ACM-beschuldiging van ‘stilzwijgend kartel’ zit de banken hoog

Waar de Nederlandse banken doorgaans in het openbaar hun mond houden als het gaat om kritiek op toezichthouders, ligt dat anders rond het recente, zeer kritische rapport van kartelwaakhond ACM over de spaarrentes in Nederland. Tijdens de presentatie van de cijfers van de vier grote Nederlandse banken de afgelopen tien dagen waren de bankbestuurders unaniem in hun afwijzing van de conclusies van de Autoriteit Consument & Markt.

Die conclusies waren dan ook niet mals. Volgens de waakhond is er in Nederland sprake van een „stilzwijgend kartel”. Er is een gebrek aan concurrentie tussen banken, waardoor consumenten een lage spaarrente krijgen. „Ik denk dat we kunnen constateren dat de grootbanken het te rustig hebben op de spaarmarkt”, zei ACM-voorzitter Martijn Snoep hierover tegen de Volkskrant. „Onderling concurreren deze banken niet bijster scherp met elkaar, ze zijn elkaar vooral in de gaten aan het houden.”

„Een kort-door-de-bocht-conclusie”, noemde bestuursvoorzitter Roland Boekhout dit deze vrijdag tijdens de presentatie van de cijfers van de Volksbank (spaarrente SNS: 1,60-1,80 procent). „Er kan geen sprake zijn van onderling afstemmen. Wat niet wegneemt dat iedereen elkaar nauwkeurig in de gaten houdt.” Volgens de net aangetreden topman is dat juist het gevolg van een „markt met veel concurrentie”.

Financieel directeur Bas Brouwers van de Rabobank (spaarrente 1,70 procent) is het ook oneens met de ACM-conclusie. „Er zijn in Nederland meer dan twintig aanbieders in de spaarmarkt”, vertelde hij de pers in Utrecht. „Je geld switchen van de ene naar de andere rekening kan eigenlijk vrij eenvoudig.” Ook volgens zijn topman Stefaan Decraene doet Rabobank niks verkeerds: „Wij zitten met onze spaarrente in vergelijking met andere banken hoog en zijn altijd als eerste naar buiten getreden met een verhoging.”

Steven van Rijswijk, de baas van de grootste Nederlandse bank, ING (spaarrente 1,50 procent) liet weten de ACM-conclusies evenmin te onderschrijven. „Wij zijn van mening dat de spaarmarkt zeer concurrerend is.” Hij wees erop dat bijna twee derde van de nieuw geopende rekeningen bij andere banken was dan bij de drie grote banken [hij rekent het veel kleinere de Volksbank niet mee].

Recordrentes

ACM opende het onderzoek naar de spaarmarkt naar aanleiding van de zeer hoge winsten die banken in 2023 maakten. De banken profiteerden toen enorm van de verhoging van de rente van de Europese Centrale Bank naar uiteindelijk 4 procent. De banken konden hierdoor veel meer rente vragen voor nieuwe leningen zoals hypotheken, terwijl ze de spaarrentes veel minder hard lieten stijgen. Hierdoor werd de rentemarge van de banken significant groter.

Destijds zeiden de banken dat de hogere rentes waarschijnlijk een tijdelijk fenomeen waren, een gevolg van de ongebruikelijk snel gestegen ECB-rentes. Uit de kwartaal- en halfjaarcijfers die de banken afgelopen dagen presenteerden, blijkt echter dat de hoge winsten in ieder geval in 2024 nog aanhouden.

Rabobank boekte in de eerste zes maanden een recordwinst van ruim 2,8 miljard euro. ING boekte een winst van 1,78 miljard euro, minder dan de recordwinst van 2,16 miljard euro een jaar eerder maar nog altijd in de top-3 van hoogste kwartaalwinsten van de bank. De hoger dan verwachte rente-inkomsten leverden ook ABN Amro (624 miljoen euro in het tweede kwartaal) en de Volksbank (231 miljoen euro over het eerste halfjaar) flinke winsten op.

Pas in de loop van volgend jaar wordt een daling van de rentemarge verwacht. Brouwers van de Rabobank: „Wij denken dat we dit jaar nog goede renteresultaten laten zien, maar in de loop van volgend jaar is er wel de verwachting dat de rente-inkomsten overal in de bank gaan dalen. Ik denk dat het huidige niveau ongeveer het maximum zal blijken te zijn geweest.”

Maar omdat de rentewinsten nu nog hoog zijn, is het onwaarschijnlijk dat de discussie over de spaarrentes verdwijnt. Waarom profiteren de spaarders van de banken, nu de winsten nog even hoog blijven, nu niet ook extra? Aandeelhouders krijgen immers, na jaren van lage winsten en dito beleggersrendementen, afgelopen tijd wel veel extraatjes van de banken, in de vorm van hogere dividenden en aandeleninkoopprogramma’s.

