Achmea pleit voor duidelijkheid vergoeding overstromingsschade: ‘Dan kunnen we vanaf dag één al mensen helpen’

De Nederlandse overheid moet duidelijkheid geven over wanneer zij wel en niet schade vergoedt bij een grote overstroming. Daarvoor pleitte bestuursvoorzitter Bianca Tetteroo bij de presentatie van de halfjaarcijfers van verzekeraar Achmea. Als die duidelijkheid er namelijk is, dan kunnen verzekeraars producten gaan aanbieden die de schade buiten die overheidsdekking vergoeden.

„Het is heel belangrijk om duidelijkheid te hebben wanneer wordt uitgekeerd door de overheid”, zegt Tetteroo in een gesprek met NRC op het hoofdkantoor van Achmea in Zeist. „Want als wij dat weten, dan kunnen wij vanaf dag één al mensen helpen door vergoedingen voor te schieten en klanten te woord staan. Je wilt niet bij een ramp vijf of tien dagen aan het bakkeleien zijn of het wel of niet tot een overheidsuitkering komt.”

Over de verzekerbaarheid van schade door doorbraken van dijken en duinen rond grote rivieren en zeeën (zogenoemde ‘primaire waterkeringen’) is al jaren discussie in deltaland Nederland. Het vorige kabinet besloot vlak voor zijn aftreden om geen privaat-publieke samenwerking aan te gaan met de verzekeraars om de onverzekerbaarheid van schades door primaire waterkeringen op te lossen.


Lees ook

Dijkdoorbraak aan de Rijn? ‘Kwalijk’ dat zo’n ramp onverzekerbaar blijft, vindt verzekeringsadvocaat

Huisraad staat op straat in het Limburgse Valkenburg aan de Geul na de overstromingen in 2021.

Het idee daarvoor van de sector was dat verzekeraars een verzekeringsproduct zouden optuigen met dekking van alle wateren, waarbij de overheid garant zou staan voor een flink bedrag. De potentiële schade van een dijkdoorbraak van bijvoorbeeld de Rijn of het IJsselmeer is zo groot, dat verzekeraars dat zonder die overheidsgarantie financieel niet trekken.

Het gevolg daarvan is dat er helemaal geen verzekering is die primaire waterkeringen dekt. Bij een dijkdoorbraak zijn bewoners en bedrijven daarom ervan afhankelijk of de overheid de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) van toepassing verklaart. Daar zijn geen vaste richtlijnen voor. Momenteel vindt een overheidsevaluatie van de Wts plaats.

In Limburg veel risico gelopen

Tetteroo zou graag zien dat verzekeraars het mandaat krijgen om de schadeafhandeling uit te voeren, ook als uiteindelijk de overheid vanuit de Wts de schade vergoedt. Bij de overstromingen in Limburg in 2021 pakten de Nederlandse verzekeraars die rol al op, zonder dat er een mandaat was. „Wij hebben toen gezegd, dat gaan wij gewoon regelen en we hopen dat er dan een Wts-uitkering komt voor mensen die niet verzekerd zijn. Dat was voor ons best wel een groot risico, als de politiek had besloten niet uit te keren.”

Tetteroo benadrukt in het gesprek dat het belangrijkste is dat er wordt ingezet op preventie. „Klimaatbestendig bouwen, zorgen dat water snel weg kan, rivieren de ruimte geven.” De verzekering van schade door overstromingen en andere gevolg van klimaatverandering is nu al praktijk voor Achmea. Zo zal het deze middag in een gesprek van de directie met internationale collega’s gaan over de bosbranden in Griekenland. Tetteroo: „Wij zijn daar marktleider, en onze mensen zijn dan ook enorm druk met de afhandeling van de branden daar. Die Griekse collega’s ga ik straks in het bijzonder bedanken.”

Streven naar netto-nul

Het coöperatieve Achmea, waar Tetteroo sinds ruim drie jaar de scepter zwaait, boekte in de eerste zes maanden van het jaar een nettowinst van 493 miljoen euro, een stijging van 31 procent ten opzichte van een jaar eerder. De verzekeraar haalde 11 procent meer premies binnen, onder meer door groei in pensioenproducten en zorgverzekeringen en bij de internationale dochters. „Wij kijken terug op een heel goed eerste half jaar”, vertelt Tetteroo. „We liggen echt heel mooi op koers met onze financiële doelen. Maar minstens zo belangrijk vinden wij dat we groeien, en dat zien we over de hele linie.”


Lees ook

Topvrouw verzekeraar Achmea: ‘Ik vind dat we een plicht van spreken hebben’

Bianca Tetteroo is nu twee jaar bestuursvoorzitter van Achmea.

Achmea heeft daarnaast het eigen klimaattransitieplan verder aangescherpt. „We lopen heel goed op schema met onze ambitieuze targets. We hebben daarom onze target voor impactbeleggen aangescherpt en verbeterd.” De komende anderhalf jaar wil de verzekeraar het aandeel eigen beleggingen – Achmea belegt ook voor anderen – dat duurzame impact heeft met 30 procent verhogen tot 4 miljard eind 2025. Dat gaat dan bijvoorbeeld om investeringen in windmolenparken en duurzame infrastructuur zoals spoorlijnen.

Die 4 miljard euro komt overeen met 10 procent van de eigen beleggingen. Dat lijkt niet veel, maar is volgens Tetteroo wel zeker een ambitieuze doelstelling. „Wij gaan die doelstelling na 2025 natuurlijk weer aanpassen. Maar 30 procent versnellen is best veel. En er moeten ook wel beleggingen beschikbaar zijn; de beschikbaarheid in de markt is nu niet zo groot. Dus wij willen wel een ambitieuze doelstelling, maar ook een realistische.”

Achmea streeft naar een netto-nul CO2-uitstoot van alle activiteiten en beleggingen in 2050, waarbij de eigen bedrijfsvoering al in 2030 nul moet zijn, de beleggingen in aandelen en bedrijfsobligaties in 2040 en de verzekeringen en diensten in 2050. „We lopen heel goed op schema, op sommige plekken zelfs voor.” Achmea werkt bij de schadeverzekeringen bijvoorbeeld zoveel mogelijk met duurzame herstellers. Bij de verhuur van vastgoed en huurhuizen is bij veel panden al sprake van energielabel A.

Bij de hypotheekportefeuille was ook het streven om alle huizen naar label A te krijgen, maar daar wordt nu van afgestapt. Niet dat huizen niet verduurzaamd worden – integendeel, dat jaagt Achmea met allerlei initiatieven aan. „Maar er blijkt helemaal geen incentive te zijn voor huiseigenaren om een nieuw label aan te vragen. Want het is zo dat je WOZ-waarde omhoog gaat bij een beter energielabel. Dus als je geen intentie hebt om te verhuizen, waarom zou je dan een nieuw label aanvragen?” Achmea werkt nu aan netto-uitstootdoel voor huizen. „Maar dat is ingewikkeld, dus dat duurt nog even.”