Aantal eerste asielaanvragen in tweede kwartaal iets hoger dan vorig jaar, maar minder nareizigers

Migratie Afgelopen kwartaal deden 8 procent meer mensen een eerste asielaanvraag in Nederland dan een jaar eerder. Het kabinet waarschuwde vorige maand voor drukte bij het aanmeldcentrum in Ter Apel.

Asielzoekers komen aan bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, waar vorig jaar wekenlang op het gras moesten slapen.
Asielzoekers komen aan bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, waar vorig jaar wekenlang op het gras moesten slapen.

Foto Vincent Jannink/ANP

Het aantal eerste asielaanvragen lag in het tweede kwartaal van dit jaar iets hoger dan een jaar eerder. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deden afgelopen kwartaal 7.900 mensen een eerste asielaanvraag. Dat is 8 procent meer dan in datzelfde kwartaal in 2022 en 15 procent meer dan in de eerste drie maanden van dit jaar.

Hoewel het CBS geen onderzoek doet naar de redenen achter de stijging, denkt het bureau dat onrust in de landen van herkomst de belangrijkste reden voor de stijging is. Vooral Syriërs deden vaker een eerste asielverzoek (53 procent) ten opzichte van het eerste kwartaal, net als Eritreeërs (33 procent). „De wereld is helaas een onrustige plek, en dat zien we terug in de asielverzoeken”, zegt CBS-onderzoeker Luuk Hovius. „Wat ook meespeelt, is dat Nederland een relatief grote Syrische populatie heeft.” Mogelijk denken andere landgenoten daardoor eerder aan Nederland wanneer zij de situatie in Syrië ontvluchten.

Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) waarschuwde twee weken geleden dat het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel deze zomer opnieuw vol dreigt te raken. Op dat moment had het centrum, dat 2.000 bedden heeft, dagelijks plek voor 150 tot 250 nieuwe mensen. In de warmere maanden komen traditioneel meer eerste asielaanvragen binnen dan in de wintermaanden. Van der Burg zei in augustus een piek te verwachten.


Lees ook: Asielaanmeldcentrum Ter Apel zit bijna weer vol

Minder nareizigers

Overigens is het aantal nareizigers in het tweede kwartaal van dit jaar juist gedaald in vergelijking met 2022. Het kabinet viel vorige maand over de kwestie hoe het aantal asielaanvragen in te perken, waarbij de VVD met een voorstel kwam om minder nareizende partners en minderjarige kinderen van erkende vluchtelingen toe te laten. Met name de ChristenUnie beschouwde dat als een ondraaglijk voorstel. Tussen april en juni reisden 2.625 mensen na, 17 procent minder dan een jaar eerder. Veruit het grootste deel van deze mensen (70 procent) kwam uit Syrië, dat de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst al jarenlang als onveilig bestempelt.

Uit ambtelijke stukken bleek na de kabinetsval dat het voorstel om nareizen te beperken een gering effect zou hebben gehad. Zo’n 2.000 tot 3.000 minder vluchtelingen zouden jaarlijks naar Nederland zijn gekomen. In 2022 kwamen in totaal zo’n 400.000 mensen naar Nederland, van wie het grootste deel uit de EU, Liechtenstein, Zweden, Noorwegen en IJsland (129.000) of Oekraïne (108.000). Beide groepen hoeven geen asiel aan te vragen. Het aantal asielzoekers en nareizigers lag vorig jaar op ongeveer 46.000.

Spreidingswet

Vorige zomer haalde Nederland het internationale nieuws toen honderden asielzoekers in tenten of op het gras bij de poorten van het centrum in Ter Apel sliepen omdat er niet genoeg bedden waren. Ook in andere gemeenten was niet genoeg plek, waardoor asielzoekers nauwelijks naar andere plaatsen konden doorstromen voor opvang.

Om zulke scenario’s te voorkomen, kwam het kabinet na een politiek compromis met de spreidingswet, die asielzoekers eerlijker over gemeenten moest verdelen. Maar de VVD was zeer ontevreden over wat in hun ogen het dwingen van gemeenten is om mensen op te vangen en de Raad van State was kritisch op de uitvoerbaarheid van de wet. Nu het kabinet is gevallen lijkt de kans erg klein dat de Tweede Kamer de spreidingswet nog goedkeurt.


Lees ook: Het aantal asielzoekers in Nederland wordt eerder in Tunis dan in het Torentje bepaald