometers per uur, worden ze gloeiend heet. Maar Kosmos 482 is juist ontworpen om zo’n reentry te overleven in de dichte atmosfeer van Venus. De landingsmodule is een stevige bol van zo’n 500 kilo, ongeveer een meter in diameter. De titanium buitenkant zal tijdens de gloeiende afdaling wel flink afbladderen.
De landing zal een flinke klap zijn. Het lijkt Langbroek extreem onwaarschijnlijk dat de parachute na ruim vijftig jaar nog werkt. Maar helemaal uitgesloten is het ook weer niet. „Bij de Russen weet je het nooit. De batterijen zijn zeker leeg, maar als het systeem mechanisch was, heb je kleine een kans dat hij het zelfs zonder batterijen doet.”
Echt gevaarlijk is het relatief kleine projectiel niet, schat Langbroek. „Het fascinerende vind ik dat het een soort tijdcapsule is, met Sovjet-ruimtevaarttechnologie van meer dan een halve eeuw geleden.” De Sovjet-Unie had dan wel de race om mensen op de maan te zetten verloren, maar in 1970 voerde de ruimtesonde Venera-7 (‘Venus’ in het Russisch) de eerste succesvolle landing op een andere planeet uit.
Geen geringe prestatie, want de atmosfeer van onze buurplaneet bleek ongenadig. Aan een parachute afgedaald door dichte wolken van zwavelzuur, registreerden de meetinstrumenten een temperatuur van 475 graden Celsius en een druk van 92 bar. Venera-7 hield het 23 minuten vol.
Hoogste punt van de baan
Aan dat succes was een lange reeks mislukkingen voorafgegaan. Venera-1 raakte in 1961 oververhit voordat hij langs Venus schoot, net als Venera-2. Venera-3 crashte op het oppervlak, de batterij van Venera-4 raakte op voor de landing, en Venera-5 en -6 implodeerden door de hoge druk.
Na Venera-7 had ook Venera-8 in 1972 succes, en inmiddels waren de Sovjets overgegaan tot het lanceren van meerdere sondes van hetzelfde ontwerp, om de kansen te vergroten. Kosmos 482, gelanceerd op 31 maart 1972, was vermoedelijk een exacte kopie van Venera-8, maar bleef steken in een baan om de aarde. Vanwege de mislukking kreeg hij zijn weinigzeggende naam, verdere inlichtingen werden niet verstrekt.
Wel was met hulp van telescopen en radarbeelden te zien hoe de langgerekte baan van de landingsmodule rond de aarde in een halve eeuw gestaag kromp. Het apogee, of hoogste punt van de baan, was vlak na de lancering 9710 kilometer, maar op 1 mei 2025 was daar nog maar 340 kilometer van over, met nog maar dagen te gaan.
In de autobiografie van de Sovjet-raketpionier Boris Tsjertok (1912-2011) mijmert hij over Venera-1, die nog altijd als ruimteschroot door het zonnestelsel suist. „Als op een dag onze nazaten het ruimtepuin in het zonnestelsel opruimen, en ze vinden Venera-1, zullen ze een vlag van de Sovjet-Unie vinden, en het in een museum plaatsen, niet ver van het goud van de Scythen’, voorspelt hij zelfverzekerd.
Of Venera-8 ook een Sovjetvlag aan boord had, wordt heel misschien deze week duidelijk.
Het Internationaal Gerechtshof heeft de door Soedan aangespannen genocidezaak tegen de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) verworpen. Het hof stelt dat het „niet bevoegd” is om te oordelen in deze zaak. Dat heeft het Internationaal Gerechtshof in Den Haag maandag bekendgemaakt.
De aanklacht draaide om een zware beschuldiging aan het adres van de Verenigde Arabische Emiraten. Volgens de Soedanese autoriteiten is het land medeplichtig aan genocide tegen de Masalit-bevolking in de regio Darfur. De VAE verlenen steun aan de Rapid Support Forces (RSF), de paramilitaire militie die al twee jaar een bloedige oorlog uitvecht met het regeringsleger. Soedan wilde daarom dat het hof „noodmaatregelen” zou nemen tegen VAE.
