Aantal meldingen van seksueel geweld stijgt explosief. Mariëtte Hamer: ‘Mensen beseffen dat ze hulp kunnen zoeken’

Het aantal mensen dat zich meldt voor hulp na seksueel geweld of seksueel grensoverschrijdend gedrag stijgt explosief, meldt regeringscommissaris Mariëtte Hamer woensdag in een rapport aan het kabinet. In de periode 2020-2022 is het aantal meldingen met 37 procent gestegen tot ruim 40.000. In 2025 zullen de zes belangrijkste hulporganisaties zelfs 83 procent meer meldingen krijgen dan in 2020, verwacht Hamer. Ze baseert zich op onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut voor maatschappelijke vraagstukken. Hamer, regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld: „Ik vind het vervelend om te moeten zeggen, maar we zien een patroon in de samenleving van hoe mannen met vrouwen omgaan.”

De meldingen staan los van die bij de politie of bij vertrouwenspersonen van instellingen en bedrijven, ze komen van het Centrum Seksueel Geweld, Veilig Thuis, Slachtofferhulp Nederland, Centrum Veilige Sport Nederland, Helpwanted en Fier.

Hoe verklaart u de enorme stijging van de vraag naar hulp?

„Wat opvalt is allereerst de media-aandacht. We zagen een grote piek in meldingen na de uitzending van BOOS over The Voice. Kort daarna heeft het kabinet een nationaal actieprogramma ingesteld en mij aangesteld. Dat heeft ook een hoop publiciteit gegeven. Er waren voortdurend zaken in de media, van Marc Overmars bij Ajax tot incidenten bij politieke partijen. Ook het proces tegen Ali B gaf weer een piek. Aandacht genereert aandacht. Mensen gaan er thuis of op het werk over praten. Ze herkennen zichzelf in de verhalen en gaan zich melden voor hulp. Dus we hebben een probleem bij de kop waar mensen individueel mee zaten maar waar de samenleving dat eerder niet zo heeft gezien. Veel mensen melden zich vanwege gebeurtenissen uit het verleden. Er is dus ook sprake van een inhaalslag. Ook grote campagnes en nieuwe wetgeving hebben invloed.”

Regeringscommissaris Mariëtte Hamer.
Foto Hedayatullah Amid

Is het niet gênant dat slachtoffers pas om hulp durven te vragen na aandacht in de media?

„Wat slachtoffers is aangedaan, is heel lang ‘normaal’ gevonden. Ze schamen zich. Ze vragen zich af wat hun eigen aandeel in de zaak is geweest, of ze zelf iets fout hebben gedaan. Had ik mijn partner niet de deur moeten wijzen? Dat zit diepgeworteld. Ik noem zelf vaak een voorbeeld omdat het zo symbolisch is: een jonge vrouw zit in de trein. Er komt een man tegenover haar zitten en die begint zich af te trekken. En zij denkt: heb ik mijn grenzen wel goed aangegeven, hoort dit er nu eenmaal bij? Ik hoorde dat een politicus in een debat over een veilig klimaat voor vrouwen had gezegd dat vrouwen nu eenmaal niet altijd overal ’s avonds op straat kunnen lopen. Pardon? Dus als er aandacht in de media komt, zoals bij The Voice of de #MeToo-beweging, herkennen veel mensen zich en beseffen ze dat ze zich kunnen melden en hulp zoeken.”

Zijn er genoeg hulpverleners voor al die meldingen? En is de hulp effectief?

„De hulpverlening is nog versnipperd. Er kan meer worden samengewerkt. Ook moet er financiële ondersteuning komen als er pieken in de meldingen komen. Minder administratieve rompslomp. Sommige slachtoffers zijn gebaat bij laagdrempelige hulp, andere bij specialistische hulp. En waar wij erg voor pleiten, is dat er eerder wordt doorgevraagd. Soms komen mensen bij de huisarts met klachten als hoofdpijn terwijl ze eigenlijk een traumatische ervaring hebben met seksueel geweld. Als zoiets pas laat wordt herkend, dan wordt het trauma erger. Als wat jou is aangedaan niet wordt erkend, door een vertrouwenspersoon of door de politie of wie dan ook, dan verergert dat het trauma. De erkenning dat het niet jouw schuld is geweest, is belangrijk voor het helingsproces.”

Als er meer aandacht komt, zal het aantal meldingen dan ooit afnemen? Hebben we dan een andere samenleving?

„Dat hoop ik wel. Als de cultuur verandert, zal hopelijk het aantal meldingen dalen. We bekijken in verschillende sectoren hoe we het veiliger kunnen maken, en anders met elkaar leren omgaan. In de zorg, de techniek, de horeca, het onderwijs: noem maar op. We spreken met gemeenten over straatintimidatie. Wetgeving daarover en onlangs de twee eerste veroordelingen hiervoor helpen daarbij en hebben ook een preventieve werking. Maar wat ook helpt, is met mensen in gesprek gaan. En hopen dat mensen meer op elkaar gaan letten, in onze cultuur van machtsverhoudingen. Want daar gaat het vaak om. We zien al allerlei veranderingen door de emancipatie. Verandering van gedrag is een sluitstuk van het groeien naar gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen.”

Er zijn ook signalen van een tegenbeweging. Denk aan Andrew Tate. Wat vindt u daarvan?

„Er is een tegenbeweging. Er zijn mannen en soms ook vrouwen, die in dit huidige patroon iets te verliezen hebben. Daar zie je weerstand. Maar wat we steeds vaker zien, is een beweging van mensen die twijfelen of de aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag niet wordt overdreven, die voelen vooral handelingsverlegenheid. Ze zijn wel geneigd te veranderen maar ze weten niet hoe. Ik hoor mannen zeggen dat ze niet meer alleen met een vrouw in de lift stappen. Daar zit een soort angst achter. Aan die groep moeten we meer aandacht besteden. Want vrouwen zijn toch ook niet allemaal bang om met een man in de lift te stappen? Tegen die mensen zou ik willen zeggen: behandel de ander zoals je zelf behandeld wil worden.”


Lees ook

Mariëtte Hamer wil door ‘cultuurverandering’ grensoverschrijdend gedrag voorkomen: ‘Het draait uiteindelijk ook om zelf nadenken’

Mariëtte Hamer, regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.