Het kan nu zomaar gebeuren: slechts één aanbieder van kinderdagverblijven in de regio. Met overal dezelfde, vaak te hoge prijzen. Kwalitatief minder goede dienstverlening en weinig bedrijfsinnovatie. Ouders moeten dan een uur rijden om goedkopere en kwalitatief betere kinderopvang te vinden. Het zijn gevolgen van een gebrek aan concurrentie op een markt. Want bij weinig concurrentie, zeggen economen, hoeven bedrijven minder hard hun best te doen om klanten te behouden.
Aan dergelijke monopolies wil de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een einde maken. De toezichthouder, die moet zorgen voor voldoende concurrentie tussen bedrijven, wil ook kleinere bedrijfsovernames en fusies kunnen toetsen. Het kabinet moet hiervoor de mededingingswet aanpassen, zo stelde de ACM maandagavond in Het Financieele Dagblad.
„We krijgen sinds een jaar meer signalen waaruit blijkt dat ook kleinere overnames leiden tot minder concurrentie”, zegt ACM-bestuursvoorzitter Martijn Snoep in een toelichting aan NRC. De ACM mag wettelijk alleen overnames toetsen van bedrijven met een jaaromzet van 30 miljoen euro of meer.
Snoep noemt als voorbeeld de reeks overnames van dierenartsenpraktijken waarover NRC dit jaar berichtte. Een handvol investeerders kocht in de afgelopen zeven jaar op grote schaal dierenartsenpraktijken op, waardoor de prijzen flink zijn gestegen. Consumenten kunnen de rekening soms niet meer betalen. „Dit gebeurt ook bij kinderdagverblijven, tandartsen- en huisartsenpraktijken. Wij zijn daar bezorgd over.”
Lees ook
Een prikje voor de hond? Dat is dan 846 euro. Hoe de zorg voor je huisdier véél duurder is geworden
De ACM wil daarom de bevoegdheid om binnen een periode van zo’n drie maanden na de bekendmaking van een kleine fusie of overname een onderzoek te starten. Bedrijven hoeven dan niet alle overnames onder de 30 miljoen euro bij de toezichthouder te melden. De kosten voor bedrijven (denk bijvoorbeeld aan het inhuren van adviseurs) en voor de ACM (extra personeel) zouden volgens Snoep anders te hard stijgen. Bedrijven die een overname doen in een regio waar al weinig concurrentie is, moeten dat van de ACM wel melden.
„Omdat we niet weten of alle bedrijven dat zullen doen, houden we zelf in de gaten welke overnames mogelijk voor een te sterke machtsconcentratie kunnen zorgen”, zegt Snoep. De ACM houdt bijvoorbeeld vakbladen en kranten in de gaten om te weten welke bedrijven fuseren. Daarnaast kunnen consumenten mogelijk verdachte overnames bij de toezichthouder melden. „Als we bijvoorbeeld horen van een overname van een kleine dierenarts in een regio waar al weinig verschillende aanbieders zijn, dan gaan we kijken.”
De ACM hoopt vooral dat bedrijven zo niet meer in de verleiding komen om regionaal een monopolie te verwerven. „Nu staat de wet hun toe om dat wel te doen”, zegt Snoep. „We hopen dat ze straks bij voorbaat van dergelijke overnamepogingen afzien omdat ze weten dat de ACM die kan tegenhouden.”
Snoep verwacht dat er door dit preventieve effect jaarlijks mogelijk slechts twee overnames tegengehouden zullen worden. De ACM krijgt nu zo’n 140 meldingen van mogelijke machtsconcentratie bij grote fusies en overnames. Twee tot vier van die meldingen leiden daadwerkelijk tot een verbod op de overname.
Onzekerheid bij bedrijven
Een risico is dat dit systeem kan leiden tot onzekerheid bij bedrijven, zegt hoogleraar strategie en markten Sander Onderstal van de Universiteit van Amsterdam. „Ze weten niet waar ze aan toe zijn, en zien daardoor mogelijk af van overnames die niet gericht zijn op het versterken van de machtspositie.” Dat kan volgens Onderstal schadelijk zijn voor de economie. „Een klein farmaceutisch bedrijf dat een nieuw medicijn ontwikkelt, kan gebaat zijn bij een overname door een grotere partij, omdat het zelf de financiële middelen niet heeft om het medicijn daadwerkelijk op de markt te brengen. De consument heeft daar ook baat bij.”
Veel landen in Europa werken al met dit systeem, zegt Snoep. Toen zo’n vijfentwintig jaar geleden de mededingingswet werd aangenomen, waren veel Europese landen het er volgens de bestuursvoorzitter over eens dat kleine overnames niet tot problemen leiden op de markt. „Inmiddels weten we dat dat niet klopt. Andere Europese landen hebben hun wetgeving daarop aangepast. Wij lopen nog een beetje achter.”
De wens van de ACM wijst op een sterke verandering in het denken over ingrijpen in markten, zegt hoogleraar mededingingseconomie Maarten Pieter Schinkel van de Universiteit van Amsterdam. „Voorheen waren mededingingsautoriteiten als de ACM minder gewillig om in te grijpen. De wetenschap heeft de laatste jaren veel onderzoeken gepubliceerd waaruit blijkt dat toegenomen marktconcentratievorming door onder meer fusies, leidt tot hogere prijzen en winstmarges. Autoriteiten vinden nu dat hier het afgelopen decennium te veel sprake van is geweest.”