Aan publiek en prijzengeld geen gebrek, maar het tennis wil een terugval voorkomen

Australian Open Tennis is op zoek naar jongere fans. Onderdeel van die zoektocht is de vorige week gelanceerde docuserie Break Point. Maar er is meer nodig om een nieuw publiek te trekken. „Wedstrijden duren nog steeds te lang.”

De Fransman Corentin Moutet won bij de Australian Open in vijf sets van de Chinees Wu Yibing.
De Fransman Corentin Moutet won bij de Australian Open in vijf sets van de Chinees Wu Yibing.

Foto Corinne Dubreuil / Abacapress.com

Hij was gesloopt, vertelde de Fransman Corentin Moutet maandag nadat hij zijn partij in de eerste ronde van de Australian Open tegen de Chinees Wu Yibing had gewonnen. Moutet had er vijf sets en meer dan vier uur voor nodig gehad. Tijdens de partij blesseerde de Fransman zijn nek en pols, in de vijfde set kreeg hij kramp in zijn dijbeen en kon hij geen dubbelhandige backhand meer slaan. „Ik hoop dat ik de volgende wedstrijd kan spelen, maar we gaan het zien”, verzuchtte Moutet naderhand bij de persconferentie. „Ik win liever in anderhalf uur.”

Op de openingsdag van het eerste grandslamtoernooi van het jaar waren er in het mannentoernooi direct acht vijfsetters, stuk voor stuk partijen die langer dan drie en een half uur duurden. De partij tussen de Italiaan Lorenzo Musetti en Lloyd Harris uit Zuid-Afrika had nog veel langer kunnen duren, ware het niet dat er sinds 2019 op het toernooi in Melbourne geldt dat de vijfde set wordt beslist in een ‘supertiebreak’ tot tien punten. Harris won bij een stand van 6-6 in de vijfde set de tiebreak met 10-4 en de wedstrijd was na 3 uur en 49 minuten klaar.

Een tiebreak in de vijfde set geldt sinds vorig jaar op alle vier grandslams – de Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en de US Open zijn de enige tennistoernooien waar nog vijfsetters worden gespeeld. „We willen hiermee de ervaring voor zowel spelers als fans verbeteren”, schreven de toernooiorganisaties destijds in een gezamenlijk statement. De eensgezindheid die eruit sprak, was opmerkelijk: voor het eerst sinds decennia hanteren de grandslams dezelfde regels.

Op zoek naar nieuwe fans

De uniformiteit heeft alles te maken met de zoektocht naar nieuwe, jongere fans. Tennis moet wel, nu de gouden generatie of is gestopt (Roger Federer en Serena Williams, beiden 41) of tegen zijn einde loopt, zoals in het geval van Rafael Nadal (36) en Novak Djokovic (35). Bovendien is de leeftijd van (Amerikaanse) televisiekijkers van de ATP Tour tussen 2000 en 2016 met tien jaar toegenomen naar gemiddeld 61 jaar, aldus het internationale onderzoeksbureau Magna. Niet dat het slecht gaat met het proftennis: bezoekersaantallen stijgen nog altijd, net als het prijzengeld, maar de sport wil een terugval voorkomen.

Onderdeel van die zoektocht is de vorige week gelanceerde Netflix-serie Break Point, waar in tien afleveringen (vijf staan online, de andere vijf volgen in juni) tennissers van een nieuwe generatie op de voet worden gevolgd. De serie is gemaakt door dezelfde mensen achter Drive to Survive, en de tenniswereld hoopt op eenzelfde effect als die voor de aandacht voor de Formule 1, dat sinds het begin van de docuserie in 2019 een heel nieuwe markt aan jeugdige fans heeft aangeboord.


Lees ook: De Formule 1 is een mini-zonnestelsel met als ster: Max Verstappen

De vraag is of de tennissport voldoende mee is geëvolueerd. De laatste jaren waren er slecht twee grote regelveranderingen. De al genoemde introductie van de supertiebreak op de grandslamtoernooien, een ingreep om eindeloze partijen voortaan te voorkomen – de langste, op Wimbledon in 2010 tussen John Isner en Nicolas Mahut, eindigde in 70-68 in de vijfde set, duurde 11 uur en 5 minuten en moest verdeeld over drie dagen worden uitgespeeld. De andere maatregel werd twee jaar geleden geïntroduceerd: een ‘schotklok’ die spelers maximaal 25 seconden geeft voordat ze weer moeten serveren, in een poging wedstrijden in te korten. Maar het tennis lijkt verder nog altijd op de sport zoals die al decennia wordt gespeeld.

