OpenAI heeft dinsdag in een blogpost e-mails van techmiljardair Elon Musk openbaar gemaakt om te laten zien dat Musk het bedrijf achter de populaire chatbot ChatGPT in 2018 heus niet om principiële redenen verliet, zoals hij nu doet voorkomen in de rechtbank. Musk heeft OpenAI begin deze maand aangeklaagd omdat hij vindt dat het bedrijf het algemeen belang moet dienen — en dus geen commerciële weg had mogen inslaan. Ook mede-oprichters Sam Altman en Gergory Backman zijn gedagvaard.
In de aanklacht schreef Musk dat OpenAI juist was opgericht met het idee dat potentieel levensgevaarlijke, zelflerende kunstmatige intelligentie niet in de verkeerde handen moet vallen. Het in 2015 opgerichte techbedrijf heeft die missie inmiddels verloochend omwille van winstbejag, stelt Musk. Hij beschuldigt OpenAI, Altman en Backman onder meer van contractbreuk en oneerlijke bedrijfspraktijken. Ook wil hij dat de modellen achter ChatGPT alsnog geopenbaard worden.
In de geopenbaarde e-mails, verstuurd in de jaren dat OpenAI nog naarstig op zoek was naar kapitaal, blijkt dat Musk zelf met commercialisering instemde. Ondanks Musks investering van zo’n 44 miljoen dollar, wist het bedrijf als non-profit bij lange na niet genoeg investeringen te werven. Samen met de andere oprichters besloot Musk daarom een „winstgevende entiteit” op te richten die aantrekkelijker zou zijn voor investeerders. Inmiddels vertegenwoordigt OpenAI een waarde van ruim 80 miljard euro, mede dankzij een miljardeninvestering van Microsoft.
Uit het e-mailverkeer blijkt ook dat Musk achter de schermen helemaal geen probleem had met geheimhouding van de modellen van OpenAI. „Naarmate we dichter bij het bouwen van AI komen, wordt het logisch om minder open te zijn”, schrijft medeoprichter llya Sutskever eind 2018. „De Open in OpenAI betekent dat iedereen van de vruchten van kunstmatige intelligentie moet kunnen profiteren nadat deze is gebouwd, maar het is helemaal oké om die kennis niet te delen.” Musk onderschrijft dat: „Yup.”
Lees ook Waarom begint Elon Musk nu zelf een bedrijf in kunstmatige intelligentie?
De problemen bij uitkeringsinstantie UWV zijn groot, maar hoe groot precies? Minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken, NSC), zal hier deze woensdag en donderdag veel vragen over krijgen, als hij in de Tweede Kamer de begroting van zijn ministerie verdedigt.
Met de Toeslagenaffaire nog vers in het geheugen is er veel politiek ongemak over de fouten rond arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Van alle tweehonderdduizend nieuwe WIA-uitkeringen (inkomen bij arbeidsongeschiktheid) sinds 2020, kreeg een achtste tot een kwart van de ontvangers een te hoog of te laag bedrag. De verschillen lopen op tot honderden euro’s per maand.
De fouten kwamen pas aan het licht na berichtgeving van EenVandaag en het AD, begin september. UWV-medewerkers hadden al eerder ontdekt dat er veel fouten werden gemaakt bij de vaststelling van het WIA-bedrag, maar deze signalen bereikten de leiding niet.
Vrijdag maakte Van Hijum bekend hoe de hersteloperatie eruit zal zien. Duidelijk is dat die omvangrijk zal zijn: het UWV tuigt er een nieuwe afdeling voor op met driehonderd tot vijfhonderd medewerkers.
Maar nog altijd zijn er veel vragen. Zoals: gaan de problemen bij het UWV verder dan alleen de WIA-uitkering? Hoe is het mogelijk dat signalen van UWV-medewerkers hierover nooit de top bereikten? En hoe verstandig is de keuze van Van Hijum dat sommige mensen hun te veel betaalde uitkering moeten terugbetalen?
Onjuiste beoordelingen
Bij steekproeven in 2020 en 2021 kwam al aan het licht dat veel WIA-aanvragen onjuist waren beoordeeld. Een alarmerend signaal waar het UWV „niet of beperkt” iets mee deed, schreef minister Van Hijum in een eerdere brief aan de Kamer.
Volgens het UWV konden de fouten ontstaan door de complexiteit van de regels rond uitkeringen, verouderde ICT-systemen en een tekort aan verzekeringsartsen. Dit veroorzaakte grote achterstanden en het UWV zegt zich vooral te hebben gericht op het terugdringen daarvan. Dat leidde vervolgens tot fouten.
Lees ook
UWV gaat foute WIA-beoordelingen herstellen
En wellicht is de problematiek nog groter. Vorige week meldden EenVandaag en AD dat niet alleen WIA-uitkeringen, maar mogelijk ook duizenden Wajong-uitkeringen verkeerd zijn berekend. Dat is een regeling voor mensen die al van jongs af aan een beperking hebben of chronisch ziek zijn. Het UWV herkent zich niet „in het beeld dat AD en EenVandaag schetsen”. Een Wajong-uitkering is eenvoudiger te berekenen dan een WIA-uitkering, zegt een woordvoerder. Er is daarom geen aanleiding om te denken, zegt hij, „dat er veel fouten met financiële gevolgen voor mensen worden gemaakt”.
