Hoe laat is het eigenlijk op de maan? Lang was het antwoord vrij simpel: maanmissies gebruikten de tijd van hun thuisland. De astronauten van de Apollo-missies droegen horloges die waren afgesteld op de lokale tijd in Houston, Texas, waar de missieleiding was gehuisvest, al gebruikten ze in de praktijk meestal hun eigen tijdmeting, de ‘Ground Elapsed Time’ – de tijd die op aarde is verstreken sinds de lancering. De linkervoet van Neil Armstrong raakte voor het eerst het maanoppervlak na 109 uur, 24 minuten en 15 seconden.
Maar nu steeds meer landen en ook commerciële ondernemingen plannen hebben om naar de maan te reizen, en daar zelfs permanente bases te vestigen, groeit de behoefte aan een universele tijdstandaard voor de natuurlijke satelliet van de aarde. In september maakte de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA bekend dat ze zo’n systeem ontwikkelt: Coordinated Lunar Time (LTC).
Dat is ingewikkeld, want onze tijdmeting – gebaseerd op de draaiing van de aarde – werkt op de maan niet. Een dag op de maan duurt ruim 29 aarddagen, en de ultranauwkeurige atoomklokken die op aarde worden gebruikt om de universele standaardtijd UTC vast te stellen, lopen op de maan door de geringe zwaartekracht per (aard)dag 56 microseconden sneller. Dat piepkleine verschil levert cruciale afwijkingen op bij de nauwkeurige manoeuvres die in de ruimtevaart nodig zijn.
Atoomklokken op de maan
NASA stelt daarom voor een aantal atoomklokken op het maanoppervlak te plaatsen, en daarvan een gewogen gemiddelde te berekenen dat de basis voor de officiële maantijd vormt. Hetzelfde systeem moet in de toekomst ook bruikbaar zijn op andere hemellichamen, zoals bij eventuele missies naar Mars.
Dan moet er op aarde natuurlijk wel consensus zijn over het systeem. Het Witte Huis, dat NASA in april opdroeg om de maantijd te ontwikkelen, wil dat de ruimtevaartorganisatie zich inspant om van LTC, net als UTC, een erkende internationale standaard te maken. Daarvoor rekenen de VS in ieder geval op de steun van de 42 andere landen die zich hebben aangesloten bij de Artemis Akkoorden, afspraken die de basis vormen voor het Artemis-programma, een door de Amerikanen aangevoerd programma om voor het eerst sinds 1972 weer bemande maanmissies uit te voeren.
Maar onder meer Rusland en China, twee landen met uitgebreide eigen ruimtevaartprogramma’s én met plannen voor een gezamenlijke maanbasis, zijn niet bij die akkoorden aangesloten. In de aan de Chinese Communistische Partij gelieerde krant Global Times beschuldigde ruimtevaartanalist Song Zhongping de VS ervan de maan via Artemis te willen koloniseren.
Lees ook
Rusland en India hopen volgende week allebei een vlaggetje in het maanijs te planten
Senegal doet ook mee
Bij het Chinees-Russische International Lunar Research Station zijn nog elf landen, voornamelijk in het mondiale Zuiden, aangesloten. In september werd Senegal de nieuwste deelnemer. Als onderdeel van het programma heeft ook China aangekondigd een maantijdzone te ontwikkelen, zegt Namrata Goswami, die aan de Arizona State University onderzoek doet naar ruimtevaartpolitiek, in de South China Morning Post.
Tijdzones kunnen een belangrijke symbolische waarde hebben. Van 1884 tot 1972 vormde Greenwich Mean Time (GMT), de tijd in Londen, de basis voor tijdmeting op aarde omdat zeekaarten de nulmeridiaan in Greenwich plaatsten, een reflectie van de macht van het Britse koloniale rijk.
Toen Rusland in 2014 de Krim annexeerde, schakelde het Oekraïense schiereiland over op Moskouse tijd. En sinds de stichting van de Volksrepubliek valt heel China in de tijdzone van Beijing, waardoor het in het 2.400 kilometer westelijker gelegen Ürümqi, in de provincie Xinjiang, pas twee uur later licht wordt dan in de hoofdstad.
Ja, Griet Op de Beeck heeft wel een dansje in de kamer gemaakt toen ze hoorde dat ze dit jaar het tv-programma Zomergasten mocht presenteren: „Het voelt als Sinterklaas maal zevenentwintig.” De 51-jarige Vlaamse schrijver, bekend van bestsellers als Vele hemels boven de zevende en Kom hier dat ik u kus, vertelt in haar logeerhuis in Baarn over haar nieuwe baan: „Zomergasten heeft zo’n staat van dienst – een programma waarin nog echt gepraat kan worden zonder dat het na één minuut voorbij moet zijn. Ik heb er diepe bewondering voor dat dat nu nog kan, het is belangrijker dan ooit. En dan die rijke traditie van fantastische presentatoren die mij zijn voorgegaan. Om daar een bijdrage aan te mogen geven, is een eer.”
