Aantal mensen dat niet deelneemt aan arbeidsmarkt neemt verder af

Beroepsbevolking Een kwart van alle Nederlanders tussen 15 en 75 jaar heeft geen werk en zoekt er ook niet naar, vooral vanwege ziekte en ouderdom. Sinds 2003 daalt het percentage geleidelijk.

De belangrijkste oorzaken van de daling van het aantal mensen dat niet deelneemt aan de arbeidsmarkt zijn de verhoging van de pensioenleeftijd en afschaffing van vroegtijdige pensioenregelingen als de VUT.
De belangrijkste oorzaken van de daling van het aantal mensen dat niet deelneemt aan de arbeidsmarkt zijn de verhoging van de pensioenleeftijd en afschaffing van vroegtijdige pensioenregelingen als de VUT.

Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Het aantal mensen dat niet deelneemt aan de Nederlandse arbeidsmarkt is in 2022 verder afgenomen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijfert deze woensdag dat een kwart van alle 15- tot 75-jarigen, oftewel 3,3 miljoen, buiten de beroepsbevolking valt. Zij hebben geen betaald werk, niet recentelijk gezocht naar een baan of zijn niet op korte termijn beschikbaar voor werk.

In 2003, het eerste jaar waarin het CBS de data verzamelde, ging het nog om 30,2 procent van de totale beroepsbevolking. Sindsdien is het percentage geleidelijk gedaald.

Belangrijkste oorzaken van de daling zijn de verhoging van de pensioenleeftijd en afschaffing van vroegtijdige pensioenregelingen als de VUT. Maar ook kiest een groter aantal mensen vrijwillig om na het pensioen door te werken, bijvoorbeeld omdat het financieel noodzakelijk is door de gestegen inflatie of een grote terugval in inkomen na de loopbaan door een pensioengat.

Langdurig kampen met ziekte

Bijna de helft van de niet-beroepsbevolking nam in 2022 niet deel aan de arbeidsmarkt vanwege ouderdom: 1,6 miljoen. Ziekte is daarna de belangrijkste reden. Zo’n 785.000 mensen zochten niet naar werk omdat zij arbeidsongeschikt waren, of langdurig kampten met ziekte. Dat is een lichte toename ten opzichte van vorig jaar, toen het er nog 759.000 waren. Ook het verlenen van (mantel)zorg en het volgen van een opleiding worden door respondenten genoemd, meldt het CBS.

Opvallend was dat jonge mannen tussen 15 en 25 jaar in 2022 veel vaker betaald werk hebben dan voorheen. In het afgelopen decennium schommelde het percentage jonge mannen dat niet deelnam aan de arbeidsmarkt tussen de 23 en 24 procent, om vorig jaar een duik te maken naar 18 procent. Voor het eerst in twintig jaar zijn de jonge mannen daarmee op gelijke hoogte beland met hun vrouwelijke leeftijdsgenoten.

Het CBS dook in januari al dieper in de cijfers en concludeerde dat vooral in technische en ict-beroepen meer jonge mannen gingen werken, maar niet meer jonge vrouwen. In andere sectoren, zoals de horeca en dienstverlenende beroepen, gingen zowel meer jonge mannen als jonge vrouwen aan de slag.


Lees ook: Even genieten van je pensioen. En dan toch weer aan het werk moeten