AfD en Die Linke profiteerden het meest van hoge opkomst

De Duitse verkiezingen leken op sommige plekken wel een referendum vóór of tégen AfD. In de districten waar het opkomstpercentage het hardst omhoogschoot, werd óf veel op de radicaal-rechtse partij gestemd, óf gingen veel stemmen naar Die Linke, de partij die zich afgelopen weken ontpopte als de anti-AfD-stem.

Sinds de val van De Muur was de opkomst niet zo hoog. Ruim 82 procent van de stemgerechtigden kwam afgelopen zondag opdagen bij de Duitse verkiezingen. De opkomst daalde nergens. Juist in de kiesdistricten waar eerder veel mensen thuisbleven, groeide de opkomst het hardst, blijkt uit een analyse van de verkiezingsresultaten door NRC.

Er stond dan ook veel op het spel. De radicaal-rechtse AfD was in de peilingen twee keer zo groot als bij de vorige verkiezingen.De partij bracht honderdduizenden tegendemonstranten op de been. Duitse voetbalsupporters zwaaiden met grote vlaggen met anti-AfD-leuzen, terwijl Elon Musk claimde dat alleen AfD Duitsland kon redden – iedereen sprak zich uit: vóór of tegen AfD.

Stad en platteland

De tweestrijd is het beste zichtbaar in plattelandsdistricten in het Oost-Duitse Sachsen-Anhalt en Berlijnse kiesdistricten. In de plattelandsdistricten steeg zowel de opkomst als de steun voor AfD meer procentpunten dan elders. Die Linke, de socialistische partij die afgelopen zondag verrassend de kiesdrempel haalde, scoorde hier juist het slechtst.

In de Berlijnse kiesdistricten was een heel andere trend te zien. De Oost-Berlijnse wijk Pankow bijvoorbeeld, had bij de vorige verkiezingen het laagste opkomstpercentage van Duitsland en groeide nu het hardst, van 58 naar 85 procent. Deze wijk registreerde tegelijkertijd de kleinste groei van AfD in heel Duitsland, én een stormachtige groei voor Die Linke, van 14 naar 22 procent van de stemmen.


De twee grote winnaars van de verkiezingen, de christendemocratische CDU/CSU (de grootste met 28,6 procent van de stemmen) en AfD (tweede partij met 20,8 procent), deden het goed in rurale én stedelijke gebieden, in arme én rijke kiesdistricten. De grootste winsten boekten beide partijen in regio’s waar ze eerder al goed scoorden. AfD won meer in Oost-Duitsland, terwijl de christendemocraten vooral in het zuiden extra stemmen trokken.

AfD wist zelfs in álle kiesdistricten een hoger percentage stemmen te trekken dan in 2021. Dat lukte geen enkele andere partij. De christendemocraten verloren steun in 12 van de 299 kiesdistricten – allemaal in Oost-Duitsland, waar AfD vaak fors won.

Maar AfD is geen typisch Oost-Duits fenomeen: ook in het westen van Duitsland kreeg de partij veel stemmen. Een op de vijf stemmen in voormalig West-Duitsland ging naar AfD. Omdat er veel meer kiezers in West-Duitsland wonen, komen daar ook meer stemmen vandaan: bijna twee derde van alle AfD-stemmen.

Winst in stedelijk gebied

De radicaal-rechtse partij verdubbelde in 217 van de 299 kiesdistricten het percentage stemmen. Dat gebeurde in zowel landelijke gebieden – waar AfD eerder al goed scoorde – als de stedelijke gebieden, waar de partij eerder moeilijker voet aan grond kreeg. In Wandsbek, een stadsdeel in Hamburg, kreeg AfD bijvoorbeeld 14,1 procent van de stemmen. In 2021 was dat nog 6,5 procent. In andere Duitse steden zijn vergelijkbare uitslagen te zien: in de steden zelf scoort AfD niet goed, maar er zijn altijd wijken waar de partij wel veel stemmen trekt.


De allergrootste AfD-bolwerken blijven toch de rurale gebieden. Daar krijgt de partij 28 procent van de stemmen. AfD was in veel rurale kiesdistricten, met name in het oosten van het land, al de grootste, maar kreeg het ook voor elkaar om fors te groeien. In het kiesdistrict rond het Oost-Duitse stadje Görlitz was AfD in 2021 al de grootste met een derde van de stemmen. Dit jaar kreeg AfD er 46,7 procent. In geen enkel ander district was een partij zo populair.

AfD heeft sowieso de sterkste bolwerken. In 20 kiesdistricten kreeg de partij meer dan 40 procent van de stemmen. CDU/CSU lukte dat in 15 kiesdistricten, andere partijen komen daar niet in de buurt. Al die AfD-bolwerken liggen in het oosten van het land. Het zijn vaak arme kiesdistricten, met een lage bevolkingsdichtheid.

De kiesdistricten waar CDU/CSU de hoogste percentages haalde, liggen in Beieren en Noordrijn-Westfalen. Ook dit zijn vaak landelijke gebieden, maar de inkomens zijn er juist relatief hoog.


De sociaaldemocratische SPD is de grote verliezer van deze verkiezingen en kromp in alle kiesdistricten. Drie jaar geleden werd de partij nog de grootste met 25,7 procent van de stemmen, nu bleef de partij bleef steken op 16,4 procent. Het verlies is bijzonder groot in Oost-Duitsland, waar de sociaaldemocratische partij halveerde ten opzichte van de vorige verkiezingen. In West-Duitsland verloor de partij van Olaf Scholz een derde. Waar de SPD bij de vorige verkiezingen nog ongeveer even goed scoorde in de stad en op het platteland, is het stemaandeel in de dunbevolkte gebieden nu veel harder gedaald: van 26 naar 14 procent.