Aantal dagvlinders in Nederland is in dertig jaar gehalveerd, 2023 slechtste jaar sinds eerste telling

Het aantal dagvlinders in Nederland is de laatste dertig jaar meer dan gehalveerd. Het afgelopen jaar nam de populatie voor het negende jaar op rij af, waarmee in 2023 het laagste niveau werd bereikt sinds het begin van de tellingen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en De Vlinderstichting, die geen verklaring voor de daling geven.

Sinds 1992 worden op vaste locaties wekelijks vlinders geteld. Op basis daarvan wordt een populatiegrootte berekend. 9 van de in totaal 53 vlindersoorten bereikten vorig jaar een dieptepunt, waaronder het zwartsprietdikkopje, klein geaderd witje, donker pimpernelblauwtje en de kleine vos. De citroenvlinder en grote vuurvlinder beleefden juist weer een goed jaar: hun aantallen stegen tot het hoogste punt sinds 1992.

Het pimpernelblauwtje, donker pimpernelblauwtje en de grote vuurvlinder zijn van extra belang voor het natuurbeleid in Nederland, omdat ze op de Europese Habitatrichtlijn staan. Ze zijn uitermate kwetsbaar, omdat ze maar op een of twee plekken in Nederland voorkomen. Van het donker pimpernelblauwtje zijn in 2023 nog maar enkele gezien, waarmee de soort zo goed als verdwenen is.