Aangekondigd onderzoek naar militair optreden in Afghanistan nog steeds niet volledig begonnen

Onafhankelijk onderzoek Het kabinet kondigde in 2022 onder druk van de Tweede Kamer een studie aan naar onder meer de politieke besluitvorming rond de missies in Afghanistan, de samenwerking met bondgenoten en het geweldsgebruik.

Helikopters landen op een Afghaans vliegveld om twee Nederlandse gewonden op te halen voor vervoer naar Kandahar.
Helikopters landen op een Afghaans vliegveld om twee Nederlandse gewonden op te halen voor vervoer naar Kandahar. Foto Valerie Kuypers / ANP

Het onafhankelijke onderzoek naar twintig jaar Nederlands militair optreden in Afghanistan is een jaar na de aankondiging door het kabinet nog altijd niet volledig begonnen. Nog niet alle onderzoekers zijn gescreend, de beveiligde computers zijn niet geleverd en de speciale onderzoeksruimte kan niet in gebruik worden genomen, melden bronnen aan NRC.

Het kabinet kondigde op 17 juni 2022 een omvangrijk historisch-wetenschappelijk onderzoek aan naar onder meer de politieke besluitvorming rond de missies in Afghanistan, de samenwerking met bondgenoten en het geweldsgebruik. Dit gebeurde onder druk van de Tweede Kamer, die een motie hierover aannam na de chaotische terugtocht uit de Afghaanse hoofdstad Kabul, in 2021.

De acht onderzoekers van het instituut voor oorlogsstudies NIOD en de tien van het instituut voor militaire historie NIMH zouden van het kabinet „maximale openheid” krijgen en „onbeperkt toegang” tot bronnen, waaronder rapporten van de inlichtingendiensten. Daar stond tegenover dat de onderzoeksruimte „afdoende” moest zijn beveiligd en de onderzoekers gescreend moesten zijn. De veiligheidsmaatregelen zijn zo streng, omdat vooral de inlichtingenrapporten zeer gevoelige informatie bevatten, bijvoorbeeld over bondgenoten.

Screenings

Het kabinet zou de veiligheidsonderzoeken „voortvarend” laten uitvoeren. Bij deze screenings wordt gewoonlijk gekeken of personen een mogelijk veiligheidsrisico opleveren, bijvoorbeeld als ze grote schulden hebben of lang in een land verbleven waarmee Nederland geen informatie uitwisselt. Slechts in „hele evidente gevallen”, zo is afgesproken, zouden die screenings negatief uitpakken. Het onderzoek zou „medio 2022” beginnen en vier jaar duren.

Nu, een jaar later, zijn de screenings van de onderzoekers door de veiligheidsdiensten AIVD en MIVD nog niet afgerond. Bij het NIMH betreft het soms werknemers die al jaren staatsgeheime informatie kunnen inzien en slechts een extra bevoegdheid nodig hebben om ook zeer vertrouwelijke MIVD-documenten te mogen bestuderen. Deze documenten – vooral inlichtingenrapporten over de situatie in Afghanistan – vormen een belangrijk onderdeel van het onderzoek.

Lees ook dit artikel: De trucs van de Nederlandse spionnen in Afghanistan

Frederikkazerne

Ook de verbouwing van een extra beveiligde en afgesloten onderzoeksruimte op het terrein van het NIMH op de Frederikkazerne in Den Haag is nog niet gereed. Onder meer trillingvrije ramen tegen mogelijk afluisteren van gesprekken en een beveiligde toegangsdeur met logsysteem, waren eerder deze week nog niet geplaatst. De beveiliging bestaat verder uit onder meer toegangspoortjes en pasjes, een extra beveiligde kluis en kluisjes voor mobiele telefoons. Deze maatregelen worden als noodzakelijk gezien, omdat het onderzoeksmateriaal heel gevoelig is.

De verbouwing van de ruimte op de Frederikkazerne „bevindt zich in de afrondende fase”, laat het ministerie van Defensie desgevraagd weten. Wanneer de ruimte geheel beveiligd is, kan het ministerie niet zeggen. En zonder beveiligde ruimte geen beveiligde computers. Defensie: „De levering van de speciale, beveiligde computers ten behoeve van de commissie hangt samen met de afronding van de verbouwing.” Over de voortgang van screenings doet het ministerie geen uitspraken.

In een reactie heeft het NIOD het over „een gefaseerde start” van het onderzoek. Directeur Martijn Eickhoff van het NIOD zegt telefonisch dat de zaken naar zijn mening „voortvarend” worden aangepakt: „Het onderzoek is begonnen.” Hij wijst erop dat op 1 juli de website van het Afghanistan-onderzoek gelanceerd wordt. Concrete vragen over de voortgang beantwoordt hij niet.

Lees hier over De verdwijning van een inlichtingenrapport over het doden van een Afghaan