De banken stellen dat simpelweg hogere rentes invoeren niet een oplossing is. „We hebben de verplichting om onze bank en onze balans veilig te houden”, zei Van Rijswijk. Daarvoor moeten kosten worden gemaakt, aldus de ING-bestuursvoorzitter. Voor ervaren medewerkers, betere digitale tools, afdekking van risico’s. „In die mix zit hoe de prijs wordt bepaald.”

Robert Swaak van ABN Amro: „Bij het vaststellen van de rente kijk je naar een niveau dat ervoor zorgt dat de bank kan blijven functioneren, winsten kan maken waar dat logisch is zodat er stabiliteit is. En we moeten er ook voor zorgen – en ik denk dat we dat nu zien – dat we als bank ruimte hebben om te investeren, in cyberveiligheid, in het veilig houden van spaargeld.”

Financieel bestuurder Ferdinand Vaandrager van ABN Amro voegde daaraan toe dat er momenteel ook sprake is van „significante overliquiditeit in de markt”. Dat klopt: er is heel veel spaargeld en dat wordt ondanks de als te laag veroordeelde rentes en de kritiek daarop in (sociale) media ook gestald op spaarrekeningen bij de vier Nederlandse grootbanken. Alle banken zagen in het eerste halfjaar van 2024 in Nederland meer spaargeld naar zich toe vloeien en het aantal klanten stijgen. Er is dus weinig noodzaak voor de banken om met een verdere renteverhoging nóg meer spaargeld aan te trekken.

Geen handhaving mogelijk

Dat de banken de ruimte voelen om zo openlijk kritisch te zijn op een toezichthouder, komt waarschijnlijk doordat de ACM geen gereedschap heeft om iets te doen tegen de veronderstelde gebrekkige concurrentie op de spaarmarkt. De waakhond mag alleen expliciet afgesproken prijsafspraken aanpakken. Een „stilzwijgend kartel”, die de ACM nu meent te zien, is daardoor niet aan te pakken.

De bevindingen over de spaarmarkt grijpt de ACM aan om ervoor te pleiten dat dit gereedschap beschikbaar wordt. Collega-toezichthouders in onder meer Duitsland en het Verenigd Koninkrijk kunnen namelijk wel maatregelen treffen om in een niet-functionele markt de concurrentie te vergroten.

De ACM doet in het rapport alvast aanbevelingen voor maatregelen die genomen kunnen worden – eventueel niet door de waakhond zelf maar via wetgeving. Zo pleit de ACM ervoor banken te dwingen transparanter te zijn over hoe hun spaarrente is opgebouwd en hoe die zich verhoudt tot tarieven bij andere banken. Een gestandaardiseerd format om spaarrentes te publiceren zou ook moeten helpen consumenten erop te wijzen dat ze wellicht elders beter uit zijn. Daarnaast zou er een uitgebreidere overstapservice moeten komen, ook voor spaarrekeningen, en een mogelijkheid om een transactiegeschiedenis mee te nemen.

De kartelwaakhond pleit tot slot voor een verbod op de koppelverkoop van betaal- en spaarproducten die een aantal banken nu hanteert. ACM: „Het moet voor consumenten mogelijk zijn om bij alle banken een volwaardige spaarrekening te openen zonder ook een betaalrekening te moeten openen.”

Als een verbod hierop realiteit wordt, zou dat flinke consequenties kunnen hebben voor de grootbanken. De inkomsten voor het aanhouden van een betaalrekening, minimaal 40 euro per jaar, zijn namelijk een belangrijke, stabiele inkomstenbron geworden. Banken zijn daarop gaan inzetten in de jaren dat de ECB-rente negatief was en zij deze niet doorrekenden aan klanten – waardoor hun rentemarge jarenlang veel lager lag.

Een bank als de Volksbank – als kleine hypotheekbank erg afhankelijk van de rentestand – heeft daarom onlangs juist koppelverkoop geïntroduceerd: ook klanten met alleen een spaarrekening moeten daar nu betalen, met een flinke uitstroom van spaargeld vorig jaar tot gevolg. Bestuursvoorzitter Boekhout vindt dat de ACM de koppeling onterecht in een „kwaad daglicht” zet: „Als het voor de klant voordeliger is om meer producten te hebben en je maakt daar een pakketprijs van, dan hoeft dat niet per se gevolgen te hebben”, zei Boekhout op een vraag van NRC.

De ministeries van Financiën en Economische Zaken (waar ACM onder valt) moeten nog officieel reageren op het rapport van de waakhond. In een commissievergadering eind mei zei toenmalig minister van Financiën Steven van Weyenberg (D66) „heel sympathiek” te staan tegenover de suggesties van de ACM.