Onder andere Human Rights Watch en de Verenigde Staten stellen dat de acties van de RSF tegen de Masalit-bevolking neerkomen op genocide.
Geen jurisdictie
Volgens Soedan hebben de VAE met hun steun aan de RSF het Genocideverdrag uit 1948 verbroken. De VAE erkennen dit verdrag, maar hebben bij ondertekening wel een voorbehoud geregeld waardoor het Gerechtshof minder snel jurisdictie – rechterlijke bevoegdheid – over het land heeft.
Hoewel het hof aangeeft zich „grote zorgen” te maken over het leed in Soedan, kunnen de rechters vanwege dat voorbehoud nu niet meegaan in Soedans verzoek om maatregelen te nemen, zo is te lezen in het oordeel. „Het gewelddadige conflict heeft een verwoestende uitwerking”, schrijft het hof, maar de rechtsmacht van het hof wordt „noodzakelijkerwijs beperkt”.
De rechtszaak volgde op een reeks alarmerende rapporten, diplomatieke waarschuwingen en journalistieke onthullingen over de militaire, economische en politieke betrokkenheid van de VAE bij de schijnbaar uitzichtloze oorlog in Soedan. Uit onderzoek van The New York Times blijkt dat de VAE heimelijk de RSF bewapenen, verzorgen en versterken, onder het mom van humanitaire hulp.
De Verenigde Arabische Emiraten ontkennen deze steun en noemden de aanklacht van Soedan eerder „niets meer dan een cynische publiciteitsstunt”. „Deze zaak had nooit voor het hof moeten komen”, zei een vertegenwoordiger van de VAE na afloop van de uitspraak tegen aanwezige verslaggevers, schrijft persbureau AP. „Het oordeel van het hof onderstreept dat.”
Lees ook
De Emiraten als schaduwmacht: goudhonger in Dubai voedt de oorlog in Soedan
Vrijheid is „een uniek en zeldzaam voorrecht”, sprak minister Ruben Brekelmans (Defensie, VVD), even voordat een groepje demonstranten over de dranghekken op het 5 Mei Plein in Wageningen klom en de toespraak van de minister verstoorde. „Free Palestine”, riepen ze, en toen werden ze getackeld door de politie. Vijf actievoerders zijn weggesleept en aangehouden.
Die actie kon niet op instemming rekenen van het publiek, maandagochtend in Wageningen bij de nationale aftrap van Bevrijdingsdag, waar hoogwaardigheidsbekleders en veteranen aanwezig waren. De demonstranten werden uitgejouwd. „Kies een andere dag uit, joh!”, riep iemand. Een ander: „Ga je schamen!”
Groot werd de verstoring niet. Brekelmans aan het slot van zijn toespraak: „Ik zeg dat ook tegen de mensen die we hier zojuist zagen: laten we elkaar stevig vasthouden en ons niet uit elkaar laten spelen, dat is wat ons allen te doen staat.” Premier Dick Schoof ontstak even later volgens plan het ‘vrijheidsvuur’; de Poolse premier Donald Tusk hield een speech. Toeschouwers klapten vrolijk en opgelucht voor de aeerbiedwaardige veteranen die Nederland tachtig jaar geleden bevrijdden, allen hoogbejaard. En voor het defilé van militaire voertuigen en blaaskapellen, dat rond het middaguur door de Wageningse binnenstad slingerde.
Een uurtje later, bij het begin van het Bevrijdingsfestival verderop in Wageningen, was het weer raak. Een rookbommetje dat rode wolken verspreidde werd op het podium gegooid toen premier Schoof net vrijheid „kostbaar” had genoemd, met zijn Poolse ambtgenoot Tusk naast hem. Zij werden door beveiligers snel weggevoerd. De rook zag er in de ogen van veel festivalgangers nog redelijk feestelijk uit, anderen, verspreid over het publiek, staken op dat moment rode flyers in de lucht met de tekst: „Wageningen trekt hier een rode lijn.”
Protest met rode flyer tijdens de opening van Bevrijdingsdag in Wageningen.