Het drie uur durende interviewprogramma bestaat sinds 1988 en is opgebouwd rond favoriete film- en tv-fragmenten van de gasten. Zomergasten is herstellende van een gemankeerd 38ste seizoen. Vorig jaar moest presentator Theo Maassen wijken na aantijgingen van huiselijk geweld. Toen de beoogde vervanger Adriaan van Dis wegens gezondheid ook verstek liet staan, zat omroep VPRO met een probleem. Uiteindelijke vroeg ze zes oud-presentatoren om ieder een aflevering waar te nemen. Een van hen, Margriet van der Linden, kreeg voor haar invalbeurt de Sonja Barend Award.
Op De Beeck maakte bij de VPRO eerst een proefuitzending met iemand die eerder Zomergast was geweest. „Ze hadden een oefengast – ik mag niet zeggen wie – die ver buiten mijn interessesfeer lag. Dus ik dacht ik: dat komt nooit goed. Maar ik vond haar erg interessant. Prettig om te merken dat mijn diepe nieuwsgierigheid in de mens, die ik sowieso al dacht te hebben, zich tot dit uiterste kon strekken.”
Nee, ze gaat zich niet spiegelen aan roemruchte voorgangers als Adriaan van Dis (1999-2002) of Janine Abbring (2019-2022). „Ik ga proberen om daar als mezelf te zitten. Dan heb ik de meeste kans op een echte ontmoeting tussen mij en die gast.” Waar ze naar uitkijkt is dat ze niet alleen de „persoonlijke werelden van bijzondere gasten” kan leren kennen, „maar ook de werelden waarin ze vertoeven, waar ze gepassioneerd over zijn, en de visie die ze van daaruit hebben op de wereld.”
Dit is haar eerste baan als tv-presentatrice. Niet uniek, Zomergasten werd eerder geleid door mensen zonder ervaring als presentator, als Joris Luyendijk (2006-2007) en Joost Zwagerman (2003-2004). Op de Beeck heeft wel ervaring als journalist. Voor zij zich in 2013 toelegde op de literatuur werkte zij voor het Vlaamse tijdschrift Humo en het dagblad De Morgen. „Voor Humo maakte ik ook wel interviews van twee, drie uur. Maar dat is een groot verschil met tv-interviews. Stel dat ik de komende twintig minuten bijzonder saai ben, dan kun jij als schrijvende interviewer beslissen: laat maar lullen, ik knip het er later wel uit.” Op televisie kan dat niet: „Dan moet je de klok in de gaten houden en van fragment naar fragment te praten.”
Schrijver in het donker
Helpt het om schrijver te zijn? „Ja, ik denk dat schrijvers altijd op zoek zijn naar wat mensen drijft en naar hoe ver schaduwen uit hun verleden reiken. Het is een prettige positie om dienstbaar te zijn aan de gast. Ik ben weliswaar aanwezig met mijn eigen nieuwsgierigheden en ideeën, maar het gaat om de gast. En hoe meer die verschilt van wie ik ben, hoe boeiender het wordt.”
Begint ze graag onbevangen aan het gesprek of werkt ze liever vanaf een scenario? „Ik begin graag goed voorbereid aan de ontmoeting. Daardoor weet ik hopelijk vooraf wat ik graag wil weten en wat de relevantie is van de fragmenten die we tonen. Maar vanuit die voorbereiding sta ik wel open voor verrassingen. Wanneer de gast met een panklaar verhaal komt, zal ik wel proberen zijwegen te creëren” Voorbereiden betekent in dit geval dat ze per gast een „DM” meekrijgt („Dat is de Dikke Map met alle documentatie”) en dat ze alle films en programma’s kijkt, waaruit de fragmenten worden geplukt.
Zelf therapeut worden
Drie jaar geleden maakte Op de Beeck een opmerkelijke carrièreswitch: ze werd therapeut. Biedt dat nieuwe beroep een goede basis voor de interviews in Zomergasten? „Misschien zie ik sneller wat interessant is om dieper in te gaan. En dat ik mensen sneller kan verleiden om met een andere lens naar de dingen te kijken. Maar een interview is iets anders dan een sessie. Het niet de bedoeling dat Zomergasten alleen over donkere zielenroerselen gaat. De kijker wil ook wat leren en een verrassende visie op de wereld horen. Zomergasten is bij uitstek een plek waar gasten in rust hun ideeën kunnen uiteenzetten.”