Zo stellig is Van Hijum niet in zijn brief aan de Kamer. Er bestaat volgens hem „geen betrouwbaar beeld” van de kwaliteit van Wajong-beoordelingen van de afgelopen jaren. Daar werd te weinig op gecontroleerd. Dit noemt hij „zorgwekkend” en iets wat verder zal worden onderzocht door het UWV.
Financiële gevolgen
Bij de foute WIA-uitkeringen heeft iets meer dan de helft van de mensen te weinig geld ontvangen, en de rest te veel.
Wie te weinig kreeg, wordt gecompenseerd, zegt minister Van Hijum. Maar hij wil voorkomen dat zo’n nabetaling nieuwe problemen veroorzaakt. Want wie ineens een grote som geld ontvangt, kan daardoor toeslagen kwijtraken.
Door de mogelijkheid van terugvordering open te houden, draagt de minister bij aan een angst die bij veel kwetsbare mensen leeft
Mensen die te veel uitkering hebben ontvangen, hoeven dit niet altijd terug te betalen. Van Hijum wil hier „uitermate terughoudend” in zijn omdat „de overheid fouten heeft gemaakt en mensen daar niet de dupe van mogen zijn”.
Sommige oppositiepartijen willen dat Van Hijum volledig uitsluit dat mensen iets moeten terugbetalen aan het UWV. Zover wil de minister nog niet gaan. Aan de Tweede Kamer schreef hij alleen geld te willen terugvorderen „als het mensen redelijkerwijs echt duidelijk kon zijn dat er een fout werd gemaakt”.
Maar wanneer is iets redelijkerwijs duidelijk? De materie is zo complex dat zelfs „doorgewinterde experts” er moeite mee hebben, schrijft de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) in een analyse van het herstelplan van het UWV. „Zouden burgers echt weten hoe de WIA-berekening in elkaar steekt?” vraagt de NSOB zich af. Ook als die burgers door langdurige ziekte mogelijk „minder denk- en doenvermogen hebben”?
De NSOB waarschuwt in zijn analyse: door de mogelijkheid van terugvordering open te houden, draagt de minister bij aan een angst die bij veel kwetsbare mensen leeft sinds de Toeslagenaffaire.
Weinig vertrouwen
Ook de Landelijke Cliëntenraad, belangenbehartiger van mensen met een uitkering, bepleit duidelijkheid. „Als er fouten worden gemaakt, moeten de financiële gevolgen daarvan niet op het bord van de burger komen”, zegt voorzitter Fatma Koser Kaya.
Volgens haar hebben mensen soms weinig vertrouwen in het UWV. „Wij vinden dat alles in het werk gesteld moet worden om het vertrouwen te herstellen. Mensen moeten, vooral in een situatie waarin ze kwetsbaar zijn geworden, krijgen waar ze recht op hebben.”
Koser Kaya noemt het „heel positief” dat het UWV de gemaakte fouten erkent „en bereid is tot herstel”. De Landelijke Cliëntenraad ziet in het herstelplan ook „oog voor de menselijke maat”.
Voor het UWV zelf laat deze kwestie vooral zien dat de inkomensregelingen veel eenvoudiger moeten worden. Dinsdag nog bepleitte bestuursvoorzitter Maarten Camps in de Volkskrant een „radicale vereenvoudiging”, een boodschap die het UWV al jaren afgeeft.
Volgens de NSOB zijn de wetten en regels die het UWV moet uitvoeren zo complex „dat fouten vrijwel inherent onderdeel zijn geworden van het werk”.
Maar een stelselherziening kost geld, volgens een eerder daarvoor aangestelde commissie 1 à 2 miljard euro per jaar. Vooralsnog heeft het kabinet daar geen geld voor vrijgemaakt.
Nederland krijgt, als enige EU-land, een berisping van de Europese Commissie omdat het zijn begrotingstekort en schuld in de komende jaren te hoog laat oplopen. In de huidige kabinetsperiode valt de schade nog mee, maar in de jaren daarna groeit de schuld naar een niveau dat indruist tegen de nieuwe Europese begrotingsregels. Het was uitgerekend Nederland dat streed voor de uitwerking van deze regels.
De eurocommissaris voor Economische Zaken kan er de ironie wel van in zien. „Ik ga niet met mijn vinger naar iemand wijzen, maar er was één land dat om deze strikte regels vroeg”, zegt Paolo Gentiloni dinsdag in een zaal vol journalisten in Straatsburg, waar de Europese Commissie de resultaten presenteert. „Nu we die regels hebben, voeren wij ze uit.”
De berisping leidt niet tot sancties, maar het schenden van de EU-norm kan het wel moeilijker maken voor Nederland om tegen andere landen streng op te treden of om concessies te regelen in Brussel. Het kabinet heeft immers een flink verlanglijstje aan Europese wensen, zoals minder meebetalen aan de EU-begroting en meer uitzonderingen op landbouw- en migratievlak.
