N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Jaarcijfers ABN Amro beloont beleggers na een goed jaar met een aandeleninkoopprogramma. De vraag is nu: hoe lang blijft de Nederlandse staat nog de grootste aandeelhouder?
ABN Amro heeft 2022 afgesloten met onder de streep een winst van 1,87 miljard euro, ruim de helft meer dan een jaar eerder. Dat blijkt uit de woensdag gepubliceerde jaarcijfers.
De bank, nog voor ruim 56 procent in handen van de Nederlandse staat, kondigde tegelijk aan voor een half miljard euro eigen aandelen in te kopen.
De bank zag de inkomsten in het afgelopen jaar, vooral aan het eind ervan, toenemen door stijging van de marktrentes en de rente van de Europese Centrale Bank. Hierdoor liep de rentemarge op naar een „normaal” niveau, schrijft ABN Amro. De rentemarge, de voornaamste inkomstenbron van de meeste banken, is het verschil tussen wat de bank kwijt is aan uitbetaalde spaarrente en rente die ze zelf ontvangt op leningen, zoals hypotheken.
De lage, tijdelijk zelfs negatieve rente zette die marge de afgelopen jaren stevig onder druk. Banken waren daardoor op zoek naar andere, vastere inkomsten, zoals vergoedingen voor verleende diensten. Deze fees stegen bij ABM Amro vorig jaar met 7 procent. Zo kreeg de bank meer vergoed voor betaaldiensten, stegen de inkomsten op creditcardbetalingen en werd meer verdiend aan de verwerking van zakelijke transacties.
Stroppenpot
ABN Amro profiteerde vorig jaar ook van relatief geringe reserveringen voor de stroppenpot. Daar ging 39 miljoen euro in. Ter vergelijking: in coronajaar 2020 was dat 2,3 miljard euro. Daarvan is overigens een groot deel weer vrijgevallen, omdat de bank uiteindelijk zeer weinig echte verliezen heeft gemaakt op leningen.
Het rendement op het eigen vermogen van de bank (RoE) kwam over 2022 uit op 8,7 procent, na een teleurstellende 5,8 procent in 2021. Op de financiële markten geldt een RoE van 8 tot 10 procent als een minimum. ABN Amro zelf streeft op de langere termijn naar 10 procent.
Op de beurs koerste ABN Amro rond het middaguur ruim 7 procent hoger, op 15,70 euro. Daarmee toont het aandeel flink herstel na een dieptepunt onder de 7 euro, net na het begin van de coronacrisis, en van het recente laagtepunt van net geen 9 euro afgelopen oktober. Beleggers lijken vooral tevreden met de aankondiging woensdag van een opkoopprogramma van eigen aandelen. Door voor 500 miljoen euro stukken in te kopen en die door te strepen, wordt de winst per resterend uitstaand aandeel ABN Amro hoger.
Staatsbelang
De Nederlandse staat, meerderheidsaandeelhouder sinds de nationalisatie van de bank tijdens de kredietcrisis van vijftien jaar geleden, kondigde direct aan ook deel te nemen aan het inkoopprogramma. Dat moet ervoor zorgen dat het belang van de staat op 56,3 procent blijft.
De vraag is wanneer de staat dit belang gaat verkopen. Minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) heeft vorige maand de instantie die deze aandelen beheert, het NLFI, gevraagd te kijken wat hiervoor de voorwaarden zijn en wat de beste strategie is. Verkoop via de beurs is een optie, net als verkoop aan één partij. Vorig jaar werd de Franse bank BNP Paribas, die belangstelling toonde, nog afgewimpeld.
Een belangrijke vraag zal zijn: hoeveel verlies is de staat bereid te nemen op zijn belang? De bank werd in 2008-2009 gered voor circa 24 miljard euro. Tot nu toe is met de verkoop van aandelen – los van inkoopprogramma’s om het belang op peil te houden – 8,1 miljard euro terugverdiend. Een eerste inkoopprogramma, vorig jaar, leverde zo’n 281 miljoen euro op, het woensdag aangekondigde programma moet eenzelfde bedrag opleveren.
ABN Amro ging in 2015 naar de beurs, voor 17,75 euro per aandeel. De laatste keer dat de staat aandelen verkocht, was in 2017. Per aandeel kreeg de schatkist toen 23,50 euro. Van die koers is ABN Amro, ook na de positieve jaarcijfers, nog ver verwijderd.