Waarom werd ze therapeut? „Tja, ik had ook de achtste roman van Griet Op de Beeck kunnen schrijven. Maar ik wilde een stap zetten waardoor ik van meer betekenis voor mensen kon zijn. Ik hoorde natuurlijk wel eens van lezers van: ‘Dat boek heeft me diep geraakt’ of ‘Dat boek heeft me aangezet om het gesprek met mijn vader aan te gaan.’ Maar dat is toch wat anders dan mensen daadwerkelijk op een goed spoor zetten. Dat is echt wel een missie van mij.”
Naar aanleiding van haar derde roman Het beste wat we hebben vertelde ze in 2017 in de talkshow De Wereld Draait Door dat zij als klein kind was misbruikt door haar vader. Deze ontdekking was het begin van een lange zoektocht naar verlossing. Op de Beeck had voordien weliswaar groot succes als schrijver, maar ze leefde in diepe donkerte, zolang ze zich kon herinneren. „Ik zat met stomme verbazing naar mijn eigen succes te kijken. Ik kon geen moment denken: nou, blijkbaar heb ik iets goed gedaan. Ik vond het vreemd dat mensen mijn boeken in groten getale wilden lezen. Ik dacht: ze zijn aardig tegen maar dat is omdat ze niet weten wie ik echt ben.”
Toen Op de Beeck nog in het donker zat, was zij zelf te gast in Zomergasten, in 2016 met presentator Thomas Erdbrink. „Ik kon niet geloven dat ik toen mocht komen. Dat iemand uit oprechte belangstelling drie uur met mij wilde praten.” In die tijd wist ze nog niet wat er met haar aan de hand was. Hoe heeft ze die avond ervaren? „Ik weet niet meer precies wat ik allemaal gezegd heb. Maar ik ben ik wel eerlijk geweest over het feit dat ik het bepaald geen picknick vond om hier te zijn. Ik heb echter ook altijd een soort volharding, een soort gretigheid in mij gehad. Ik wilde altijd al graag voluit leven. En ik bleef zoeken naar manieren waarop dat misschien kon. En dat zat ook in die avond. Ik denk dat ik oprecht geweest ben. Maar dat gitzwarte donker daar was ik zelf te bang voor, dat kon ik nog niet met een groot publiek delen. Voor een deel omdat ik lief wilde zijn voor mensen en hen dat niet wil aandoen.”
Gered
Dankzij sessies met IFS-therapeuten vond Op de Beeck verlossing. Ze legde haar zoektocht en wat de methode behelst vast in Het wordt beter. IFS (Internal Families Systems) gaat ervan uit dat mensen zijn opgebouwd uit een verzameling gewonde en beschermende delen (persoonlijkheden) en onderzoekt hoe de kern (het Zelf) een betere verbinding met die delen krijgt. IFS wordt niet erkend door de officiële psychologie maar heeft Op de Beeck uit haar allesoverheersende trauma getrokken.
Ze zegt: „In één belangrijke sessie is er werkelijk iets in mij gekanteld waardoor ik in één klap van mij suïcidaliteit en mij eetstoornis ben afgeraakt. Als ik nu wakker word dan heb ik zin in de dag en vind ik mezelf wel een prettig persoon om bij te zijn. Er is een soort diepe vrede die niet zo snel verstoord kan worden. Ik wist niet dat dat bestond. Als je dat hebt meegemaakt, dan wil je dat niet voor jezelf houden, dat moet naar anderen doorstromen.” Op den Beeck wil overigens niet de indruk wekken dat IFS een „quick fix” is „Maar het is een mooie vorm die mij en veel anderen een ander leven heeft gegeven.”
Toen Op de Beeck haar eigen therapie-praktijk opende, kreeg ze meer dan tweeduizend aanmeldingen „Dat zijn genoeg patiënten tot ver na mijn dood. Ik wil vooral zoveel mogelijk mensen laten kennismaken met IFS door de methode in groepen uit te leggen. Bijvoorbeeld via introductieweken. IFS is niet een verteluurtje, hè, waarin ik jouw levensverhaal aanhoor en je vertel hoe je moet leven. Niet dat ik er voor piet snot bij zit, maar uiteindelijk moet je het zelf doen. Het terugnemen van de autonomie is een belangrijk thema voor traumapatiënten.”
Ja, ze weet dat het „een nationale sport” is om te schoppen tegen de presentator van Zomergasten. Hoe gaat ze daar straks mee om? „Ik luister graag naar kritiek van de redactie of van vrienden maar ik ga mezelf niet googelen, dat heb trouwens nooit gedaan. Als Herman Brusselmans vroeger in een columns schreef dat ik een snor had, ging ik mijn bovenlip voor de spiegel bestuderen. Dikke reet, grote borsten, kleine borsten – ik heb het allemaal gehad in de columns van Herman. Maar tegenwoordig kan ik daar veel beter tegen. Ik ben een ander mens nu, ik hoef mijn bestaansrecht niet meer te bewijzen. Ik ben zo blij…”
Zomergasten (VPRO) is vanaf zondag 27 juli te zien. NPO2, 20.15 uur. Wie de gasten van dit jaar zijn, maakt de omroep later bekend.