Meer ademruimte
Helemaal volledig is het plaatje dat Gentiloni schetst niet. Duitsland ijverde bij de onderhandelingen over de nieuwe begrotingsregels het hardst voor strenge afspraken. Namens Nederland speelde Sigrid Kaag als minister van Financiën echter wel een hoofdrol in de zoektocht naar een compromis.
In dit compromis krijgen Europese landen meer ademruimte dan vroeger om hun tekorten te dichten en belangrijke investeringen te doen, als ze duidelijk maken hoe ze dat verantwoord in een tijdsbestek van enkele jaren doen.
Daarbij telt de begroting op de lange en middellange termijn zwaar mee, en het is deze blik in de toekomst die Nederland in de problemen brengt. In de huidige kabinetsperiode blijft het begrotingstekort onder de 3 procent en de staatsschuld onder de 60 procent van het bruto binnenlands product (bbp), de doelen die alle landen gezamenlijk hebben afgesproken. Dat beeld verandert over veertien jaar: in 2038 is het jaarlijkse tekort naar verwachting opgelopen tot 4 procent en de staatsschuld tot 70 procent.
Er zijn andere EU-landen met fors hogere staatsschulden en grote begrotingstekorten. Tot dusver is Nederland echter het enige land dat op de middellange termijn niet aan de afspraken voldoet.
Aanbod
Het Centraal Planbureau had het kabinet al in september gewaarschuwd al voor dit scenario. Het CPB was zelf ook kritisch over de begroting, waarin „financiële lasten naar toekomstige generaties worden geschoven”. Overigens vallen de voorspelde begrotingstekorten de laatste jaren in Den Haag in de praktijk steeds fors lager uit. De vraag is wel of dit zo blijft.
Lees ook
Kabinet kan nog even rustig ademhalen
De Europese Commissie biedt de mogelijkheid aan landen om afspraken te maken over hoe het tekort precies wordt berekend. Ook kunnen landen er sinds het ingaan van de nieuwe regels voor kiezen meer tijd te nemen om hun begroting op orde te brengen: ze mogen er zeven jaar over doen, in plaats van de vier jaar die tot nu toe was afgesproken. Daar moeten dan wel economische hervormingen tegenover staan. Den Haag heeft van dit aanbod geen gebruik gemaakt.
Greenpeace mag de afbeelding van Rabobank-topman Stefaan Decraene blijven gebruiken in zijn campagne tegen ontbossing. De Rabobank had in een kort geding geëist dat het gebruik van Decraenes portret in de campagne werd verboden, omdat dit volgens de bank zijn privacy en portretrecht zou schenden. De rechtbank wees deze eis echter af.
Greenpeace gebruikte het portret van Decraene op stickers, posters en een vijftien meter hoog spandoek aan een gebouw op de Zuidas, waar hij onder meer te zien is als een cowboy die ‘wanted’ is, of met een kettingzaag te midden van een gekapt oerwoud. De milieuorganisatie begon met de acties omdat de Rabobank „brandstof voor ontbossing” zou leveren door bedrijven en personen te financieren die betrokken zijn bij het kappen van bossen in 37 landen.
Lees ook
Rabobank daagt Greenpeace voor de rechter om ‘Wanted’-posters van topman
De rechtbank gaf Greenpeace gelijk en wond er ook in het vonnis geen doekjes om. „Als bestuursvoorzitter moet hij accepteren dat zijn gezicht wordt gekoppeld aan de bank die hij bestuurt en dat hij publiekelijk wordt aangesproken op zijn handelen in die rol.” Tegelijkertijd erkende de rechtbank dat het gebruik van zijn portret een „inmenging in de privésfeer” is, maar oordeelde dat dit in dit geval niet onrechtmatig is, omdat de vrijheid van meningsuiting zwaarder weegt.
Publieke bestuurders
De Rabobank uitte scherpe kritiek op de uitspraak. „De rechter heeft hiermee ‘op-de-man-spelen’ als campagnevorm toegestaan” stelde de bank in een reactie. Hoewel de bank de rol van Greenpeace in het maatschappelijke debat zegt te respecteren, noemde zij deze persoonlijke benadering „volstrekt ongepast”. Ook stelde de bank dat de campagne de persoonlijke veiligheid van Decraene in gevaar kan brengen.
Greenpeace ziet het anders. „Als ceo is de heer Decraene het gezicht van Rabobank. Hij heeft de macht om het beleid van de bank te beïnvloeden en zich in te zetten voor regelgeving die schadelijke geldstromen stopt. We spreken hem aan op die verantwoordelijkheid”, aldus Meike Rijksen, campagneleider Bossen bij Greenpeace Nederland.
Of alle publieke bestuurders door deze uitspraak moeten vrezen dat ze het „gezicht” van een campagne worden, blijft onduidelijk. Volgens de rechter is de kwestie op dit moment te vaag om dit breder te beoordelen, omdat tijdens dit kort geding niet alle mogelijke omstandigheden zijn meegenomen waarin het portret van Decraene of andere Rabobank-medewerkers in de toekomst kan worden gebruikt.
Rabobank overweegt of het in hoger beroep zal gaan.