Foto Dieuwertje Bravenboer
Actievoerder Petra Rietberg staat in het publiek met een spandoek. De tekst: „Vrijheid voor iedereen”. Rietberg: „Het gaat hier over vrijheid. Maar intussen staat de vrijheid van zo veel mensen onder druk door het beleid van dit kabinet: asielzoekers, migranten, transgenders.” En, stelt ze, mag het ook even gaan over de Palestijnen die getroffen zijn door de Gaza-oorlog? „Ook al schendt Israël mensenrechten, toch trekt dit kabinet geen rode lijn.”
Als Schoof hier zegt dat de vrijheid op het spel staat, waarover heeft hij het dan?
Rietberg kwam naar het festival om die boodschap te laten horen, samen met vriendin en collega Jenneke van Vliet. „Op deze dag zeggen we ‘nooit meer’ tegen elkaar, maar nooit meer is ook nu. Als Schoof hier zegt dat de vrijheid op het spel staat, waarover heeft hij het dan? Waarom zegt hij niet: en daarom is Netanyahu niet meer welkom in Nederland? We spreken grote woorden uit over vrijheid, maar ze lijken voor de bühne.”
Omstanders reageerden verschillend op de actie, vertelt ze. „Er waren mensen die ermee instemden, maar ik hoorde ook: ‘Huh, waarom staat u hier? Ga hier weg!’ Over die scheefheid kan ik me echt boos maken, we staan hier voor de vrijheid!”
Structurele financiering
Bevrijdingsdag is meer dan een festival. Zonder de inhoud moet Bevrijdingsdag niet gevierd worden, vindt ook het kabinet. Voor het weekend maakte staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport, VVD) bekend dat veertien Bevrijdingsfestivals in Nederland structurele financiering ontvangen, te beginnen met 700.000 euro dit jaar. Daarvoor stelde hij wel de voorwaarde dat er „een inhoudelijke link met het vieren van vrijheid” moet zijn.
Daar is Rianne Kuijer, die met haar man en drie kinderen naar het festival is gekomen, ook van doordrongen. „Ik kom hier om mijn kinderen te laten zien: dit is vrijheid. Feest mogen vieren, met muziek en een biertje in mijn hand. Tachtig jaar geleden konden de kinderen weer blij buiten spelen, zo leg ik dat aan mijn kinderen uit. Dat is ook in deze tijd niet vanzelfsprekend, ze hebben Oekraïense vriendjes die dat hebben ondervonden.”
De acties om aandacht te vragen voor de Palestijnen vindt ze „lastig”. „We leven in een land waar dat mag en dat is belangrijk. Maar op deze dag wil ik het wel graag houden bij de definitie van Bevrijdingsdag: om te denken aan de Tweede Wereldoorlog en waar onze mannen voor gevochten hebben.”
Publiek op het Bevrijdingsfestival in Wageningen.
Foto Dieuwertje Bravenboer
„Jammer dat het op zulke dagen moet”, vindt ook Artie Blankespoor, die met zijn dochter Madeleen uit Ede gekomen is. Voor het defilé, en om haar eens te laten kennismaken met zo’n muziekfestival. „Ik denk dat we in Nederland al best veel aandacht hebben voor wat er in Israël gebeurt, dus ik zou zeggen: misschien kunnen we vandaag de positieve kant laten zien, dat we nu vrijheid vieren.”
Misschien kunnen we vandaag de positieve kant laten zien, dat we nu vrijheid vieren
Later in de middag werdop verschillende plaatsen in Nederland nog een actie gehouden: „Op de grond voor de Grondwet”, waarbij actievoerders op straat gingen zitten. Op de Neude in Utrecht deden zo’n honderd mensen mee.
Premier Schoof noemde het maandagmiddag in een reactie tegen de NOS „jammer” dat Bevrijdingsdag „gebruikt wordt voor demonstraties voor heel andere zaken die in andere delen van de wereld spelen”.
Student Roos Hamelink, die in Wageningen woont, ziet „de tegenstrijdigheid” daarvan wel. „Het hele punt is natuurlijk dat we ‘nooit meer oorlog’ willen, maar dat er nog steeds oorlog is.” Dus voor een actie heeft ze wel begrip, „zolang het vredig is”. Zelf kwam ze voor het festival. „Wat vrijheid dan voor mij betekent? Het betekende vanochtend vooral dat ik dacht: ik doe vandaag rare oogschaduw op”, zegt ze lachend.