Ridouan Taghi staat er alleen voor, in de grootste rechtszaak in Nederland ooit. Drie keer werd zijn advocaat al gearresteerd. Redacteur Jan Meeus hoorde Taghi gisteren zelf praten over hoe hij vindt dat zijn hoger beroep nu verder moet. Want, wie durft hem nu nog te verdedigen?
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
In de sympathieke serie ‘Over leven’ spreekt Coen Verbraak met allerlei mensen, over hoe hun leven gelopen is na iets ingrijpends. Ik luisterde een paar oude afleveringen terug, altijd fijn als je aan het koken bent, en hoorde Jolande Withuis vertellen over haar communistische jeugd en hoe ze, anders dan haar klasgenootjes, wel van alles wist te vertellen over het Beleg van Leningrad en de Slag om Stalingrad, maar nauwelijks gehoord had van D-day. Daar ging het thuis niet over.
„Wanneer kwam je erachter dat je zo’n gefilterd wereldbeeld had?”, vroeg Verbraak. Logische vraag, iedere strenggelovige, en Withuis beschreef het communistische milieu waarin ze opgroeide niet anders dan zoals kinderen uit bijvoorbeeld orthodox protestantse gezinnen dat doen, heeft nu eenmaal een door het geloof in een waarheid gestuurd en gefilterd wereldbeeld.
Wie niet in zo’n wereld leeft is er al gauw van overtuigd dat-ie zelf een veel ruimere blik heeft, ongefilterder. Daar boffen we dan maar mee.
In het boeiende interview dat Michel Kerres en Steven Derix hadden met de voormalige chef van de Britse inlichtingendienst Alex Younger, zei die: „We zullen – hoe moeilijk dat ook is – moeten erkennen dat Rusland vreest voor zijn veiligheid en daar zullen we naar moeten luisteren, als we tot een langetermijnoplossing willen komen. Maar dat ontslaat ons niet van de noodzaak om Poetin onder druk te zetten.”
Dat is een leerzame mengeling van kracht en openheid. Het is heel gewoon om te vinden dat Rusland zich niet onveilig heeft te voelen (‘Onzin!’), ook al weten we dat het weinig zin heeft om zulke gevoelens met min of meer rationele argumenten uit ons eigen wereldbeeld te benaderen. Er zijn nu eenmaal emoties, historische gegroeidheden, angsten en overtuigingen die zich niets aantrekken van ‘Ja maar dat is toch niet lógisch’.
Het besef dat je er niet altijd komt met je eigen logica en je eigen visie (die, daar is het je eigen visie voor, de waarheid nu eenmaal behoorlijk dicht benadert) helpt niet altijd om nu eens werkelijk ongefilterd en ruim naar de wereld te kijken. Spionnen (zo noemde Younger zichzelf) moeten dat wel kunnen.
Wij natuurlijk ook. Het is gek dat wij op school heel veel hoorden over D-day en Normandië en de Amerikanen en de Canadezen, maar niet dat Stalingrad een keerpunt in die oorlog was dankzij enorme Russische inzet en even zo enorme verliezen. Dat was niet waar het om ging. Ze waren tenslotte de vijand geworden tijdens de Koude Oorlog.
In het piepklein is het al moeilijk om mensen met andere overtuigingen of mensen die eens iets verkeerd hebben gedaan toch aardig te vinden. Een goede vriendin zei laatst: ‘Ik heb me voorgenomen om niemand meer bij leven te verliezen’. Dat betekent niemand van je meer of minder nabije vrienden meer verwaarlozen of uit ergernis niet meer zien, of tot een ruzie komen die niet bijgelegd wordt. Kortom niet je blik op hen laten filteren door een mening die je voor de waarheid houdt.
Je zet je mening vaak in als een rechtvaardiging voor je gedrag, dan ben je mooi van allerlei verplichtingen af, ook van die tot het in stand houden van een vriendschap, als je dat tenminste als een verplichting wilt zien. Dan heb je weer een waarde met de kracht van waarheid te pakken waar je in wilt geloven, al hoeven waarheden niet geloofd te worden die hoef je alleen maar te zien. Door een ongefilterde blik…
Zonder filters, zonder waarden, gaat het simpelweg niet, we kunnen geen wereld waarnemen zoals die er is zonder onze blik. Maar het is wel goed dat geregeld te proberen. Even de bril afzetten en zien dat veel wazig is.