„Tennis is op de goede weg, maar we zijn er nog lang niet”, zegt algemeen directeur Erik Poel van de KNLTB over de spelregelveranderingen. „Sommige dingen zijn nog heel erg traditioneel, zoals het spelen van vijfsetters, het wisselen van kant na de eerste game [van een set] en het niet mogen coachen tijdens wedstrijden.”

In het jeugdtennis is dit al aangepakt, zegt Poel. Daar worden geen vijfsetters gespeeld, mag er tijdens wedstrijden worden gecoacht, wordt er doorgespeeld na een service via de netband en is de eerste wissel van baanhelft na drie games. „Er wordt zelfs geëxperimenteerd met een andere baan, andere ballen en een andere telling. Zodat het kind zich niet meer hoeft aan te passen aan het spel, maar het spel zich aanpast aan het kind.”

Ook in het toptennis zijn er initiatieven om de sport te moderniseren. De Australische tennisbond begon in 2014 met Fast4 Tennis, waarbij een set om vier gewonnen games gaat. En de bekende Franse tenniscoach Patrick Mouratoglou lanceerde in 2020 Ultimate Tennis Showdown (UTS), een spelvorm waarbij een partij uit vier kwarten van tien minuten bestaat; wie aan het eind de meeste punten heeft, wint het kwart. In coronatijd deden veel toptennissers mee aan UTS en er staat een nieuwe editie op de planning, maar verder hebben beide varianten nog geen navolging gekregen op de reguliere wedstrijdkalender.

Davis Cup

Hoe lastig het is om het tennis te moderniseren, ervoer Poel bij recente pogingen om de Davis Cup ter hervormen. Poel zit namens de ITF in de commissie die daarvoor verantwoordelijk was. „Dat was een uitermate moeilijk proces dat jarenlang heeft geduurd”, vertelt hij. Traditionele tennislanden als Frankrijk, Duitsland en Spanje lagen dwars, omdat ze bang waren geen wedstrijden met hun nationale topspelers in eigen land te kunnen organiseren. Poel: „Maar we zagen dat de echte toppers niet meer meededen omdat ze elders meer punten en geld konden verdienen, tv-zenders toonden steeds minder interesse en alle thuisspelende landen leden verlies op de organisatie van deze wedstrijden. Dus het moest anders.”

Sinds 2019 werden de finales van de Davis Cup op één locatie gespeeld, gingen de wedstrijden over drie partijen die werden afgewerkt op een of twee dagen en was het financieel aantrekkelijker om mee te doen voor spelers. Maar begin dit jaar maakte de ITF bekend de samenwerking te beëindigen met geldschieter Kosmos,de investeringsmaatschappij van voormalig Barça-voetballer Gerard Piqué dat zich voor 3 miljard dollar voor 25 jaar aan het toernooi had verbonden. Volgens persbureau AFP kwamen de partijen er niet uit over financiële voorwaarden, maar wat ook meespeelde was dat veel spelers kritiek hadden op het nieuwe format en het publiek wegbleef. Dit jaar wordt de Davis Cup nog in zijn huidige vorm afgewerkt, wat er daarna gebeurt, is ongewis.

Wat niet helpt, zegt Poel, is dat de macht in het tennis verdeeld is over zeven instanties: de internationale tennisfederatie ITF, de ATP bij de mannen, de WTA bij de vrouwen en de vier organisaties van de grandslamtoernooien. „Die fragmentatie is niet bevorderlijk”, zegt Poel. „Zelfs toen Federer opperde dat de WTA en ATP samen moesten gaan, gebeurde er niks. Er spelen te veel eigen belangen mee voor iedereen.” De spelers en het publiek in de stadions hebben geen reden tot klagen, zegt Poel. „Maar de tv-kijkers wel. Voor hen is niet altijd duidelijk waar de wedstrijden te zien zijn, wanneer ze beginnen en hoelang ze duren.”

Daarom mogen de huidige regels nog wel een tikje strakker, zegt Robin Haase, jarenlang Nederlands beste tennisser en voormalig lid van de spelersraad van de ATP. „Wedstrijden duren nog steeds te lang, vooral tussen de punten door. Telkens weer die handdoek pakken, dat is volgens mij helemaal niet nodig. Maar ik ben een van de weinigen die dat vind.” Tennissers, zegt Haase, hechten nou eenmaal veel waarde aan routine, en even wat zweet afvegen is daar een onderdeel van. Dat is een van de redenen voor bijvoorbeeld een kortere ‘schotklok’. „Mensen houden nou eenmaal niet van veranderingen. Maar je moet de spelers ervan overtuigen dat hun werk over tien jaar ook nog steeds interessant moet zijn.”