Acht maanden in de ruimte in plaats van acht dagen, hoe erg is dat? ‘Dat vinden ze geweldig’

„Over Butch en Suni hoeven we ons geen zorgen te maken”, zegt Philippe Schoonejans, voormalig manager bij de Europese ruimtevaartorganisatie ESA.

Sunita Williams en Barry ‘Butch’ Wilmore zijn de NASA-astronauten die 24 augustus te horen kregen dat ze acht maanden aan boord van het internationaal ruimtestation ISS zullen blijven. Pas in februari 2025 komen ze weer naar de aarde. Hun reis, die begon met een lancering op 5 juni, zou aanvankelijk acht dagen duren. Schoonejans: „Dat vinden ze geweldig. Alle astronauten willen naar de ruimte, en zo vaak kun je ook weer niet.” Zelf hebben de twee zich nog niet over hun roosterwissel uitgelaten.

Ook over praktische zaken hoeven we niet in te zitten: kleren, voedsel, water en zuurstof zijn allemaal ruim voorradig in het ISS, waar al zeven andere astronauten wonen. „Er is net nog een Russisch Progress-vrachtschip omhooggegaan met voorraden”, zegt Schoonejans. Water en zuurstof worden deels gerecycled, en afval wordt afgevoerd in vertrekkende Progress-vrachtschepen, die in de atmosfeer verbranden.

Elkaars taken overnemen

Ook werk is er genoeg. Astronauten voeren wetenschappelijke experimenten uit, naast klussen aan het ISS zelf, van reparaties en onderhoud tot opruimen en schoonmaken. „Het zijn heel ervaren astronauten, veteranen”, zegt Helen Kuipers, echtgenote van de Nederlandse astronaut André Kuipers, „bovendien: als astronaut verandert je schema toch al voortdurend. It comes with the job. André moest in 2012 zes weken langer blijven door technische problemen. Dat was wel even slikken, zo kon hij niet bij het slagen van zijn dochter zijn, maar aan de andere kant kon hij wel langer het werk doen waar hij van houdt. Hij vond het eigenlijk wel prima.”

Bij het uitvoeren van wetenschappelijke experimenten kunnen astronauten gemakkelijk taken overnemen, zegt ze. „Het zijn professionals, en ze hebben een heel brede training. Het is niet alsof een timmerman opeens loodgieterswerk moet doen. En verder kijken wetenschappers op de grond bij experimenten altijd mee.”

Astronauten aan boord van het ISS verwelkomen Wilmore en Williams bij hun aankomst op 6 juni.
Foto NASA/AP

Zelfs voor het thuisfront hoeft het astronautenoverwerk geen groot probleem te zijn, zegt Kuipers (Wilmore is getrouwd, met twee kinderen, Williams is getrouwd zonder kinderen). „Die ander doet het werk waar hij van houdt, en je spreekt elkaar regelmatig over de radioverbinding. Ik kan me niet herinneren dat ik er een heel sterke emotie bij voelde toen André langer moest blijven.”

Eigenlijk is de periode vóór de lancering zwaarder: „In het jaar voor de vlucht moet er nog van alles gebeuren: trainingen, examens, het schema is superstrak er is geen enkele flexibiliteit. Wou je op vakantie? Zeg maar af, want je moet naar de tandarts. En in de laatste maanden krijgen astronauten een steeds smallere scope, net als een topsporter voor de Olympische Spelen. Op het laatst was er bijna geen contact meer te krijgen met André. Dat is best intens. Je weet: ik moet deze rit even alleen doen. Maar aan de andere kant weet je ook dat het tijdelijk is, dat iemand later weer instapt.”

Probleem in afdichting

Maar toch: van acht dagen naar acht maanden is toch best een extreme roosterwijziging? Kuipers: „Het is pas echt extreem als ze niet meer terugkomen.” Williams en Wilmore zijn immers strikt genomen testpiloten, de eerste astronauten die naar het ISS vlogen aan boord van de gloednieuwe Starliner-capsule van Boeing.

Ze werden op 5 juni gelanceerd, maar tijdens de vlucht werkten 5 van de 28 Starliner-stuurraketten niet goed. Met hulp van de overgebleven 23 raketten kwamen ze toch veilig aan bij het ISS, maar NASA-ingenieurs wilden de terugtocht niet inzetten zonder te begrijpen wat er precies aan de hand was. Een testcampagne om het probleem op aarde te reproduceren liet zien dat het probleem zat in een teflon afdichting in de stuurraket. Die zwelt soms op en blokkeert de toevoer van stuwstof. Maar echt begrepen was het fenomeen, ondanks uitvoerige tests, toch ook weer niet.

Dus maakte NASA bekend dat Williams en Wilmore pas in februari teruggaan, aan boord van de Crew Dragon-capsule van SpaceX, die in september dit jaar naar het ISS vertrekt. Twee van de vier astronauten worden van die heenvlucht gegooid, zodat er twee plaatsen over zijn voor de terugreis.


Lees ook

SpaceX van Elon Musk lanceert vier toeristen in baan om aarde

Vier ruimtetoeristen oefenen met gewichtloosheid tijdens een paraboolvlucht in een Boeing 747 in juli. Tijdens een paraboolvlucht kunnen passagiers tot een halve minuut gewichtloosheid ervaren.

Gevoelige tegenslag

De Starliner die nu nog aan het ISS gekoppeld is, keert vrijdag 6 september terug zonder astronauten aan boord, een gevoelige tegenslag voor Boeing, dat al jaren worstelt met het Starliner-project. De capsule zou al in 2019 hebben moeten vliegen, maar technische problemen en mislukkende tests veroorzaakten uitstel op uitstel. De concurrerende Crew Dragon van SpaceX heeft sinds 2020 al dertien keer gevlogen.

Vanuit het perspectief van NASA is de beslissing goed te begrijpen. In 2003 kwamen zeven astronauten om toen de Space Shuttle Columbia verongelukte tijdens de reentry, de vurige terugkeer in de atmosfeer. In 1986 was er ook al eens een Space Shuttle geëxplodeerd kort na de lancering, met zeven doden tot gevolg. In beide gevallen waren de technische problemen al bekend, maar waren ze onder druk van de NASA-leiding en een gebrekkige veiligheidscultuur genegeerd, met fatale gevolgen.

Overigens zijn Williams en Wilmore lang niet de enige overwerkende ruimtevaarders. In 1991 moest de Rus Sergej Krikaljov vijf maanden langer aan boord van het ruimtestation Mir blijven, omdat de Sovjet-Unie geldproblemen had. Beschikbare plaatsen aan boord van capsules werden verkocht aan buitenlandse astronauten. In december viel de Sovjet-Unie uiteen, en moesten de Russen eerst onderhandelen met het nieuwe land Kazachstan, waar raketten gelanceerd worden en capsules in de steppes landen. Pas in maart 1992 keerde Krikaljov, „de laatste sovjetburger” uitgeput terug naar de aarde, na 311 dagen in de ruimte.