Aanval op Joden in Dagestan roept vragen op over Russische steun aan Hamas

Een agressieve meute van honderden mannen bestormde zondagavond luchthaven Oejtasj bij Machatsjkala, de hoofdstad van de Russische autonome republiek Dagestan. Ze waren op zoek naar Joodse passagiers op een vlucht uit Tel Aviv. Via sociale media waren ze aangemoedigd om te komen, na berichten dat er ‘vluchtelingen uit Israël’ onderweg waren naar de overwegend islamitische republiek in het zuiden van de Russische Federatie.

De meute dwong zich een weg naar binnen door een glazen muur door te breken en deuren open te trappen. Het duurde enige tijd voordat de veiligheidsdiensten en politie-eenheden in noemenswaardige aantallen ter plaatse waren en de situatie onder controle brachten.

Volgens de lokale autoriteiten raakten er twintig mensen gewond in het gedrang en de daaropvolgende aanvaring met de ordehandhaving, onder wie negen politieagenten. De passagiers kwamen er volgens lokale autoriteiten ongeschonden vanaf.

Op een beeld uit een video, geplaatst op het socialemediaplatform Telegram, is te zien hoe een meute het vliegtuig uit Tel Aviv bestormt.
Foto AFP/Telegramchannel @askrasul

Een Joodse ooggetuige zei tegen het Russische onafhankelijke medium (in ballingschap) Meduza dat hij door de menigte ondervraagd werd toen hij in de bus stond die hem naar het vliegveld had moeten rijden. De meute gooide stenen naar de bus en maande hem tot stoppen, waarna ze iedereen vroegen of ze „jood of moslim” waren. De man zei uit angst dat hij moslim was, en hij werd geloofd.

Andere passagiers van het vliegtuig uit Tel Aviv, dat om 19.17 uur landde, gingen terug aan boord toen ze de meute het platform op zagen rennen. De passagiers uit de bus en het vliegtuig werden na vier uur geëvacueerd met militaire helikopters, zei de ooggetuige uit de bus tegen Meduza.

Naar aanleiding van het oproer zijn er zeker zestig arrestaties verricht, en heeft de Russische onderzoekscommissie van Dagestan aangekondigd om een strafzaak te openen, op grond van een verbod op massale ongeregeldheden. Op basis van videobeelden van de meute wordt er nog naar meer deelnemers gezocht.

Moskouse steun Hamas

Kremlin-critici zien in de bestorming het gevolg van de Moskouse steun aan Hamas in de Gaza-oorlog. Het relatief late optreden van de ordetroepen en het begrip van hogerhand voor de zorgen om het Palestijnse volk zien ze als een goedkeuring van het optreden van de meute.

De Conferentie van Europese Rabbijnen laat weten grote zorgen te hebben over de Joodse inwoners van Dagestan. In vier verschillende steden zouden bendes op zoek zijn naar Joden. In de autonome republiek wonen zo’n achthonderd Joodse families.

„Het is een direct gevolg van de keuze van de Russische regering voor Hamas in dit conflict en het gebrek aan veroordeling van het bloedbad van 7 oktober”, schrijft rabbijn Pinchas Goldschmidt op sociale media. Goldschmidt is de voormalig opperrabbijn van Moskou en de huidige voorzitter van de Conferentie van Europese Rabbijnen. Hij ontvluchtte Rusland vorig jaar, uit protest over de Russische invasie van Oekraïne.

Feit is dat Rusland de Hamas-aanval op 7 oktober niet heeft veroordeeld, maar er alleen „grote zorgen” over heeft uitgesproken – ook al kostte de aanval meer dan duizend Israëlische levens, zijn er ook Russische doden gevallen en worden er acht Russen gegijzeld door Hamas. Ook heeft Hamas geregeld wapens van Russische makelij gebruikt bij aanvallen, en wordt Hamas gesteund door Iran, dat weer een belangrijke bondgenoot is van Rusland in de oorlog tegen Oekraïne.

Een delegatie hooggeplaatste Hamas-leden kwam afgelopen week in Moskou voor overleg. De militante organisatie noemde Rusland nadien haar „beste vriend” en beloofde alle Russische gijzelaars vrij te laten, zodra die zijn teruggevonden. „Het is moeilijk, maar we zijn op zoek. En als we ze vinden, laten we ze gaan”, zei het hoofd van Hamas’ internationale contacten, Musa Abu Marzouk, volgens persbureau RIA.

Bij een protest in Hebron, op de bezette Westelijke Jordaanoever in Israël, zwaaien betogers met Russische en Palestijnse vlaggen, evenals met vlaggen om hun sympathie met Hamas en Fatah te uiten.
Foto Hazem Bader/AFP

Pragmatisch

Het Kremlin is, als gewoonlijk, pragmatisch. In eigen land zit Rusland absoluut niet te wachten op een Hamas-achtige organisatie. Denk alleen al aan de Tweede Tsjetsjeense oorlog aan het begin van het presidentschap van Vladimir Poetin, van 1999 tot 2009. Die oorlog werd gerechtvaardigd als een strijd tegen islamistisch terrorisme. In 2010 werd Moskou nog opgeschrikt door twee zelfmoordaanslagen in de metro. Ook de Russische militaire steun voor de toen wankelende Syrische leider Bashar al-Assad in 2015 werd gegeven onder het mom van de strijd tegen de terroristen van IS.

Waarom Moskou dan toch Hamas blijft steunen, daar zijn verschillende theorieën over. Eén is de algehele notie dat het Kremlin ‘gedijt bij onrust in de wereld’. Zolang de westerse wereld is afgeleid, kan Rusland makkelijker zijn eigen zin doordrukken in bijvoorbeeld Oekraïne – zo luidt de zienswijze die vooral in het pro-Oekraïense kamp gedeeld wordt.

Waarschijnlijker is de verklaring die te vinden is in Ruslands niet-geheime agenda: het richten op een nieuwe wereldorde, met daarin een belangrijke rol voor het mondiale Zuiden. Dit wordt onder anderen betoogd door Milàn Czerny van de denktank Carnegie. „De realiteit is dat de crisis in het Midden-Oosten een kans is voor Moskou om zichzelf als diplomatieke partner te presenteren naar de regio en het bredere mondiale Zuiden”, schrijft Czerny.

Nu de oorlog in het Midden-Oosten ook gewelddadige wanorde in het zuiden van Rusland dreigt te veroorzaken, grijpt Rusland naar een ander stokpaardje: de meute liet zich leiden door ‘buitenlandse krachten’. „Beste landgenoten!”, schrijft de regionale presidentiële vertegenwoordiger Joeri Tsjajka. „Geef niet toe aan de regelrechte provocaties van buitenlandse inlichtingendiensten, die proberen de situatie in het land te destabiliseren, onze samenleving te doen splijten, en twijfels en agressie zaaien in de hoofden en harten van mensen!” Concrete aanwijzingen dat buitenlandse inmenging het racistische bendeoptreden aanwakkerde, zijn er niet.